Delfland test nieuwe middelen om rivierkreeften te vangen
Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft woensdag twee nieuwe vangtuigen te water gelaten om rivierkreeften weg te vangen. Ze worden nu een maand lang in Vlaardingen getest.
De Amerikaanse rivierkreeft, een invasieve exoot, heeft zich sinds het eind van de vorige eeuw in Nederland verspreid. Vermoedelijk hebben aquariumbezitters de eerste exemplaren losgelaten in open water. Het beestje veroorzaakt schade aan dijken, oevers en aan de natuur in het water. Een goede manier om de populatie van deze exoot terug te dringen zonder gevolgen voor het andere leven in het water, was er eerder nog niet.
Delfland heeft in 2021 het initiatief genomen voor het onderzoeken van de haalbaarheid van grootschalig intensief wegvangen van de kreeften. Vorig jaar is daadwerkelijk wegvangen van de kreeften met korven en fuiken. Dat gebeurde op drie zogenoemde 'hotspots' in Vlaardingen, Delft en Den Haag. De actie had succes: op die locaties is inmiddels 95 procent van de kreeften verdwenen.
Nu worden op een tweede locatie in Vlaardingen dus nieuwe vangmiddelen ingezet. Er is voor verbeterde vangtuigen gekozen, om te zorgen voor zo min mogelijk 'bijvangst'. Het afvangen van kreeften gebeurt nu nog veelal met traditionele korven en fuiken, die bedoeld zijn voor het vangen van vis. De nieuwe vangtuigen worden een maand lang getest.