Hoeve Bijsterveld in 's-Gravenzande
Aan de Monsterseweg 84 in 's-Gravenzande, aan een laantje tegenover tuincentrum Intratuin, ligt tussen de kassen de monumentale hoeve Bijsterveld.
Voordat er in het begin van de 18e eeuw sprake is van de hoeve Bijsterveld, staat er op deze plek ten minste al anderhalve eeuw eerder een boerderij. Dat blijkt uit het Kaartboek van de Regulieren van 's-Gravenzande, vervaardigd in 1566 in opdracht van de prior van het klooster Maria Magdalena in Bethanië, dat toen ten oosten van de kerk van 's-Gravenzande lag.
Op het kaartblad met de kloosterbezittingen aan de Monsterseweg staat een boerderij ingetekend met vlak erbij een flinke waterplas, die in het begin van de 16e eeuw of al eerder ontstaan kan zijn door een doorbraak van de Maasdijk (nu de Zanddijk genaamd). Deze plas kan echter ook veroorzaakt zijn door één van de herhaaldelijk voorkomende overstromingen vanuit zee wegens achterstallig onderhoud aan de duinen.
Deze waterplas zou de naam van de boerderij kunnen verklaren, de naam 'bijster-velt' betekent namelijk: schraal en onvruchtbaar land. Hierbij wordt nog opgemerkt dat in de oudste kadastergegevens van rond 1830 onder de landerijen van Bijsterveld nog steeds stukken land omschreven worden als 'moeras'.
Vervolgens staat deze boerderij ingetekend op een kaart uit 1586 van Jan Potter, landmeter van het Hoogheemraadschap Delfland. Dat betreft een situatietekening van een stuk land nabij de "gemene weide" of de galgenweide, de plek waar in die tijd het 's-Gravenzandse galgenveld lag. Potter tekent op deze plek een dubbele galg. Deze galgenweide lag vlakbij de boerderij. De galg was zichtbaar vanaf de Monsterseweg en moest indruk maken op reizigers die vanuit Monster naar 's-Gravenzande reisden. Op grond van de in de 13e eeuw verleende stadsrechten had 's-Gravenzande de hoge jurisdictie, dat wil zeggen dat het gerecht van de stad zelfstandig de doodstraf kon opleggen.
Kaart van Kruikius
Ook op de kaart van Kruikius (landmeter van Delfland) uit 1712 staat op deze plek een boerderij getekend, die aan de zuidzijde van de aanzienlijke buitenplaats Arents Duijn grenst. Deze boerderij ligt aan een laantje op enige afstand vanaf de Monsterseweg. Dit moet de huidige boerderij Bijsterveld zijn, met daarachter een restant van een flinke waterplas.
Dat kan ook opgemaakt worden uit een akte van 19 maart 1712 uit het Oud Rechterlijk Archief van 's-Gravenzande waarin staat dat Maria Dedel, de weduwe van Cornelis Pieterson die in leven raadsheer was van de Hoge Raad van Holland, een "wooning met huijs, schuur ende bargen" met ruim zestien morgen land verkoopt voor het bedrag van 4200 gulden aan de heer Johannes Doll van Ourijck (vertegenwoordiger van de Koning van Denemarken) met inbegrip van ruim 13 morgen land in de Lange Stukken in de Grote Noord Tiend. In deze akte wordt de naam 'Bijsterveld' echter niet genoemd, maar uit de vermelde belendingen is op te maken dat het wel om deze boerderij gaat.
Bijsterveld wordt op 24 november 1746 door Mr. Caspar Balthasar Dol van Ourijk voor het bedrag van 5200 gulden verkocht aan de heer Hendrik D 'Acquet, veertigraad en president schepen van de stad Delft en eigenaar van de buitenplaats Arendsduin. Verkocht wordt dan "een boerenwooninge genaamd 'Bijsterveld' voorsien met een bekwaam huijs, koestal, paardestal, schapen- en varkensstal, kaaren-moolen (karnmolen), schuur, wagenhuijs, bargen (hooibergen) en verder getimmerte, mitsgaders met 16 en een half mergen land" en verder nog ruim 13 morgen zeer schoon Weij en teelland, genaamd Claverdeel in de Lange Stukken. De boerderij grensde aan de buitenplaats en maakt dan nog deel uit van de buitenplaats Arendsduin.
Arendsduin
Deze buitenplaats Arendsduin is waarschijnlijk aangelegd door Heer Adriaen van Buysero, die o.a. secretaris en griffier van de Prins van Oranje (stadhouder-Koning Willem III) was. Na zijn dood in 1680 (begraven 2 september) wordt dit buiten verkocht. Op 3 oktober 1699 koopt Maerten Hogenhouck, oud schepen en raad van de stad Delft, Arents Duijn voor 9500 gulden van de heer Mr Iman Cau, heer van Dussen en Muijlberch, en vrouwe Elisabeth Catharina van Busero met inbegrip van alle meubels die in het huis aanwezig zijn. Later wordt een familielid van Hogenhouck, Mr. Hendrick D'Acquet, eigenaar van de buitenplaats. D'Acquet was o.a. oud Raad en oud Burgemeester van de stad Delft en zeer vermogend.
Omdat hij last had van de konijnen die uit de duinen op zijn buitenplaats kwamen, liet hij zelfs een muur om heel zijn bezit metselen. Ook liet hij een heuvel opwerpen om vanaf dat punt naar de omliggende landerijen en duinen en op zee te kunnen kijken. Verder kocht hij in de Lange Stukken veel land. Zoals hierboven is vermeld, koopt hij in 1746 de hoeve Bijsterveld er bij.
'Koperen fornuis'
In 1770 wordt de boerderij Bijsterveld met de daarbij behorende landerijen gelegen in het Westland onder Zand Ambacht apart verkocht uit de nagelaten boedel van Mr. Hendrik D'Acquet (overleden 22 december 1769). In de verkoopakte werd de boerderij omschreven als: "De seer welgelegen Bouwmanswooninge genaamd Bijsterveld, voorsien met een seer hegt sterk en wel doortimmerd Woonhuijs, Boes, Koestal, Schapen en Varkenshocken, wagenhuijs, (hooi)Bergen en verder Timmeragien, mitsgaders met omtrend Sestien Mergen seer schoon Weij en Teelland gelegen in Zand Ambagt, tusschen 's Gravesande en Monster". In de koopakte staat nog als bijzonderheid vermeld het koperen fornuis met de ijzeren platen in deze boerderij.
Verder staat er in de koopakte nog een verwijzing van de belendingen van de boerderij in het jaar 1746. Op de landerijen bij de boerderij lag toen een vinkenbaan en een vinkenhuis waar vogels gevangen werden voor de volière van de buitenplaats en voor op tafel van de eigenaar van Arendsduin. Bij de verkoop werd bepaald dat de koper ervoor moest zorgen dat de vinkenbaan voor gebruik altijd vrij toegankelijk zou zijn voor de eigenaar van Arendsduin. De boerderij wordt verkocht op 19 april 1770 te Delft voor 12.500,- gulden aan de heer Mr. Franco van der Burch Willemszn, schepen van Delft.
Waling van Geest
Op 31 januari 1809 veilt Cornelis Arijsz 't Hart de boerderij, die dan wordt omschreven als "eenbouwmanswoning, genaamt Bijsterveld bestaande in een woonhuis, bouwhuis, stallinge voor 32 koeybeesten en 6 paarden, dorsvloer, kaarnmolen, koornzolders, schuuren en hooybargen met omtrent 8 morgen wey-, teel- en boomgaardland". Gezien het aantal koeien en de vermelding van meerdere hooibergen was dat in die tijd een grote boerderij. De boerderij komt dan in bezit van Leendert Boon en Frans Boers en later worden Christiaan Boers (in 1832) en Waling van Geest (in 1851) eigenaar.
In die tijd wordt het boerenbedrijf niet meer uitgeoefend en zijn de omliggende landerijen bestemd voor de tuinbouw. In koopakten wordt dan een huizing vermeld die in drie gedeelten word bewoond met koestallen enige percelen teelland en enig aspergeland. De boerderij wordt dan ook wel aangeduid als de woning Bijsterveld. Daarna wisselt Bijsterveld later nog enige malen van eigenaar.
Door de bouw van warenhuizen rond Bijsterveld is van de woning vanaf de Monsterseweg helaas alleen nog een stukje van het dak te zien.
Blijkens een door deskundigen van de Dienst Stad en Landschap in 2007 opgestelde "Inventarisatie waardevolle objecten gemeente Westland", goedgekeurd door de gemeenteraad, is beschreven dat deze 'zeer oude boerderij - die zeldzaam en in grote lijnen gaaf is - van zeer grote historische waarde is'. De boerderij heeft een wolfdak met Hollandse pannen en kopgevels met afgeplatte topgevels. In deze eeuwenoude woning zijn nog oude elementen aanwezig zoals het oude gebint en de kelder met rode tegels. Verder is er nog een opkamer en een houten bedstede. De boerderij is dan ook op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Bijsterveld is door zijn eerbiedwaardige ouderdom één van de oudste gebouwen van 's-Gravenzande.
Auteur: Jan Dahmeijer, Vereniging Oud 's-Gravenzande.