Discussie over betaling alternatieve uitweg in Schipluiden

Met het gedoe over de gênante datumaanpassing op de envelop van een ingediend bezwaar tegen een bestemmingsplan in Schipluiden, is de kous nog niet af.

Dat bezwaar betrof namelijk het verdwijnen van een bestaande uitrit als gevolg van voorgenomen woningbouw in het Hof van Keenenburg. Bij de grondverkoop in 2008 was contractueel vastgelegd dat de verkoper een recht van uitweg behoudt.

Door de koper van de grond is aangeboden om een alternatieve uitrit aan te leggen, die niet uitkomt (zoals nu) op de Keenenburgweg maar op de Kasteellaan. De betrokken garage-eigenaar is in beginsel akkoord met een vervangende uitweg, maar het is volgens hem nu niet gewaarborgd dat die uitweg wordt aangelegd.

Volgens de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State bestaat inderdaad de kans dat de vervangende uitweg niet of niet over de volledige afstand naar de openbare weg zal worden aangelegd. De gronden waarop die uitweg moet worden aangelegd zijn deels in eigendom van de projectontwikkelaar en deels in eigendom van de gemeente. Op de zitting bij de Raad van State heeft de gemeente zich op het standpunt gesteld dat degene die veroorzaakt dat een vervangende uitweg moet worden aangelegd, moet zorgen dat deze vervangende uitweg ook daadwerkelijk wordt aangelegd.

De gemeente is bereid haar medewerking te verlenen, maar is niet bereid de uitweg, voor zover die komt te liggen op gronden die in haar eigendom zijn, zelf aan te leggen en te bekostigen. De projectontwikkelaar heeft tijdens de zitting verklaard dat hij alleen de kosten wil dragen van dat deel van de vervangende uitweg dat op zijn gronden komt te liggen.

De Afdeling Bestuursrechtspraak vindt nu dat in het bestemmingsplan als verplichting moet worden opgenomen dat de alternatieve uitweg echt wordt aangelegd. Dat moet binnen zestien weken worden vastgelegd in een nieuw besluit van de gemeenteraad.