Archief
WOS

WOS

Verkeerde datum is fout door menselijk handelen

De gemeente Midden-Delfland heeft niet bewust geknoeid met de datum van een bezwaarschrift zodat deze buiten de daarvoor gestelde termijn viel.

Dat zegt de gemeente in een reactie op een uitspraak van de Raad van State. "Het is een fout door menselijk handelen. Dat is vervelend voor alle partijen."

De Raad van State stelde woensdag dat het bezwaar tegen het bestemmingsplan Hof van Keenenburg in Schipluiden wel degelijk binnen de termijn is ingediend. Volgens de uitspraak staat er op de envelop een stempel van de gemeente met als datum 6 februari, de uiterlijke inleverdatum. Deze stempel is doorgestreept en met een nieuwe stempel is er 7 februari opgezet, waardoor de zienswijze buiten de termijn viel.

Het gevolg is dat het bezwaar niet in behandeling is genomen. De gemeente had er ook voor kunnen kiezen de bezwaarmaker het voordeel van de twijfel te geven - gezien de verschillende stempels op de envelop - en het bezwaarschrift wél in behandeling te nemen. "Dat hebben we niet gedaan, omdat er meerdere partijen zijn", reageert de gemeente. "We hebben zowel degene die de zienswijze indient en de aanvrager die na zes weken wil weten wat de status is. Vandaar dat we deze termijnen strak volgen."

Knullig

Oppositiepartij Mijn Partij trekt de reactie van de gemeente in twijfel. "Ik geloof best dat de datum niet moedwillig is verschoven, maar ik denk ook dat toen duidelijk werd dat er een foutje was gemaakt, het de gemeente wel goed uitkwam", zegt Ed Roeling van Mijn Partij. "Ze hadden misschien zoiets van: elk bezwaar minder, is er één."

Volgens Roeling had de gemeente op de zaak bij de Raad van State moeten anticiperen. "Het college had meteen moeten zeggen: er is een fout gemaakt, dus we nemen het bezwaar toch in behandeling. Dat de Raad van State dit uiteindelijk heeft moeten beoordelen, staat zo knullig. Als gemeente leiden we nu gezichtsverlies."

Het gaat de bezwaar makende bewoner om de garantie van het behoud van een uitrit. Naast de datum van het bezwaar, is de Raad van State ook inhoudelijk ingegaan op de klacht. Ze heeft bepaald dat de gemeente in het bestemmingsplan een verplichte uitweg opnemen voor de bewoner. "De uitspraak van de rechter is duidelijk, die volgen we op", aldus de gemeente. Dit plan moet over zestien weken door de gemeenteraad zijn vastgesteld.