Streekhistorie: De herbouw van Ter Heijde in 1929
In november 2013 startte woningcorporatie Arcade met de bouw van 48 eengezinswoningen en 20 appartementen in Ter Heijde. In augustus en oktober 2014 zijn de nieuwe woningen opgeleverd. Het gaat grotendeels om woningen in de sociale huursector. Deze nieuwbouw verving van de in 2009 gesloopte woningen in de Michiel de Ruyterstraat en de Karel Doormanweg.
De sloop van een fors deel van Ter Heijde en de nieuwbouwplannen hebben heel wat voeten in de aarde gehad. Niet in de laatste plaats voor de bewoners was het een zeer ingrijpende operatie. Ook de politiek heeft zich geroerd. Met deze hersrtuctuering van het hart van Ter Heijde heeft de woningcorporatie fase 1 van een omvangrijk project succesvol afgerond, waarbij voorop heeft gestaan dat het kleinschalige karakter van Ter Heijde zo veel mogelijk in stand zou blijven. Het is nog onduidelijk wanneer fase 2 zal worden gestart en hoe die fase eruit gaat zien.
In de afgelopen eeuw is Ter Heijde twee keer eerder nagenoeg volledig afgebroken en opnieuw opgebouw. De laatste keer was in de Tweede Wereldoorlog in verband met de bouw van de Atlantikwall. De eerste keer was in 1929. Daarover gaat dit artikel. De meeste gegevens zijn ontleend aan krantenberichten uit die tijd en aan het oud-archief van de voormalige gemeente Monster.
Aan het begin van de twintigste eeuw werd Ter Heijde van tijd tot tijd bezocht door kunstschilders die het oude vissersdorp vanaf de Slaperdijk of vanaf de duinen in beeld brachten. Van enige afstand mag Ter Heijde in die tijd dan een romantische aanblik hebben opgeleverd, wie het dorp meer van nabij beschouwde, kreeg een heel wat minder gunstige indruk. Een groot deel van het dorp was verkrot en er was geen bestrating of riolering. De bewoners deponeerden hun mest en afval noodgedwongen op de verspreid tussen de huizen liggende tuintjes.
In 1928 verscheen bij de plaatselijke, aan het Kerkplein in Monster gevestigde uitgever en boekhandel Chr. Boddéus een boekje over het oude zeedorp Ter Heijde van de hand van Bernard Boelen, verluchtigd met mooie houtsneden van de kunstenaar Han Krug. Aan het slot van dit boekje schetste de auteur de treurige toestand, waarin het oude zeedorp verkeerde en gaf hij vervolgens een overzicht van de plannen van de gemeente die moesten leiden tot een nieuw Ter Heijde.
"Tenslotte de woningen, wanneer men althans dezen naam er aan geven mag. Slechts enkele tientallen verkeeren in een nog vrij goeden staat. De rest levert een treurigen aanblik op. De daken zijn verzakt, de binten vermolmd; alles is er even laag, bedompt en vochtig. Er zijn vrij groote gezinnen, die huisjes met één of twee vertrekken bewonen. En tusschen en achter die stulpen, midden in het dorp, liggen nog begroeide kleine zandheuvels en aardappel- of koolveldjes van enkele vierkante meters! Het eenige, wat op hygiënisch gebied tot op heden is tot stand gebracht is de aanleg van waterleiding. Rioleering kent men er niet, bestrating is er niet te vinden. De wegen bestaan uit een mengsel van zand en kolenasch en vormen 's zomers een stofmassa, 's winters een modderpoel. Het is wel merkwaardig, dat zóó dicht bij het vorstelijk 's Gravenhage nog een dergelijk dorp te vinden is. (....) De Burgemeester van Monster, de Heer G.W. Kampschoër, onder wiens leiding reeds zoovele afdoende verbeteringen in de gemeente zijn tot stand gekomen, wenschte ook aan den onhoudbaren toestand te Ter Heijde voor goed een einde te maken en legde den Gemeenteraad, in diens gedenkwaardige vergadering van 30 augustus 1928, het grootsche, reeds geheel uitgewerkte plan voor, dat niets minder inhield als om bijna het geheele dorp af te breken en te vervangen door een, in alle opzichten aan de moderne eischen beantwoordend, nieuw dorp. Voorwaar geen kleinigheid!".
Het gemeentebestuur van Monster overwoog aanvankelijk alleen over te gaan tot de aanleg van riolering. Eerder was dat al gebeurd in de dorpen Monster en Poeldijk. Omdat echter het aanleggen van riolering alleen geen verandering zou brengen in de gebrekkige woningtoestand werd van rijkswege aangedrongen op een algehele sanering van het dorp. Al vanaf 1920 was er in de gemeenteraad gediscussieerd over de mogelijkheden om de leefsituatie in Ter Heijde te verbeteren. Maar de raad hikte aan tegen de kosten. Zelfs een krediet van f 5.000,-- dat het college van B en W vroeg om voorlopige verbeteringen aan te brengen, werd door de raad geweigerd. De regionale krant schreef smalend, dat de liefde voor Ter Heijde bij verschillende raadsleden aan de platonische kant was: wel klagen over noodzakelijke verbeteringen, maar geen krediet toestaan. Pas op 30 augustus 1928 besloot de gemeenteraad de stap te nemen een groot deel van het dorp af te breken. Het oude Ter Heijde kende in die tijd slechts twee straten, namelijk de Trompstraat die van de Slaperdijk naar de Nederlands hervormde kerk liep, en de westelijk daarvan gelegen De Ruyterstraat. Daaromheen lagen wat steegjes en slopjes, waarin nauwelijks een patroon te ontdekken viel. Volgens de aan de gemeenteraad voorgelegde en reeds geheel uitgewerkte plannen zouden alleen de kerk, de school, het gasthuis en een dertigtal huizen rond en ten oosten van de Trompstraat blijven staan, maar de rest van het oude Ter Heijde ging verdwijnen. De plannen waren opgesteld door architect D. Oosthoek uit Den Haag in nauw overleg met de Inspecteur voor de Volkshuisvesting, de heer W. van Boven. Er zouden ongeveer zestig huizen verdwijnen en daarvoor in de plaats waren 125 nieuwe woningen gepland in zes verschillende typen.
De hoofdstraat van het nieuwe Ter Heijde, de vroegere Trompstraat, werd herdoopt in Van Luikstraat, naar G. van Luik die van 1869 tot 1895 burgemeester van de gemeente Monster was geweest. De overige straten kregen alle namen van zeehelden en zeevaarders: Tromp, De Ruyter, Evertsen, Piet Hein, Witte de With, Pieterson, Barents en Heemskerk.
Voor de aankoop van krotten, schuren en onbebouwde eigendommen trok de gemeente f 75.000,-- uit en voor wegenaanleg en riolering f 63.000,--. Eind 1928 bereikte men betrekkelijk vlot overeenstemming over grondverkoop met bijkans alle grondeigenaren. Onder andere van het Hoogheemraadschap van Delfland werden percelen tuin-, duin- en geestgrond aangekocht voor f 1,-- per meter. Ook van de diaconie van de Nederlands hervormde gemeente werd grond aangekocht en geruild. Bouwmaatschappij Gebr. Van Rooyen uit Wassenaar was met f 401.066,-- de laagste inschrijver voor het bouwproject. Deze ging in het voorjaar van 1929 aan de slag om de geplande 125 woningen te bouwen. Alle woningen hadden voldoende licht, ruime en vrijstaande schuurtjes en een behoorlijke zolderruimte. Met de oplevering van de huizen in augustus 1931 ving voor Ter Heijde een nieuw tijdperk aan. Er was een keurig en net dorp verrezen, dat een vriendelijk welkom vormde voor de vele badgasten die hier in de zomer passeerden. De terecht trotse burgemeester Kampschoër schreef op 12 oktober 1931 een brief naar de minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, waarin hij hem namens het gemeentebestuur uitnodigde zich persoonlijk op de hoogte te komen stellen van wat er tot stand was gebracht.
"Naar onze bescheiden meening is hier een grootsch opgezet plan uitgevoerd, aangezien een geheel dorp met ongeveer 100 krotten geheel is gesloopt. Slechts enkele woningen en de kerk zijn behouden gebleven. En thans staat daar een vriendelijk dorp met behoorlijke straten, terwijl rioleerings-, gas-, electriciteits- en watervoorzieningen zijn getroffen. Het oude dorp Ter Heijde zonder bestrating, zonder gasleiding bestond uitsluitend uit een verzameling schots en scheef door elkaar gezakte armoedige stulpjes, waarvan de inrichting als woongelegenheid spotte met alle eischen van volkshuisvesting en volksgezondheid".
De burgemeester bedankte in zijn brief nogmaals voor de van de regering ontvangen steun, waardoor de uitvoering van het plan mogelijk was geworden en bood een exemplaar aan van het in de inleiding van dit artikel genoemde boekje van Bernard Boelen met tekeningen van Han Krug over het oude zeedorp Ter Heijde. De minister gaf op 7 februari 1932 gevolg aan de uitnodiging om het herbouwde Ter Heijde te bezoeken. Hij werd eerst door het gemeentebestuur ontvangen in de raadzaal van het gemeentehuis. Daar was ook het bestuur van de Woningstichting Monster aanwezig, die de woningen in Ter Heijde in exploitatie had. Verder was er onder meer de architect van het plan, de heer Oosthoek. De burgemeester gaf een schets van de geschiedenis van Ter Heijde en zette uiteen dat het niet voor de eerste maal was dat Ter Heijde nagenoeg geheel verdween om plaats te maken voor nieuwe bebouwing. In vroeger eeuwen was dat echter de zee die door de dunne duinbescherming heenbrak en het dorp verzwolg, aldus de burgemeester. Vervolgens bezocht men enkele nieuwe huizen in het dorp en bezichtigde men ook het N.H. kerkje dat in die dagen gerestaureerd werd.
Niemand heeft toen kunnen bevroeden dat de Heijenaren slechts zo kort plezier van hun nieuwe dorp zouden hebben. Slechts een jaar of tien later, midden in de Tweede Wereldoorlog moest Ter Heijde op last van de bezetter opnieuw afgebroken worden om een vrij schootsveld te creëren bij een eventuele landing vanuit zee. Alleen de uit 1668 daterende kerk mocht blijven staan. Na de Tweede Wereldoorlog werd het dorp herbouwd. Een deel van de eenvoudige huizen die toen met beperkte middelen zijn neergezet, is dus in 2014 vervangen door moderne, maar kleinschalige nieuwbouw.