Archief

Ondergrond bij jachthaven inderdaad ernstiger verontreinigd

Het terrein bij de jachthaven in De Lier is ernstiger verontreinigd dan bekend was tijdens de aankoop van dit complex door de gemeente Westland.

Dat bevestigt wethouder Albert Abee in antwoord op vragen van de fractie Gemeente Belang Westland (GBW). Voordat de gemeente het terrein kocht in 2018, is er bodemonderzoek gedaan. Bij de bepaling van de hoogte van de koopprijs is rekening gehouden met verontreiniging.

Tijdens de sanering van de grond bij de aanleg van de Oostelijke Randweg (naast het perceel van de jachthaven) bleek dat de vervuiling daar dieper zat dan in het oorspronkelijke milieuonderzoek was aangegeven. Vervolgens is ook bij de jachthaven aanvullend onderzoek gedaan en bleek dat ook hier de verontreiniging dieper zit dan in het oorspronkelijk rapport stond. In de koopovereenkomst staat dat als na levering nog sprake is van bodemverontreiniging de eventuele saneringskosten voor rekening zijn van de koper, dus in dit geval de gemeente.

GBW wilde weten of de inmiddels vastgestelde (extra) verontreiniging van de bodem het normaal gebruik van het perceel verhindert. Abee reageert dat de bodemverontreiniging zich onder het asfalt bevindt en het huidige gebruik van het perceel niet in de weg zit. "Zolang het asfalt niet wordt verwijderd, kan de verontreiniging blijven liggen."

De jachthaven is nu geen onderdeel van de ontwikkeling van het gebied Liermolensloot. Wel worden de mogelijkheden verkend, aldus de wethouder.