Archief
WOS

Midden-Delfland Vereniging breekt lans voor moestuinderij

Moestuinderijen kunnen bijdragen aan de biodiversiteit en de landschappelijke kwaliteit. Daarom vindt de Midden-Delfland Vereniging dat de gemeente die onder voorwaarden zou moeten toestaan bij boerderijen.

Dit schrijft voorzitter Koos Karssen in een uitgebreide brief aan B en W van Midden-Delfland. Directe aanleiding is het gesteggel eerder dit jaar rond moestuinderij Het Middenland in Maasland. Die begon in coronatijd als nevenactiviteit bij boerderij Landlust, maar moest van de gemeente stoppen omdat het niet zou passen in het bestemmingsplan 'Buitengebied Gras'.

Karssen schrijft dat een groot deel van Midden-Delfland de bestemming veeteelt heeft, wat een open ruimte met grasland impliceert. Behoud van die openheid staat volgens hem voorop, maar verbreding van de bedrijfsvoering is vaak wenselijk om het maatschappelijk en economisch draagvlak te verstevigen. "We zien dat enkele agrarische ondernemers deze verbreding zoeken in onder meer voedselbossen en moestuinderijen. Dit kun je zien als bottom-up initiatieven met een maatschappelijke meerwaarde", aldus Karssen.

Rijk bodemleven

De Midden-Delfland Vereniging vindt het standpunt van de gemeente, dat een moestuinderij strijdig is het bestemmingsplan, te rigide. Een moestuinderij kan waarde toevoegen aan de biodiversiteit en interessant zijn voor weidevogels: de moestuinderij wordt immers ‘gevoed’ met organische vaste mest, wat leidt tot een rijk bodemleven. Dit trekt insecten aan die op hun beurt voedsel zijn voor weidevogels en kleine zoogdieren. Bovendien is bij een moestuin sprake van een kortere kringloop en brengt het consument en producent dichter bij elkaar, zo beargumenteert Karssen.

Voorwaarden

De vereniging vindt daarom dat een moestuinderij past in het landelijk gebied van Midden-Delfland. Die moet dan wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo moet de tuinderij bij de opstallen van de boer liggen, mogen weidevogels niet negatief worden beïnvloed, moet de tuinderij biologisch beheerd worden, mag er geen grondwater worden onttrokken, niet of nauwelijks hoge gewassen worden geteeld en schuurtjes, kasjes of platglas moeten niet worden toegestaan.

Karssen vraagt de gemeente de formulering in het bestemmingsplan zodanig te interpreteren en aan te passen dat een moestuinderij bij een boerderij mogelijk wordt gemaakt. "Waardoor boeren hun bedrijfsmodel kunnen verbreden met teelten waar vraag naar is en die bijdragen aan landschap, natuur en milieu".