Archief
Eponimm via Wikimedia (CC)

Van olympisch dressuurruiter tot bondscoach: 'Een andere verantwoordelijkheid'

'Olympiër ben je voor het leven, dat neemt niemand je meer af.' Dressuurruiter Patrick van der Meer uit Naaldwijk weet hoe het is om op het toneel van de Olympische Spelen op te treden. Hij deed het zelf in 2012 met zijn paard Uzzo in Londen. Maar deze zomer gaat hij naar de Spelen in Parijs in een andere rol; die van bondscoach van de dressuurruiters van TeamNL.

"Hou de linkerteugel in contact en blijf verbinding houden. Goed zo." Van der Meer volgt vanaf de grond geconcentreerd de verrichtingen van zijn dochter Dana die op een grote voskleurige ruin zit en oefeningen in stap, draf en galop doet. Zo nu en dan geeft hij aanwijzingen die ruiter en paard moeten helpen om een kwartier later in de dressuurpiste zo optimaal mogelijk te kunnen presteren.

Van der Meer is deze middag op het Concours Delft op het terrein van manege De Prinsenstad. Daar is hij in de eerste plaats om zijn dochter te coachen die meerijdt in de nationale dressuur van de subtop met haar paarden Chicago en Kasimir K.

Kasteel Versailles

Maar aan de start verschijnen ook meerdere ruiters die kans maken om af te reizen naar Parijs. Er staan dertien ruiters op de longlist van de bondscoach van wie er uiteindelijk vier meegaan naar de Spelen. Die worden van 26 juli tot en met 11 augustus gehouden en de paardensport is in de tuin van het kasteel Versailles.

"Donderdag beginnen de Nederlandse kampioenschappen", zegt Van der Meer in gesprek met Omroep West. "Dat is de eerste officiële observatiewedstrijd en de tweede observatie is eind juni tijdens het CHIO in Rotterdam. Maar we hebben het hele jaar door natuurlijk al wedstrijden gehad, dus we hebben al wel een beeld van bepaalde combinaties. Dat nemen we natuurlijk mee."

Op 1 januari van dit jaar is Van der Meer begonnen als bondscoach. Zijn voorganger Alex van Silfhout, blijft als teamtrainer van de dressuurruiters aan tot na de Olympische Spelen. "Ik ben een soort teammanager", zegt de Westlander. "Nu is er nog een teamtrainer die het begeleiden van het rijden voor zijn rekening neemt. Mijn werk ligt vooral achter de schermen. Ik zorg ervoor dat alles daar goed geregeld is en dat iedereen weet wat hij of zij moet doen en wanneer en waar ze kunnen trainen."

Het Concours Delft is voor de ruiters een goede plek om te oefenen. "Je ziet dat op een dag als vandaag veel toppers komen oefenen ter voorbereiding op het NK", zegt Van der Meer. "Het concours is groots aangekleed en heeft een internationale uitstraling. Daarom is het voor ruiters en paarden een mooie locatie om ervaring op te doen. Dat is waardevol voor zowel de breedte- als de topsport."

Met dit doel is het Concours Delft jaren geleden opgezet, vertelt Jordy Duijndam van manege De Prinsenstad. "Wij wilden een evenement opzetten dat een internationaal gevoel oproept, maar tegelijkertijd toegankelijk is voor iedereen", zegt hij. "Er zijn nationale- en zelfs internationale deelnemers, amateurruiters uit de regio en de buurt en we hebben zowel dressuur- als springwedstrijden voor pony's en paarden."

Volgens Duijndam zijn dit soort evenementen onmisbaar voor de sport. "Als beginnende ruiters doorgroeien naar de top komen ze dit soort concoursen vaker tegen. Het is voor hun en hun paarden een ideale manier om ervaring op te doen en te leren omgaan met dit soort situaties." Dat geldt voor Van der Meer zelf ook die al vaak startte in Delft. "Het is deze keer het eerste jaar dat ik niet zelf mee doe", zegt hij. "Maar een aantal leerlingen van mij rijdt wel."

"De Olympische Spelen zijn echt uniek", zegt Van der Meer. "Als je daar een keer aan hebt deelgenomen dan neemt niemand dat meer van je af. Je blijft je hele leven olympiër. Daar kan geen andere wedstrijd tegenop."

Maar nu hij bondscoach is gaat hij met een ander gevoel naar de Spelen. "Het is soms weleens nagelbijten", vertelt hij glimlachend. "Dat moet ik eerlijk toegeven. Als je op je paard zit ben je verantwoordelijk voor je eigen prestaties, maar nu is het heel anders. Ik sta veel meer in dienst van anderen en moet ervoor zorgen dat iedereen om me heen zo optimaal mogelijk kan presteren. Mijn verantwoordelijkheden als bondscoach zijn dus heel anders."