Archief

Streekhistorie: Baakwoning, de geboortegrond van Wil van den Bos

Afgelopen week vond de begrafenis plaats van Wil van den Bos Czn, oud-burgemeester van Wateringen en een groot voorvechter voor behoud van het zeldzame historische erfgoed. Deze Wil was geboren en getogen aan de Baakwoning, het kleine gehucht tussen Naaldwijk en Monster. Wat weten we eigenlijk van de Baakwoning?

De geschiedenis van de Baakwoning gaat ver terug. In 1284 is hier sprake van een grafelijk leenroerig complex ('De Poel') van zo'n 100 morgen land met een huis en een hof. De woning de Poel werd in de loop der tijden bewoond door personen die zich Van de Poel of ook wel Baeck noemden. Volgens het Cartularium van Naaldwijk waren het verwanten van de familie Van Naaldwijk. De naam 'Baakwoning' is dus waarschijnlijk afgeleid van de familienaam Baeck.

In het Kaartboek van het Baljuwschap van Naaldwijk, uit 1623, staat de Baakwoning al wel ingetekend, maar heeft het nog geen naam. Het boerenbedrijf van 41 ha is dan door Jonge Jansz Foreest in gebruik gekregen van de heer van Goudriaen en de erfgenamen van Wybesma van Mathenes. En in 1724 treffen we een transportakte aan van 'levende haaff (koebeesten, paarden), coorn te velde, landhuuren van vlas en aardappelen en bouwgereedschappen'. Al deze goederen bevinden zich op de Baakwoning, sinds 1721 toebehorend aan Arent Baron van Wassenaer, Heer van Duivenvoorde.

Na zijn dood in 1724 komt het bezit in handen van zijn weduwe, Vrouwe Anna Margaretha Benthing. Zij verkoopt de boerderij in 1754 aan Dirk van der Valk, boer te Monster. Het goed betreft op dat moment een huismanswoning bestaande uit een huis, zomerhuis, dorsvloer, stalling, schuur en bergen (hooibergen) van ouds genaamd de 'Baakwoning', groot 42 margen, 3 hont (ongeveer 36 ha). Om dit te kunnen betalen wordt een bedrag van f 6.500,00 geleend van Jacques Pinet (1680 - 1778). Deze bemiddelde zakenman was afkomstig uit Bergerac (Frankrijk) maar verhuisde naar Amsterdam en in 1726 naar Den Haag. Als boer Van der Valk in 1757 niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen, wordt het goed eigendom van Jacques Pinet. In de daaropvolgende jaren bouwt hij een herenhuis en tuinhuis, in zijn in 1764 vastgelegde testament beschreven als 'landgoed'. Als administrateurs van de Baakwoning worden aangewezen: zijn neefje Daniel Pinet en Mr Cornelis Paulus Hoijnck van Papendrecht. Zij bouwden de buitenplaats verder uit tot een fraaie zomerresidentie.

Situatie eind 18e eeuw

In en om het tuinhuis zijn twee gevelstenen te vinden. Op een daarvan staat het jaartal 1764 en de naam H.L. van Basel. Dit betrof een schenking aan Van Basel, die dienstknecht van Jacques Pinet was. Een tweede, nog altijd aanwezige gevelsteen vertoont de letters C.P.P. en het jaartal 1772. De letters C.P.P. zijn de initialen van een van de administrateurs.

Na het overlijden van Jacques Pinet in 1778 (99 jaar oud geworden), kocht zijn neef Daniel Pinet de buitenplaats en de boerderij. Het geheel wordt in twee delen verkocht. Een deel betrof de buitenplaats, bestaande uit een herenhuis, tuinmanshuis, erf en tuintje met muur en heining, plus 1 hont land (= 1400 m2). Het andere deel was de boerderij met landerijen. In de daaropvolgende jaren ging het zakelijk een stuk minder met deze Daniel. Nadat hij al enkele hypotheken moest afsluiten, moest hij de buitenplaats en boerderij in 1791 verkopen. Nieuwe eigenaar werd heer Mr Lodewijk Ernst Diest van Melisant, advocaat voor de Hoven van Justitie die het voor 7.100 gulden aankocht. Daniel Pinet overleed twee jaar later in armoe.

In 1801 verkocht Melisant het goed in twee delen aan respectievelijk Frederik Veenman en Martinus Wennekes. De officiële akte en het daaruit voortvloeiende transport vond pas plaats in december 1803. De landerijen lagen op het grensgebied van verschillende ambachten, zodat schout en schepenen zowel van Monster als van Naaldwijk als van Honselersdijk er aan te pas moesten komen. De totale koopsom bedroeg f 22.500,00, waarvan het grootste gedeelte voor rekening kwam van Martinus Wennekes. Hij kocht de kapitale bouwmanswoning (boerderij), bestaande uit een huis en zomerhuis, dorsvloer, stallingen voor dertig koeien en zes paarden, schuren, twee hooibergen met een tuintje, alsmede diverse percelen wei-, hooi- en teelland van omtrent vijftig morgen groot (42 hectare). Veenman kocht het herenhuis, tuinmanshuis, erf en tuintje, alsmede enige tuinen met heiningen waarop zeer exclusieve vruchtbomen en planten, bij elkaar zo'n drieëntwintig morgen groot (bijna twintig hectare).

In de 19e eeuw kwam de tuinbouw hard opzetten en verloor de boerderij langzaamaan zijn functie. Het verouderde gebouw werd in 1874 afgebroken en vervangen door het huidige huis op nr. 10. De grote achtertuin van dit huis geeft de plek aan waar voorheen de boerderijstal stond. Dit is goed te zien op de kadasterkaart van 1830:

Eigendomsverhoudingen bij Baakwoning (rond 1830)

De nu nog bestaande gebouwen van de Baakwoning zijn derhalve slechts een gedeelte van het vroegere complex, hetgeen mede wordt bevestigd door de ter plaatse gevonden fundamenten van meer en andere bouwwerken.

Auteurs: Gustaaf van Gaalen en Gerard Beijer van de Historische Vereniging Naaldwijk-Honselersdijk