Archief

Streekhistorie: De R.K. Begraafplaats aan de Dijkweg

Op 10 september is het Open Monumentendag en worden we ons bewust van de mooie en interessante monumentale panden die we rijk zijn. We realiseren ons ook dat dat geen vanzelfsprekendheid is. We moeten het onszelf én ons nageslacht gunnen dat we de historie in onze dagelijkse leefomgeving kunnen beleven. Dit artikel gaat over een kwetsbaar en weinig bekend plekje in het centrum van Naaldwijk. Het heeft geen monumentale status, maar is wel het behouden en het bezoeken waard.



Tegenover ons huis aan de Dijkweg ligt de Rooms Katholieke begraafplaats. Zo af en toe ga ik door het hek, langs de prachtige Piëta van Termote het kerkhof op. Mijn oma van moederskant, Cornelia van Leeuwen- van Paassen ligt er begraven. Zij overleed op 21 oktober 1971 en was de laatste die bijgezet werd in een particulier graf. Ook ligt er familie van mijn man begraven: Willem Schreuder, ook wel Meester Schreuder, voormalig hoofd van de Katholieke Lagere School in Honselersdijk, met zijn vrouw en schoonzoon. Het is fijn langs de oude graven te lopen, want je hebt velen van de mensen die daar bijgezet zijn, wel gekend. Dat was in de tijd dat alles in Naaldwijk nog wat kleinschaliger was dan nu.



Historie

In het verleden werden de overledenen in het kerkgebouw begraven. Echter, eind 18e eeuw komt er verzet tegen deze wijze van begraven, vanwege ruimtegebrek en in verband met de hygiëne. Op 7 augustus 1827 werd de verordening van kracht dat doden niet meer begraven mochten worden in kerken, kapellen of bedehuizen. De nieuw te stichten begraafplaats moest minstens 30 à 35 ellen buiten de bebouwde kom van een gemeente liggen. Ten behoeve van de eerste algemene begraafplaats van Naaldwijk werd een stuk grond gekocht van Wouter van der Hoeven en Cornelis van Breemen. Op 17 januari 1829 werd daar de eerste dode begraven. Deze begraafplaats lag ongeveer op de plek waar nu het verzetsmonument staat, op de hoek van de Dijkweg en de Verdilaan. De begraafplaats was in 1865 aan uitbreiding toe, echter, de gemeente kwam niet tot overeenstemming met verkopers. Toen werd een stuk grond gekocht van de weduwe W. Koenekoop aan de Geestweg. Daar is nog steeds de algemene begraafplaats van de gemeente Naaldwijk. Uitbreidingen vonden plaats in 1867 en 1897, en steeds weer, tot enkele jaren geleden.



De rooms-katholieken zochten naar een eigen begraafplaats, die vlak bij de kerk gelegen moest zijn. Pastoor Jacobus Nicolaas Mazza (1761-1830) kocht met het kerkbestuur een stuk grond van Jacob de Groot, achter de Katholieke kerk aan de Dijkweg. In 1828 werd het R.K. kerkhof door pastoor Mazza ingezegend. Twee jaar later stierf hij, en hij werd op „zijn" kerkhof begraven. De grafsteen van de stichter van het kerkhof is nog altijd te zien. Later kreeg het kerkhof een eerste „priestergraf" en later nog een tweede. De pastoors Van Dinther (1847) en Van Saagsveld (1892) zijn volgens hun bidprentje op dit kerkhof begraven. Naar alle waarschijnlijkheid hebben ook de pastoors van Lijnschoten, Wierdels en Van de Bergh, en de Rector van het Sint Martinusgesticht, Jac. Vijverberg hier hun laatste rustplaats gevonden. Ook een aantal zusters Dominicanessen, die destijds aan het Sint Martinusgesticht en de R.K. Meisjesschool waren verbonden, werden hier begraven. Op de grote steen staat: Graf der Eerwaarde Zusters.



Bij het begraven van priesters was het gebruikelijk een houten replica van een miskelk in het graf mee te geven. Drie van deze kelken heb ik mogen zien in het archief van de R.K. kerk. Hieraan is een aardig verhaal verbonden. Bij een opknapbeurt van het kerkhof zijn deze kelken door een medewerker meegenomen. Wanneer dit gebeurde is niet bekend. Het priestergraf moest destijds opgevuld worden met zand, dit om verzakking te voorkomen. Veel later zijn de kelken weer opgedoken. Iemand bood ze namelijk te koop aan aan de conservator van het Westlands Streekmuseum, waarschijnlijk uitgaande van de gedachte dat ze wel geld waard zouden zijn. De conservator wist de man ervan te overtuigen, dat deze kelken wel historische, maar geen materiële waarde vertegenwoordigden. Zo zijn ze in de collectie van het Westlands Museum gekomen. De Adrianusparochie heeft ze daarop in bruikleen gekregen. Na de recente verbouwing van het museum zijn de kelken aan de parochie geschonken.

De Piëta van Termote

In de eerste oorlogsjaren deed Pastoor Burwinkel een plechtige belofte. Als de Sint Adrianusparochie gespaard zou worden voor oorlogsgeweld zou aan het einde van de oorlog een monument van dankbaarheid aan Maria worden opgericht. Pastoor Burwinkel overleed plotseling en werd begraven op 27 juni 1942. Hij was derhalve niet in staat om de belofte in te lossen. Zijn opvolger, pastoor J. van den Bergh, heeft het plan ten uitvoer gebracht.



Aan Albert Termote, beeldhouwer in Voorburg, werd opdracht gegeven tot het ontwerpen en vervaardigen van een bronzen Piëta (Nood Gods), een voorstelling van, "de Moeder van Smarten", Maria met de gestorven Christus op haar schoot.

Op 15 september 1949, de feestdag van de Moeder van Smarten, werd het beeld door pastoor van den Bergh en de kapelaans Von Fisenne en Meyer, onthuld en ingezegend. Vanuit de kerk in de Molenstraat trok men in processie naar het kerkhof. In het plantsoen voor de begraafplaats was het beeld geplaatst. Diverse verenigingen waren present, evenals leden van kerkelijke besturen en plaatselijke organisaties. De harmonie „Sint Adrianus" speelde stemmige muziek. Pastoor van den Bergh hield een toespraak waarin hij meldde, dat op voorspraak van de Heilige Maria Naaldwijk gespaard werd voor oorlogsgeweld. Het prachtige beeld siert nog steeds de entree naar het kerkhof.

De sluiting van het kerkhof

In de loop van de jaren werd het kerkhof te klein voor de aldoor groeiende parochie. Paden werden weggewerkt en benut voor graven. Tenslotte werd overgegaan tot sluiting van het kerkhof. In eerste instantie werden kleine kinderen begraven op de gemeentelijke begraafplaats aan de Geestweg. Daarna werd door het kerkbestuur aan de gemeente verzocht om een Rooms Katholiek gedeelte op de algemene begraafplaats. Toegewezen werd een gedeelte tweede klas. In de zogenaamde familiegraven kon nog wel begraven worden aan de Dijkweg.



Aan de Geestweg raakte ook het Katholieke gedeelte vol. Intussen won de oecumenische gedacht terrein, en was het geen probleem meer om een laatste rustplaats te vinden in Naaldwijk, onder de Naaldwijkers. Zo is de huidige situatie. De laatste begrafenis in een familiegraf aan de Dijkweg heeft plaatsgevonden in december 1981. Het kerkhof is op 1 januari 1982 gesloten verklaard.



Hoe nu verder....

In januari 1978 werd aan een aantal parochianen van Naaldwijk een brief gestuurd namens het parochiebestuur Sint Adrianus. Het schrijven betrof de families die belangen zouden kunnen hebben op het kerkhof, vanwege grafrechten van nabestaanden.

De redenen van de sluiting werden in deze brief als volgt omschreven: "Sluiting in verband met de ligging van het kerkhof in het centrum van de gemeente, en rekening houdend met het feit, dat aanpassing van het omliggende gebied als gevolg van sterke veroudering in de toekomst dringend noodzakelijk is. Bovendien is het kerkhof veel te klein geworden, begraven aldaar is haast niet meer mogelijk, dus ook niet gewenst en eigenlijk niet meer gepast."

Men wijst er op dat de Nederlandse wetgeving de gevolgen regelt van de sluiting van een begraafplaats. Volgens die wetgeving moet het kerkhof nog gedurende dertig jaar in stand blijven. De graven dienen dus onaangetast te blijven gedurende die tijd. Kerkbestuur zowel als families blijven verplichtingen houden voor het onderhoud van graven en monumenten.

In principe zou het kerkbestuur vrij zijn om te verkopen in 2008. Zeker na de sloop van „de Harmonie" kwamen er geruchten dat het kerkhof nu wel verkocht zou worden. Ik heb begrepen, dat voor het huidige kerkbestuur de verkoop geen optie meer is.



Wel ligt de vraag voor: hoe nu verder. Er zijn nog steeds vrijwilligers die de nodige aandacht aan de begraafplaats besteden voor wat het onderhoud betreft. Voor hoe lang nog? De Sint Adrianusparochie was een rijke parochie, maar door de voortdurende ontkerkelijking is dat niet meer het geval. Met name de bomen die rondom het kerkhof staan vormen een punt van voortdurende zorg. Er zal in de toekomst iets moeten gebeuren, en dat gaat veel geld kosten.

Behoud van het kerkhof

Maar wat een prachtige en rustgevende plek is dit kerkhof midden in het centrum van Naaldwijk. Ik spreek wel eens mensen, die er zo toevallig terecht komen, en stil zijn van deze mooie oase van rust. Maak eens een wandeling op deze plek, en bekijk de grafstenen. Vast en zeker zult u de familienamen herkennen, en daarvan nog een verhaal weten. Wie kent ze niet, de families Groenewegen, Vijverberg, Zwinkels, Vollebregt. De vele bomen die er nog staan geven een mysterieuze sfeer die bij deze plek hoort. Het voorterrein is een aantal jaren geleden door een betrokken parochiaan heringericht, en de grote populieren achter de Piëta zijn gesnoeid. Ook al zijn vaak de namen op enkele grafstenen niet meer te lezen, aan andere grafmonumenten wordt nog veel aandacht besteed.

Ik hoop van harte dat dit mooie kerkhof nog tot in lengte van jaren mag blijven bestaan in het centrum van Naaldwijk!

Auteur: Corry Schreuder-Fransen van de Historische Vereniging Oud Honselersdijk/Naaldwijk

Met dank aan Frank de Klerk, archivaris van de Sint-Adrianuskerk