Van Heemraadschuur tot Slag Beukel
Enige tijd geleden ontving de Historische Vereniging Oud ‘s-Gravenzande een vraag over het strandslag Beukel. De schrijver informeerde of deze naam misschien met de naam van zijn echtgenote te maken had, die van haar meisjesnaam Van den Beukel heet. Bij deze strandopgang staat namelijk een bord met daarop Slag Beukel.
's-Gravenzande heeft drie strandslagen (toegangen door de duinen naar het strand). Twee ervan zijn genoemd naar de buitenplaatsen Arendsduin en Vlugtenburg, die in de 17de en 18de eeuw daar tegen de duinen lagen. Het slag dat over het duin aan het einde van de Zanddijk lag, had vroeger geen naam, maar werd in de volksmond Slag Beukel genoemd naar een Van den Beukel die de laatste bewoner was van de Heemraadschuur van het Hoogheemraadschap van Delfland. Dat was een groot houten gebouw waarin een opzichter van Delfland woonde en waar gereedschappen voor gebruik in het duin en op het strand opgeslagen waren. Verder was er een deftige kamer waarin de Hoogheemraden bij elkaar konden komen bij de jaarlijkse schouw van strand en duinen. Het gebouw lag in de polder Waalblok aan het einde van de huidige Strandweg precies in de hoek van de Zanddijk en de Bankdijk. Deze vraag van de briefschrijver was aanleiding om verder onderzoek te doen, omdat er over bewoner en gebouw niet veel bekend was.
Er is een oude foto van voor 1900 van deze schuur van Delfland met daarvoor gezeten de schuurbaas, de toenmalige opzichter de heer A.H. Vreugdenhil en zijn vrouw en enkele familieleden. Het is bekend dat eenmaal per jaar de heren van Delfland tijdens hun jaarlijkse schouw van strand en duinen in het voorjaar ten huize van de familie Vreugdenhil genoten van een aspergediner, een groente die men vroeger veel op de zandgronden bij 's-Gravenzande teelde. Men had daar zelfs een apart servies voor, waarvan de borden versierd waren met een paar mooie asperges. Omdat Delfland vlakbij in de duinen bij Arendsduin in 1906 een groot nieuw stenen directiegebouw had laten bouwen, was de Heemraadschuur overbodig geworden. Daarin woonde sinds 1909 Van den Beukel waarnaar het slag genoemd is. Deze Heemraadschuur is volgens het archief van het Hoogheemraadschap afgebroken in 1936.
Van den Beukel
Het is een flink zoekwerk geweest om te achterhalen welke Van den Beukel in de Heemraadschuur gewoond heeft. In samenwerking met het Historisch Archief Westland is dat gelukt.
Gevonden werd in de inventaris van het archief van het Hoogheemraadschap de vermelding dat de voormalige Heemraadschuur, die toch maar leegstond, in 1909 verhuurd werd aan de arbeider A. van den Beukel, die in vaste dienst was van Delfland. In het bevolkingsregister van de voormalige gemeente 's-Gravenzande werd deze Arie van den Beukel met zijn echtgenote en kinderen gevonden met daarachter zijn beroep 'arbeider van Delfland', toen was duidelijk welke Van den Beukel er woonde. Deze Arie van den Beukel werd op 7 januari 1870 in 's-Gravenzande geboren. Het gezin Van den Beukel heeft tot de afbraak in 1936 in een deel van de oude vervallen Heemraadschuur gewoond en is daarna verhuisd naar de Noordlandseweg nummer 6, dat is op het topografische kaartje in dit artikel aan de weg onderin de afbeelding (met daarin de rode lijn) van 's-Gravenzande naar Hoek van Holland, net over de coupure in de Zanddijk. Bij het huwelijk van een van zijn dochters in 1940 woont hij nog in 's-Gravenzande. In het najaar van 1942 gaan de Duitsers ertoe over om in het kader van de bouw van de Atlantikwall tankgrachten aan te leggen rondom 's-Gravenzande ter verdediging van de mond van de Nieuwe Waterweg tegen geallieerde invallen. Ook worden binnen de tankgrachten op grote schaal bunkers aangelegd met zwaar verdedigbare doorlaatposten op enkele doorgaande wegen. Aan het begin van de Noordlandseweg net over de Zanddijk worden een tiental bunkers gebouwd waarin een bataljonshoofdkwartier van het Duitse leger gehuisvest werd. Het huis van Arie aan het begin van de Noordlandseweg dat daarvoor in de weg stond, is door de Duitsers afgebroken.
Voor het vrijmaken voor schootsveld wordt in 's-Gravenzande meer dan 20 procent van alle woningen afgebroken. De betreffende inwoners, voor zover ze niet bij familie elders in het land terecht konden, worden geëvacueerd naar Zaltbommel. Dat overkomt meer dan 200 inwoners. Daaronder waren mensen die naar de mening van de Duitsers voor de economie niet belangrijk waren zoals bejaarden. Af en toe ging er een vrachtwagen naar Zaltbommel met pakjes en kon je ook een familiebezoekje brengen, dat was toen de zogenaamde 'Bommelbus'. Volgens de lijsten van geëvacueerden in het Historisch Archief Westland is Arie van den Beukel eind november 1942 gedwongen naar Zaltbommel verhuisd, adres Keizerstraat 17. In zijn overlijdensakte staat dat hij op 23 februari 1945 op het Kerkpad 14 in Monster is overleden en in Zaltbommel woonde. Op dit adres in Monster woonde zijn dochter Janna met haar man Adrianus Ruinard en waarschijnlijk is Arie op enig moment in Zaltbommel ziek geworden en voor verzorging naar zijn dochter in Monster gereisd. De vrouw van Arie woonde na de oorlog ook in Monster en is in 1955 in het ziekenhuis in Den Haag overleden. Uiteindelijk is Arie van den Beukel een heel ver familielid van de echtgenote van bovenvermelde schrijver die ons een mailtje stuurde (maar wel zeven generaties terug in de tijd).
De Heemraadschuur
Hierover heeft de heer C.Postma, chartermeester van Delfland een artikel geschreven getiteld 'De Heemraadschuur van Delfland in de Bank bij 's-Gravenzande'. Daarin schrijft hij dat dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland in 1719 halverwege de nieuwe Zanddijk de zogenaamde Heemraadschuur lieten bouwen die moest dienen als onderkomen, waar werken voor de zeewering konden worden aanbesteed en verder als verblijf tijdens het schouwen en het uitvoeren van inspecties van de zeewering.
De Haagse schilder en tekenaar Aert Schouman heeft van de schuur in 1781 een aquarel gemaakt, toen daarin tijdens de Vierde Engelse oorlog militairen van de kustbewaking waren gelegerd. Toen na deze oorlog bleek dat de soldaten de schuur zwaar hadden beschadigd werd overwogen het gebouw te slopen maar men besloot toch maar tot restauratie. Uit de hierover bewaard gebleven stukken blijkt dat er een eetzaal was versierd met wapenborden en een plafond waarop een roos geschilderd was met het randschrift Sub Rosa, een keuken met oven en fornuis en een wijnkelder en verder een paardenstal. Op 10 maart 1787 kon de Heemraadschuur weer in gebruik worden genomen. Nadat de dijkgraaf en hoogheemraden die dag de strand- en zeewerken hadden geïnspecteerd reden ze naar het gerestaureerde gebouw waar zij genoten van een feestmaal ter herinnering van de restauratie waar zij een fraaie kristallen herinneringsbokaal ontvingen. Wie uit de bokaal dronk moest zijn naam in een daarvoor bestemd register schrijven. De laatste notitie van het gebruik van deze bokaal was in mei 1849 toen de gezworen klerk van Delfland, Jacob Landmeter zijn 84ste verjaardag vierde te midden van het college.
De Heemraadschuur die intussen ook dienst deed als woning van de opzichter en zijn gezin, raakte in verval. Niet ver daarvan werd in 1906 en groot stenen Directiegebouw met opzichterswoning in een neostijl gebouwd. Het duurde tot 1936 voordat de houten vervallen Heemraadschuur waar dijkgraaf en hoogheemraden zoveel gezellige uren hadden doorgebracht werd afgebroken. Niet lang daarna, in 1943, werd op last van de Duitsers het pompeuze Directiegebouw Arendsduin gesloopt. Zo waren binnen 10 jaar in 's-Gravenzande twee monumentale gebouwen van Delfland, die herinnerden aan de strijd om het behoud van de zeewering en de aanleg van zanddijken en strandhoofden ter bescherming van het Westland verdwenen.
Auteur: Jan Dahmeijer - Vereniging Oud 's-Gravenzande