'Ministerie gebruikt verkeerde cijfers voor waterkwaliteit'
Het ministerie van Landbouw heeft bij de aanwijzing van het Delfland-gebied als 'nutriënten verontreinigd gebied' gebruik gemaakt van verkeerde cijfers. En daar zijn boeren nu de dupe van.
Dat denkt althans Nieske Dijkshoorn, lid van het algemeen bestuur van Delfland. "Ze hebben een peiling gedaan in het boezemwater en niet op polderniveau", zegt zij in gesprek met de WOS. "Het boezemwater is ander water. Dat komt uit de stad en wordt ingelaten vanuit het Brielse meer. En dat heeft een veel hogere norm dan de polders."
Delfland is een van de drie waterschappen die door minister Adema van Landbouw zijn aangewezen als 'nutriënten verontreinigd gebied'. Dit zijn gebieden waar onder meer te veel stikstof en fosfor in het oppervlaktewater zit. Gevolg daarvan is dat boeren hier sneller dan andere landbouwgebieden het gebruik van dierlijke mest moeten verlagen.
Kringloopboeren
Dat gaat echter in tegen de principes van kringloopboeren, die alleen hun eigen mest gebruiken. Nu moeten ze opeens meer kunstmest gaan gebruiken.
De aanwijzing is bij het hoogheemraadschap, maar ook de provincie Zuid-Holland, de gemeente Midden-Delfland en de 16 overheden en organisaties van de Landschapstafel Bijzonder Provinciaal Landschap Midden-Delfland in het verkeerde keelgat geschoten. Volgens hen zijn de kringloopboeren juist voorlopers en zorgen zij ervoor dat het water hier schoner is dan elders. "Er komt vuiler water de polder in, dan wat eruit gaat', weet kringloopboer Henk Dijkshoorn.
"Het is jammer dat mest moet worden afgevoerd en kunstmest teruggekocht moet worden. Dat is niet wat wij willen", vervolgt boer Dijkshoorn. "We hadden met z'n allen afgesproken dat we minder aanvoer zouden hebben en onze eigen mest zouden gebruiken. Daar gaat nu voor een groot deel een streep doorheen. In mest zitten heel veel waardevolle elementen. Niet alleen stikstof en fosfaat, maar ook allerlei andere elementen die nuttig zijn voor plantengroei."
Anders meten
Diverse organisaties maakten hun ongenoegen eerder deze maand al kenbaar in een brief aan de minister. Hoogheemraadschap Delfland hoopt dat er op een andere manier - op polderniveau - wordt gemeten.
Reactie ministerie van Landbouw
Een woordvoerder van de minister laat schriftelijk het volgende aan de WOS weten:"Wij begrijpen dat deze boeren zich benadeeld voelen, omdat juist zij wel laten zien dat zij op een duurzame en middels kringlooplandbouw kunnen boeren. Helaas is in dit gebied en in Nederland in den brede de waterkwaliteit nog niet op orde. We hebben hiervoor scherpe opgaven vanuit de Brusselse wetgeving, waarin afspraken zijn gemaakt over het verbeteren van de waterkwaliteit en de bijdrage daaraan vanuit de landbouw. We hebben in aanvulling van al bestaande zogenoemde nutriënten verontreinigde gebieden nu voor 2023 aanvullende gebieden aangewezen. Het Hoogheemraadschap van Delfland is een van deze gebieden. Landbouwbedrijven met grasland vallen in deze gebieden vanaf 2023 in een lager derogatieregime. De situatie op dit moment is helaas niet anders. Boeren in dit gebied die minder mest mogen uitrijden op hun land, kunnen hiervoor een bijdrage krijgen en gebruikmaken van een subsidieregeling. Die volgt zo snel mogelijk dit voorjaar."