Archief
Archief WOS

Archief WOS

Discussie over asielopvang in Westland: 'Op z'n minst pro forma bezwaar indienen'

Binnen de Westlandse politiek is deze week weer discussie opgelaaid over het aantal asielzoekers dat de gemeente zou moeten opvangen, als het kabinet vasthoudt aan de Spreidingswet. Er zijn in het afgelopen jaar uiteenlopende aantallen genoemd, waarbij de gemeenteraad in meerderheid op 'nul' uitkwam.

Nadat de Eerste Kamer begin vorig jaar instemde met de Spreidingswet, werd door de Rijksoverheid het aantal opvangplaatsen indicatief verdeeld over de gemeenten. Dit gebeurde op basis van het aantal inwoners en de zogenoemde sociaaleconomische score. Voor Westland kwam dat neer op 702 opvangplaatsen.

De gemeenteraad stelde echter (met 27 tegen 11 stemmen) dat Westland geen plek heeft voor de opvang van asielzoekers. In de motie werd onder meer aangevoerd dat de gemeente al veel Oekraïense vluchtelingen opvangt, "meer dan de wettelijke taak en zelfs ook voor buurgemeenten". Ook werd gewezen op de huisvesting van "vele duizenden arbeidsmigranten" en de krappe woningmarkt voor Westlandse jongeren en starters.

Regionale Regietafels

De uitvoering van de Spreidingswet is in hoge mate gedelegeerd aan de provincies. Daarbinnen zijn zogeheten Regionale Regietafels in het leven geroepen. De gemeenten binnen zo'n regio (voor Westland is dat 'Haaglanden') kunnen onderling overleggen, of de ene wat meer wil/kan doen dan de andere. Uitgangspunt is dat de totale provinciale taakstelling wordt gehaald.

Het Westlandse college van B en W liet in september weten dat het bij de Regionale Regietafel had aangeboden om 20 procent van de indicatieve opgave te realiseren. Dit zou neerkomen op ongeveer 140 asielzoekers. Daarmee zat het college tussen de 702 van de minister en de ‘nul' van de gemeenteraad in.

Van 702 naar 617

Minister Faber publiceerde op 20 december het zogeheten Verdeelbesluit, waarin zij het aantal opvangplaatsen voor Westland bijstelde van 702 naar 617. Hierop volgde een nieuwe ronde binnen de regietafels, omdat een aantal gemeenten bezwaar maakte tegen de aantallen. Westland deed dit niet en bleef vasthouden aan het eerdere aanbod van 140 opvangplaatsen.

In een raadsinformatiebrief op 12 februari verklaarde het college: "Wij zien op dit moment geen mogelijkheden om succesvol bezwaar te maken, omdat de reguliere werkwijze - ook bij het Ministerie van Asiel en Migratie - is dat bezwaarschriften juridisch worden getoetst op de juistheid van het doorlopen proces, de geldende wet- en regelgeving, het vastgestelde beleid en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Voor zover kan worden beoordeeld, is er geen sprake van onjuistheden op deze onderdelen van de besluitvorming."

Kritiek uit de gemeenteraad

Woensdagavond werd het onderwerp door GBW-fractievoorzitter Remmert Keizer ter sprake gebracht in het actualiteitenhalfuur van de raadsvergadering. Gezien de opstelling van de gemeenteraad, had volgens hem verwacht mogen worden, dat het college op z'n minst een pro formabezwaarschrift zou hebben ingediend "om de termijn veilig te stellen om als gemeenteraad tegen het besluit van de minister op nader aan te voeren gronden bezwaar aan te tekenen".
"Waarom heeft het college nagelaten om op enigerlei wijze tijdig met de gemeenteraad te overleggen over het indienen van een (pro forma) bezwaarschrift tegen het besluit van de minister over de (gedwongen) realisatie van 617 opvangplaatsen voor asielzoekers in Westland", wilde hij weten.

Wethouder Carlieke van Staalduinen herhaalde dat B en W hun aanbod voor 140 asielzoekers gestand hebben gedaan en niet meer dan dat. Er is geen bezwaar aangetekend, omdat het ministerie geen procedurefouten heeft gemaakt, aldus de wethouder.

Keizer had liever gezien dat het college de gemeenteraad vooraf had geraadpleegd. Zijn fractie gaat de brief van het college nog nader bestuderen, kondigde hij aan.

Categorieen:
Nieuws Politiek Westland