Archief
WOS

WOS

Molen De Vier Winden in Monster

Op de hoek van de Haagweg en de Molenweg in Monster staat de monumentale korenmolen De Vier Winden. De huidige molen dateert uit 1882 en is dus voor molenbegrippen niet erg oud, maar al in 1311 wordt melding gemaakt van een molen op deze plaats.

In dat jaar namelijk verkreeg Jan I van Polanen de molen te Voswijck in leen van zijn invloedrijke oom Diederic van der Wale. Voor Jan van Polanen was dat financieel geen slechte zaak, want aan de molen was het zogenaamde windrecht verbonden. Dit betekende dat iedereen in het ambacht Monster verplicht was zijn graan bij deze molen te laten malen. In 1404 gingen de bezittingen van de Van Polanens over op de graven Van Nassau.

Vernietiging tijdens Tachtigjarige Oorlog

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spanjaarden werd de molen omvergeworpen en in brand gestoken. Dat gebeurde in 1573, niet zoals men wellicht zou verwachten door de Spaanse troepen, maar door het eigen leger of misschien wel door de bevolking. De meeste andere molens in het Westland ondergingen hetzelfde lot. Deze actie was waarschijnlijk bedoeld om te voorkomen dat de Spanjaarden zich in deze bouwwerken zouden kunnen verschansen. Nadat de rust weer enigszins was teruggekeerd, is in 1578 de Monsterse molen herbouwd.

Kaart Coenraet Oelensz detail molen Monster 16e eeuw

Prins Maurits ging in 1620 akkoord met de overdracht van de molen aan Gerrit Janszoon. Die ging zich vanaf dat moment Gerrit Janszoon van Voswijk noemen. Door de jaren heen heeft de molen vele eigenaren gehad. In 1676 was Cornelis Corneliszoon van Veen molenaar op de Monsterse molen. Zijn weduwe gebruikte de molen nog in 1695, maar omstreeks 1700 kwam Hendrik Holierhoek op de molen, in 1747 opgevolgd door Teunis van der Knijff. In de tweede helft van de achttiende eeuw was eerst Cornelis Kouwenhoven molenaar, gevolgd door Jeremias Kouwenhoven. Die droeg de molen in 1799 over aan Huybert Burgersdijk, een molenaarszoon uit 's-Gravenzande. Jaar in jaar uit betaalden de Monsterse molenaars intussen trouw 30 gulden voor het recht van de wind aan de rentmeester van de Nassause Domeinen in het Westland. Deze noteerde de ontvangst van het geld voor de Monsterse molen, naast vele andere betalingen wegens bezittingen van de Oranjes in het Westland, netjes in zijn kasboek. Daarin vinden we voor het jaar 1763 bijvoorbeeld:
Van Cornelis Kouwenhoven een somme van dertigh guldens over het recht van de wind van de coornmole tot Monster, die met consent in den jare 1578 tot commoditeijt van de gemeente aldaar is opgereght in plaatse van de geene die in den jare 1573 omgeworpen was.

Jan Brinkman

In oktober 1871 werd Jan Brinkman eigenaar. Hij was 37 jaar en molenaar uit Wassenaar. De molen heette toen overigens nog niet De Vier Winden maar Polanen of voluit: Polanen met den Winde tot Voswijck. Het was toen, net als in de eeuwen daarvoor, een wipmolen. Dat is een standerdmolen, waarvan het hele bovenstel op de wind kan draaien. Het is vrijwel zeker dat Brinkman, sinds hij molenaar werd in Monster, problemen heeft gehad met de tuinbouw die vanuit het dorp oprukte in de richting van zijn molen. Een groot deel van die tuinbouw bestond uit fruitboomgaarden met windsingels. De wipmolen was een zogenaamde grondzeiler, dus met de wieken laag bij de grond. Dit betekende dat de boomgaarden in de buurt van de molen in verband met het windrecht niet hoger mochten zijn dan vijf voet, ofwel 1,5 meter.

Verwoesting door brand

Zaterdag 25 maart 1882 brandde de grotendeels houten molen Polanen tot de grond toe af. De oorzaak is onbekend. Vijf weken later begon Brinkman met de bouw van een nieuwe, stenen stellingmolen. De nieuwe molen, die er heden ten dage nog steeds staat, kreeg wieken van acht meter, was zestien meter hoog en had een omloop die zich zes meter boven de begane grond bevond. De tuinbouw kon nu uitbreiden, maar de bomen mochten niet hoger dan zes meter zijn. Dat gold ook voor huizen en schuren. En wellicht omdat de molen nu veel meer wind ving, werd ook de naam veranderd in De Vier Winden.

Het ging molenaar Jan Brinkman voor de wind, ondanks de landbouwcrisis aan het eind van de negentiende eeuw. Dat bleek ook wel toen zijn enige dochter Maria in 1905 trouwde met Manus 't Hoen. Haar moeders erfdeel dat zij toen meebracht, beliep volgens overlevering f. 14.000,--, een voor die tijd enorm bedrag.

Op 13 juli 1911 zakte Brinkman door de omloop van de molen en viel zes meter lager op de straatstenen. De volgende dag overleed hij, 77 jaar oud, na bijna 40 jaar molenaar op De Vier Winden te zijn geweest. Zijn opvolger werd zijn schoonzoon Manus 't Hoen. Nog in hetzelfde jaar 1911 schafte Manus een oliemotor aan om ook zonder wind te kunnen malen. Financieel ging het ook de nieuwe molenaar zeer goed, hij behoorde tot de hoogst aangeslagenen van het dorp.

Bovenstaande afbeelding op een ansichtkaart is aan het begin van de twintigste eeuw gemaakt vanuit de Molenstraat in de richting van de Haagweg. Zowel de linkerkant als de rechterkant van dit deel van de Molenstraat zijn nog onbebouwd. In de jaren twintig is aan de linkerkant de Molenwijk verrezen en ook aan de rechterkant is in die tijd een rij huizen gebouwd. Deze rij huizen is inmiddels afgebroken en het vrijgekomen terrein is bij de algemene begraafplaats getrokken. Links voorbij de molen, waar nu een vijver is, staat het huis van Manus 't Hoen. Rechts is het, ook al lang geleden afgebroken, huis te zien van veldwachter De Rijke. Op die plaats heeft huisarts Van der Endt jarenlang zijn praktijk gehad.

Plan voor (gedeeltelijke) afbraak

Omstreeks 1925 stuurde de molenaar een brief naar de gemeente, waarin stond dat hij de molen geheel of gedeeltelijk wilde afbreken. De gemeente nam contact op met de Vereniging tot behoud van de molens in Nederland. De Vereniging, de gemeente en eigenlijk ook Manus 't Hoen vonden allen dat de monumentale korenmolen moest blijven staan. Maar de vraag was: wie betaalt het onderhoud? Jaren gingen voorbij en er werd veel over vergaderd. De molen draaide inmiddels steeds minder. Toen vatte de gemeente het plan op om huizen gaan bouwen, de tegenwoordige Molenwijk. Prompt beriep de molenaar zich op het windrecht. Manus eiste een reductie op elektra. Die vlieger ging echter niet op, want de nieuwe huizen bleven onder de zes meter en vielen dus buiten het windrecht.

In 1935 kwam de molen ongewild in bezit van de gebroeders Langeveld. De molen werd toen wegens faillissement van Manus 't Hoen publiek geveild. Door mee te bieden dachten zij het zogenaamde trekgeld in de wacht te kunnen slepen. Het was niet hun bedoeling de molen ook daadwerkelijk te kopen. Omdat er geen hogere bieders voor de molen waren, bleven zij er echter voor een bedrag van f. 8.000,- aan 'hangen'.
In 1957 nam de gemeente de molen over. Na meerdere restauraties is de molen nu bijna elke zaterdag weer in bedrijf. Vanaf 1983 wordt hij bemalen door leden van het Gilde van Vrijwillige Molenaars. Ondanks alle bebouwing draait en maalt de molen De Vier Winden nog prima.

Literatuur:Koos van Leeuwen, De Monsterse korenmolen door de eeuwen heen (2007).
Website: www.devierwindenmonster.nl

Auteurs: Leo van den Ende en Nico 't Hoen, Historische Vereniging Monster -Ter Heijde

Schuif voor volledig dag- of nachtbeeld.