Archief
Historische Vereniging Maasland

Historische Vereniging Maasland

Doorbraak van de Commandeurspolderkade te Maasland in 1649

In de huidige nieuwsberichten wordt veel gesproken over de stijgende zeespiegel en hoe wij daar als Nederland op moeten voorbereiden.

In ons goed georganiseerde land zijn ingenieurs en watermanagers al eeuwen lang bezig met het beschermen van ons land tegen water en dat zal de komende tijd nog veel belangrijker worden. Dat het niet altijd goed ging met deze bescherming tegen het water wordt in deze gebeurtenis weergegeven.

Op 18 oktober 1649 voltrok zich tegen de avond een drama in de Commandeurspolder in Maasland. De Trekkade brak door tussen de 'Nieuwe Wechse Wateringe en de Nieuwe Sluijse Wech' over een lengte van 30 à 40 roeden (113 à 150 meter). Dit was enige jaren daarvoor ook al gebeurd. Maaslanders moeten dit met lede ogen hebben aangezien, terwijl boeren de koelen in veiligheid brachten. Al eerder werd door diverse 'aerdewerckers', met name Joris Cornelisz. Decker en Pouwels Maertensz. geconstateerd en gemeld (voor het laatst rond Kerstmis 1648) dat de grond ter plaatse "doort rijden van de paerden grootelijck beweegcht", en dat de kade dus heel zwak was. De eigenaren van de kade, de Delftse burgemeesteren, die grote belangen hadden bij de goede aanvoer van met name verse vis, zoals schelvis, bokking en wijting uit Maassluis, bleken het met het onderhoud niet al te nauw te nemen. Men vond kennelijk de investering, gedaan in 1643/44 bij de uitkoop van boeren voor hun stukken kade, voldoende.

Tot 1643 vond het vervoer van personen en goederen tussen Delft en Maassluis plaats over de Gaag, door het dorp Maasland, waarbij de vele bruggetjes en vernauwingen in het traject soms voor grote vertragingen zorgden. Na een verzoek van boeren, die bang waren dat de Oostgaag uitgediept zou moeten worden met gevaar voor de kaden, werd vanaf 1643 het dorp Maasland gemeden en ging het traject van de trekschuit via de Vlaardingse Vaart en de ten zuiden van Maasland liggende Trekvliet.

Het herstel van de schade, bedragende 1.340 gulden 4 stuivers, werd aanvankelijk bekostigd door de betrokken ingelanden van de Commandeurspolder. Pas in de loop van 1650 zouden, na een uitgebreide procesvoering, de Delftse heren zwichten voor de schadevergoeding, waarbij Dirck Dircksz. van der Cluijs als kroosheemraad en belanghebbende met veel land in de Commandeurspolder, een belangrijke rol zou spelen.

In het laatste decennium van onze tijd is er door het Hoogheemraadschap Delfland hard gewerkt om er voor te zorgen dat de boezemkaden weer aan de veiligheidseisen voldoen. Vele kades in Maasland zijn verbeterd met behoud van cultuurhistorie.

Auteur: Historische Vereniging Maasland