Archief
Archieffoto

Archieffoto

Taakstraffen opgelegd voor bezit illegaal vuurwerk in Westland

De rechtbank in Rotterdam heeft woensdag taakstraffen opgelegd aan mannen uit Winterswijk en Den Haag, omdat zij eind 2021 illegaal vuurwerk hadden opgeslagen in Westland.

De eerste zaak speelde zich af in een woning in De Lier. De toenmalige bewoner had mortierbommen, knalvuurwerk, enkelschotsbuis en fonteinen in zijn huis en garage opgeslagen liggen. Ook vond de politie ingevulde bestellijsten. Samen met het telefoonverkeer van de nu 56-jarige man duidde dat op een 'al langer lopende vuurwerkhandel'.

De tweede vuurwerkvondst was in een container in Poeldijk. Daar lag zo'n 4.000 kilo illegaal vuurwerk, waaronder mortierbommen, knalstrengen en enkelschotsbuizen. De nu 31-jarige Hagenaar had de container gehuurd en het vuurwerk 'op onveilige wijze' opgeslagen. Het vuurwerk lag bovendien in de buurt van vier gastanks. "Als het vuurwerk tot ontbranding was gekomen, had dit grote gevolgen gehad."

Taakstraf

In beide zaken oordeelt de rechter dat hij niet anders kan dan volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Maar die is in alle twee de gevallen gelijk aan de tijd die mannen al in voorarrest hebben gezeten.

Over de voormalige inwoner van De Lier schrijft hij: "De verdachte heeft echter ook een forse voorwaardelijke bestuursboete gehad en lijkt lering te hebben getrokken uit de strafbare feiten. Hij heeft inmiddels een nieuw leven opgebouwd. Hij is verhuisd naar het oosten van het land en zal daarom in elk geval meer fysieke afstand hebben tot zijn eerdere vuurwerknetwerk. Door zijn nieuwe baan houdt hij zich naar eigen zeggen op geen enkele wijze nog bezig met vuurwerk."

Ook bij de Poeldijkse zaak wegen de persoonlijke omstandigheden mee: "De verdachte toont ogenschijnlijk oprecht berouw. Hij zegt lering te hebben getrokken uit het verleden, is inmiddels vader geworden en is kostwinnaar voor zijn gezin. Zijn vaste baan en inkomen lopen gevaar bij het opleggen van een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf en het verlies van dat inkomen zou desastreus zijn voor zijn jonge gezin. Bovendien is de verdachte niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten."

In de zaak 'De Lier' is een taakstraf opgelegd van 200 uur, de andere man moet 240 uur taakstraf uitvoeren.