OM wil stichting van Pieter Dekker voor jaar stilleggen: 'Zijn dieren staan te creperen'
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in het hoger beroep tegen schaapsherder Pieter Dekker geëist dat zijn stichting Westlandse Schaapskudde een jaar alle werkzaamheden moet stilleggen. Ook mag Dekker zelf, als het aan het OM ligt, een jaar niet optreden als bestuurder van de stichting of een soortgelijke stichting.
De eis van het OM zou kunnen betekenen dat de veelbesproken schaapsherder voor een jaar moet stoppen met het houden van dieren. Dat bleek maandag in een urenlange rechtszaak bij het gerechtshof in Den Haag.
Dekker stond opnieuw voor de rechter nadat hij in hoger beroep was gegaan tegen zijn veroordeling van eind 2021. Daar werd hij veroordeeld voor het verwaarlozen van zijn schapen, runderen en wolvarkens en kreeg hij een voorwaardelijke geldboete van 10.000 euro. In juli 2023 werd de stichting van Dekker ook al veroordeeld, toen tot een onvoorwaardelijke geldboete van 5.000 euro vanwege verwaarlozing van schapen en varkens.
Te mager
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) constateerde dat de schapen van Dekker 'veel te mager' waren. Volgens Dekker komt dat doordat zijn schapen last hadden van leverbotbesmetting. "Leverbot is heel ernstig. Het is een wormpje dat in het gras zit en binnenkomt bij een schaap en vreet zich door naar de lever. Dan wordt het schaap van binnen kapot gegeten", zo legt Dekker uit aan de rechtbank.
Die besmetting zou ervoor hebben gezorgd dat de schapen van Dekker te mager waren. De NVWA denkt daar echter anders over. Volgens hen hadden de dieren te weinig voedsel. Alle schapen werden gecheckt op lichamelijke conditie, op een schaal van één tot vijf scoorden ongeveer alle schapen een één, wat 'veel te mager' betekent.
Dekker ontkent niet dat zijn dieren mager waren, maar vindt het wel belangrijk om te zeggen dat zijn dieren geen voedsel tekort kwamen. Ook op de vraag van de advocaat generaal van het OM, die vroeg of Dekker vond dat zijn dieren het goed hadden, antwoordde Dekker met 'ja'.
Water
Ook werd er door de NVWA geconstateerd dat schapen, wolvarkens en runderen van Dekker geen beschutting hadden bij slechte weersomstandigheden. Daarnaast hadden de dieren niet constant de beschikking over vers water. Dat is volgens Dekker ook niet nodig, mits ze maar voldoende vocht binnenkrijgen. "Ze kregen meerdere keren per dag een emmer water", vertelt Dekker daarover in de rechtszaal. Daarnaast aten de dieren ook gras, waardoor ze voldoende vocht binnenkregen.
Controleurs van de NVWA troffen modder aan in de waterbakken van de varkens. Volgens de schaapsherder komt dat doordat de varkens met hun snoet, die onder de modder zit, in de waterbak gaan. Daardoor komt er modder in de waterbak.
Daarnaast staat er volgens Dekker nergens in de wet dat dieren constant de beschikking moeten hebben over vers water. Wel moeten de dieren voldoende vocht binnenkrijgen, volgens hem kregen de dieren dat ook. "Mijn dieren vertonen geen enkele gezondheidsprobleem."
Bijzondere rassen
Dekker is in een reeks van rechtszaken gewikkeld over de manier waarop hij dieren houdt. Hij meent dat de huidige regels teveel zijn afgestemd op productiedieren, die alleen voor de slacht worden gehouden. Hij beweert dat hij alleen maar zeldzame dierenrassen houdt om ze te behoeden voor uitsterven, zoals de zeldzame wolvarkens. Die beesten gunt hij een vrij leven in de natuur, zei hij in een eerdere rechtszaak. Dekker stelt dat de deskundigen van de NVWA te weinig kennis hebben over de bijzondere rassen die Dekker houdt.
Eis
Volgens het OM hoeft er niet getwijfeld te worden aan wat er bij inspecties door de NVWA werd aangetroffen op de percelen van Dekker. "Het is een voortdurend conflict tussen zijn mening en die van het NVWA, het is iedere keer wat." Het OM vindt dat de dieren van Dekker creperen. "Ik geloof meneer niet als hij zegt dat de beesten er goed aan toe zijn."
Justitie eist daarom dat de stichting van Dekker (Westlandse Schaapskudde) een jaar alle werkzaamheden met het houden van dieren neerlegt. Het OM eist ook dat Dekker zelf een jaar geen bestuurder mag zijn van de stichting of een andere stichting die zich bezig houdt met het houden van dieren.
De rechtbank zegt er goed over na te moeten denken. "Het is een ingewikkelde zaak", zegt de voorzitter. De rechtbank doet op 9 april uitspraak.