Archief

Weg lijkt vrij voor islamitische basisschool in Westland

De aanvraag om in Westland een islamitische basisschool te stichten, voldoet aan de wettelijke eisen. Dat blijkt uit de toetsing die door de gemeente Westland is uitgevoerd. De gemeenteraad is hierover dinsdag geïnformeerd.

De aanvraag is gedaan door de Islamitische Stichting voor Onderwijs en Opvoeding Yunus Emre, die sinds 1989 actief is in Den Haag. Zij heeft daar momenteel drie locaties; de vierde komt eraan. Begin dit jaar diende Yunus Emre het verzoek in om per 1 augustus volgend jaar een in Naaldwijk te stichten basisschool op islamitische grondslag op te nemen in het Plan van scholen 2017-2019. Dit plan beschrijft de nieuw te stichten scholen gedurende deze periode.



Toetsing

Initiatiefnemers voor een te stichten school moeten ervoor zorgen dat hun voorstel voldoet aan een aantal voorwaarden. De gemeente moet die toetsing uitvoeren en kijkt naar de volgende punten: een prognose van het aantal leerlingen; een beschrijving van het 'voedingsgebied' (het gebied waaruit minimaal 70 procent van de leerlingen afkomstig is); een aanduiding van de plaats in de gemeente waar het onderwijs moet worden gegeven; de ingangsdatum en tot slot moet de school voldoen aan de stichtingsnorm. Een discussie over wenselijkheid is niet aan de orde; het gaat louter om een toetsing aan de Wet op het primair onderwijs.

Aan alle wettelijke vereisten is voldaan. De stichtingsnorm in Westland is vastgesteld op 257 leerlingen. Yunus Emre heeft onderbouwd, dat voor een islamitische school in Naaldwijk belangstelling zou zijn van 507 leerlingen. In het meest negatieve scenario zou dat uitkomen op 309 leerlingen, waarmee de stichtingsnorm ook gehaald wordt. Dit aantal leerlingen moet binnen vijf jaar op de school aanwezig zijn en dat moet gedurende vijftien jaar in elk geval zo blijven.



Vervolg procedure

Na bekrachtiging van de toetsing door de gemeenteraad ontvangt het schoolbestuur van Yunus Emre een beschikking. Daarna stuurt de gemeente het vastgestelde 'Plan van scholen' binnen twee weken ter goedkeuring aan de minister van Onderwijs. De minister maakt voor 1 januari a.s. een eigenstandige afweging. Tegen zijn besluit kunnen zowel de gemeente als het schoolbestuur in beroep bij de Raad van State.