IJsvermaak op de Gantel in 1871
In de Delftsche Courant van 1 januari 1871 werd een hardrijderij op de schaats aangekondigd die een paar dagen later zou worden gehouden op de Gantel onder Monster. Het evenement vond plaats in de buurt van de scheepmakerij die daar sinds 1851 was gevestigd en die vanaf 1892 lange tijd in handen is geweest van de familie Van Waveren.
Wat opvalt is dat het bericht geplaatst werd in de Deltsche Courant. Dat betekent dat het geen lokale aangelegenheid was, waar alleen mensen uit Monster en de buurdorpen op afkwamen, maar dat schaatsers uit de wijde omtrek aan de wedstrijd hebben deelgenomen. Over het verloop van de wedstrijd zijn geen gegevens overgeleverd.
Monster had in die tijd nog geen officiële ijsvereniging. Die werd volgens een bericht in de Nederlandse Staatscourant pas opgericht in 1899 onder de naam Helpt elkander. Erevoorzitter was burgemeester baron Taets van Amerongen. Vergaderen deed men meestal in café Overheijde. Het doel van de vereniging was 'het aanleggen en onderhouden van goede ijsbanen in de gemeente en haren omtrek, benevens het verschaffen van arbeid aan behoeftigen'. Volgens artikel 11 van de statuten zouden bij ontbinding van de vereniging haar bezittingen vervallen aan de armen van de gemeente Monster.
De winter van 1871 was extreem koud. Tussen 20 december en 6 januari was er een fikse vorstperiode met in Utrecht 16 ijsdagen op rij en 8 dagen met strenge vorst. Na een periode met zachter weer, was er in februari 1871 opnieuw een koude-inval met strenge vorst.
Hoofdprijs van de hardrijderij op de Gantel was een paar fraaie Heulse schaatsen. Over dit model schaatsen en de makers ervan staat het een en ander vermeld op de website Schaatshistorie.nl. Daaraan ontlenen we het volgende. De Heulse schaats genoot in de 19de eeuw algemene bekendheid in het Westland. Het model is daar door lokale smeden lange tijd als standaardmodel geproduceerd. In de volksmond werd het model heulenaar genoemd. De schaatsen hebben een kenmerkende krul, breed uitgesmede lepel die eindigt in een puntje dat naar binnen is gekruld. Het gebruik van deze schaats beperkte zich niet tot het Westland. In 1890 wordt in het Utrechts Dagblad geadverteerd met Heulsche schaatsen. Van smid IJsbrand van den Bosch (1800-1885) uit Kwintsheul is bekend dat hij Heulse schaatsen produceerde. Ook zijn zonen Dirk en Jacob hebben Heulse schaatsen gemaakt.
Een andere schaatsenmaker uit die tijd in het Westland was Gerardus Grimbergen (1850-1937) uit Poeldijk. Hij was afkomstig uit Rijnsburg en vestigde zich in 1876 in Poeldijk. Wagenmaker De Ruyt uit dezelfde plaats maakte het houten gedeelte (de stapel) van de schaatsen. In Naaldwijk was er smid Dirk Hoogkamer (1862-1940). Hij begon als smidsknecht, onder andere in Maasland. In 1888 vestigde hij zich als smid in Naaldwijk Tot circa 1920 maakte hij Heulse schaatsen. Later legde hij zich meer toe op de kassenbouw.
Auteur: Leo van den Ende - Historische Vereniging Monster - Ter Heijde
Met dank aan Ron Oosterveer