Het huisje van Thoen en Kap
We zijn er allemaal wel eens langs gereden… dat dichtgetimmerde witte huisje met het nummer 96 erop geschilderd, vlak langs de Nieuweweg tussen Poeldijk en de Rolpaal. En je hebt je vast wel eens afgevraagd wat het verhaal is achter dit huisje. Hoe oud zou dit huisje zijn en wie hebben er gewoond?
Het huis is onlangs gesloopt. Laten we eens kijken of we aan de hand van archieven, kranten, kadaster en oude familieverhalen de bewoningsgeschiedenis van dit huis kunnen reconstrueren.
In 1874 verkoopt G.L.H. Hooft, Hoogheemraad van Delfland, enkele percelen grond aan de familie Van Tuyll van Serooskerke. De familie Van Tuyll van Serooskerke bezat daardoor enkele grote stukken grond in de Bospolder en Achter den Dijk. In een document uit 1879 zien we voor het eerst het vermoedelijk in 1878 gebouwde huis Nieuweweg 96 ingetekend staan.
Het huis en de grond is het bezit van Vincent Maximiliaan Charles Louis Baron van Tuyll van Serooskerke en zijn broer Charles Frederik. De familie Van Tuyll van Serooskerke besluit zo rond 1878 enkele stukken grond als tuin in pacht uit te geven. De allereerste bewoner van het huisje Nieuweweg 96 wordt Willem 't Hoen (geb. 10 okt 1852).
Willem 't Hoen pacht van de baron een tuin van ca. 35.000 vierkante meter. Hierbij hoorden blijkens het kadaster een huisje, schuur en 2 muren van elk 120 meter. Willem wordt tuinder en teelt vooral aardappels en spruiten. Willem trouwt op 5 mei 1878 met Dora van Veen.
Er stonden zo rond 1878 aan de Nieuweweg, vanaf de Gantel tot aan de Rolpaal nog maar vijf huizen. Aan de andere kant van de vaart stonden op dat moment ook nog maar drie of vier huizen. Er was zo weinig bebouwing dat je, staand op de Nieuweweg, een paard en wagen op de Zwartendijk kon zien rijden. En waar nu het fietspad ligt, was toen een slootje. Voor ieder huis lag een smal bruggetje. De Nieuweweg was nog van grind met in het midden een bestraat paardenpad.
Op 26 januari 1879 wordt Nicolaas geboren, het eerste kind van Willem en Dora. Hij wordt Klaas genoemd. Totaal worden er in dit gezin in het kleine huisje aan de Nieuweweg in twaalf jaar tijd 10 kinderen geboren (waarvan er drie vroeg zouden overlijden). Waarschijnlijk sliepen alle kinderen op zolder, waar ze toen nog maar één slaapkamer en één bedstee hadden. De bereikbaarheid van de tuin en het huis wordt ondertussen sterk verbeterd wanneer in 1889 voor het eerst de stoomtram van de WSM vlak langs het huis gaat rijden.
Het gezin 't Hoen heeft het moeilijk en de schulden lopen flink op. Het gezin moet 1250 gulden lenen om het hoofd boven water te houden. En tot overmaat van ramp krijgt vader Willem in 1893 TBC. Willem 't Hoen overlijdt op 16 juni 1893. Zijn oudste zoon Klaas is dan veertien, gaat van school en neemt de zaak, samen met zijn moeder, over. In datzelfde jaar gaat de totale aardappeloogst verloren. De familie heeft overleg met baron Van Tuyll van Serooskerke (de eigenaar van de grond), die bereid blijkt een jaar pacht kwijt te schelden en het gezin een geldbedrag te lenen. De zaken gaan weer wat beter. Overigens kreeg het gezin elk voorjaar bezoek van de baron. Er werd dan in het huis aan de Nieuweweg een speciaal feestmaal aangericht, want de familie Thoen was erg gesteld op de baron. De baron investeerde flink in de tuinen en hij had fruitmuren en kassen laten bouwen. In 1896 stond op iedere tuin die de baron langs de Nieuweweg verpachtte 240 meter muurkas.
Op 10 juli 1896 overlijdt ook moeder Dora van Veen, de vrouw van Willem. Zeven kinderen in het huisje Nieuweweg 96 worden wees. Klaas (toen 17 jaar) en zus Jaan (toen 15) zorgen samen voor het gezin en de tuin. Tante Ger (zus van vader Willem) komt nog een tijdje bij ze inwonen maar dat gaf alleen maar ruzie en ellende. "Met die kinderen valt niets te beginnen", verzuchtte tante Ger. Ze verhuisde weer naar Monster.
Het gezin Thoen komt bekend te staan als de Erven Thoen. In de dienstregelingen van de Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij (WSM) lezen we dat er (tot 1915) zelfs een officiële halteplaats, vlak naast het huisje Nieuweweg 96, naar hen wordt vernoemd…halte Erven Thoen.
Hoewel hij hard moet werken, blijkt Klaas toch tijd te hebben voor allerlei nevenactiviteiten. Hij koopt een fiets en neemt in 1903 deel aan de wedstrijden ringsteken op de fiets tijdens de volksfeesten op het Wilhelminaplein in Naaldwijk. Hij wint er de eerste prijs, een gouden horloge. En hij wordt daarbij op de foto vastgelegd.
Ook neemt hij, samen met zijn vriend Frans van Bergen uit Poeldijk, dansles in Den Haag, wat hem komt te staan op een reprimande vanaf de preekstoel van de Poeldijkse pastoor. "Deze jongelieden hebben zich in de verdoemenis gestort en er zal niets van ze terecht komen."
Ondertussen hebben de afgelopen jaren enkele meerderjarig geworden broers en zussen van Klaas het huis aan de Nieuweweg verlaten en trouwt Klaas op 4 november 1905 met Jacoba (Co) Maria Steentjes. Zij krijgen samen acht kinderen die allemaal geboren zijn in het huis Nieuweweg 96.
Met de komst van de stoomtram kreeg het gezin te maken met een groot aantal ongevallen langs de Nieuweweg, meestal veroorzaakt door op hol geslagen paarden die schrokken van het lawaai van de stoomtram. In de krant lezen we over tientallen ongelukken met paard-en-wagens die, met lading en al, te water raakten in de naastgelegen vaart. Ook bij de Rolpaal, op zo'n honderdvijftig meter van het huis Nieuweweg 96, ging het vaak mis. In januari 1911 vond daar een tragisch ongeval plaats. De echtgenote van J. Snijdoodt uit Naaldwijk had met haar 15-jarige dochter een bezoek gebracht aan haar broer J. Kemmers, tuinder aan de Nieuweweg. Laat in de avond liepen zij, vergezeld door de vrouw van Kemmers, naar de halte van de stoomtram. Daar zijn twee van hen uitgegleden op de berm bij de vaart en in het water gevallen. De andere vrouw moet geprobeerd hebben ze te helpen, maar gleed ook in het water.
"En ofschoon de in de onmiddellijke nabijheid wonende menschen op het hulpgeroep dadelijk toeschoten, konden zij in de zware duisternis de ongelukkigen niet tijdig redden. De geneesheeren Snellen van Vollenhoven en Weitjens, die spoedig aanwezig waren, konden de levensgeesten niet meer opwekken. Pijnlijk is de wanhoop der zwaar beproefde families en algemeen is de deelneming in hun smartelijk verlies", schrijft de krant. Een paar jaar later (!) honoreerde de gemeente Naaldwijk een verzoek van de omwonenden om straatlantaarns te plaatsen nabij de rolpaal.
Klaas doet ondertussen goede zaken. Uit verschillende advertenties in de Westlandsche Courant en het vakblad Floralia blijkt dat hij ook bollen is gaan kweken en een handel in kasglas is begonnen. Dat kasglas werd met wagonladingen tegelijk ingekocht. Verder verkoopt hij bijna alles wat los en vast zit.
In 1913 doet baron Van Tuyll van Serooskerke een aanbod aan Klaas om de tuin en het huis te kopen. En dat doet Klaas. Het perceel beslaat op dat moment een huis, schuren, kassen, tuin, muren en een boomgaard. Op de tuin van Klaas Thoen verschijnen steeds meer druivenkassen en er komen 5 schoorstenen van 10 a 15 meter hoog. In krantenadvertenties vraagt Klaas om personeel.
De zaken gaan zo goed dat Klaas in 1917 achter het huis een kantoor annex wachtruimte laat bouwen. In het raam van het kantoor zat, in glas en lood, een logo met het opschrift import en export N. Thoen en Co. Een jaar later laat hij bij notariële akte vastleggen dat hij onder deze naam een vennootschap is aangegaan met Petrus Simon van der Zee, koopman te Poeldijk. Opmerkelijk is, zo blijkt uit het doel van de vennootschap, dat hij ook echt gaat importeren. De akte vermeldt 'handel in buitenlandsche vruchten'. Al na een jaar, in april 1919, lezen we in de krant dat de vennootschap alweer is ontbonden.
Op 19 januari 1920 overlijdt de vrouw van Klaas. Co Steentjes is 42 jaar oud geworden. Kort na het overlijden neemt Klaas een huishoudster in huis, Jacoba Arkesteyn. En zeven maanden na het overlijden van zijn eerste vrouw trouwt Klaas met zijn huishoudster. Zo rond 1925 begint het toch mis te gaan. De Duitse mark devalueert en er komt spanning op de markt. Klaas neemt veel risico's waar hij later veel spijt van zou krijgen. In 1925 wordt Klaas uiteindelijk failliet verklaard. Kort daarop kopen zijn broers Jan en Koos tweederde van zijn tuin en het huis. De tweede vrouw van Klaas koopt het andere derde deel van de tuin. Het gezin van Klaas Thoen kan blijven wonen in het huis Nieuweweg 96.
De aankondiging stond in Het Vaderland van 16-2-1925:
Auteur: Jan Buskes