Archief

Jan Voois, een vergeten Heijdse redder

Nederland kent diverse redders die zowel nationaal als internationaal in de belangstelling hebben gestaan. In deze aflevering echter aandacht voor 'Heijer' Jan Voois die de Hoekenezen ging helpen.

De bekendste van ons land is misschien wel Dorus Rijkers, eertijds de meest gedecoreerde redder van Nederland. Zeker is dat hij 486 mensen het leven heeft gered. Zijn begrafenis in 1928 was een nationale gebeurtenis met een rondrit door Den Helder, erewacht en een stoet notabelen, onder wie commandanten van land- en zeemacht.

Ook de inwoners van Ter Heijde hebben gedurende vele eeuwen een traditie opgebouwd van het redden van drenkelingen uit de soms zo wrede Noordzee. De bekendste redder was Arie Tuk. In het prachtige boek: Redders Beloond, geschreven door Hans van der Neut, lezen wij over Arie dat hij uit een echte reddersfamilie afkomstig was en dat hij werkzaam was op het reddingsstation Ter Heijde. Meer dan 50 jaar heeft hij, meestal als bootsman, gevaren. Op 78-jarige leeftijd moest hij noodgedwongen stoppen met zijn werkzaamheden.

Verschillende onderscheidingen, waaronder de Eremedaille in de Orde van Oranje-Nassau in zilver, mocht hij, als schipper reddingboot Ter Heijde, in ontvangst nemen. Uit dankbaarheid voor zijn bijzondere verdiensten is in Ter Heijde een straat naar deze moedige man vernoemd.

Niet zo bekend is dat ook een andere 'Heijer' zich verdienstelijk heeft gemaakt als redder. Johannes Voois (zie afbeelding hieronder), geboren op 5 december 1889, meldde zich omstreeks 1929 bij de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen (het predicaat Koninklijk werd pas in 1949 verleend) in Hoek van Holland. Zijn inmiddels 86-jarige zoon Wim vertelde dat dat kwam doordat de volledige bemanning van de reddingboot ‘Prins der Nederlanden’, gestationeerd in Hoek van Holland, in januari 1929 jammerlijk verdronk.

Acht redders uit Hoek van Holland verloren hun leven. Voor getrouwde mannen met kinderen was de animo om zich te melden als bemanningslid door de catastrofale gebeurtenissen in Hoek van Holland, heel begrijpelijk, voor een deel verdwenen. Het verlies van man, vader en kostwinner was zeer ingrijpend, mede door het vrijwel ontbreken van financiële ondersteuning. Het was bekend dat vele oud-redders in kommervolle omstandigheden verkeerden.
In de loop der jaren kwam daar gelukkig verbetering in.

Als gevolg van de wat slinkende bereidheid om als redder in dienst te treden, werd door de ZHMRS naar de mannen van Ter Heijde gekeken om te bezien of er in het oude vissersdorp bereidheid was om de ontstane gaten op te vullen. Men wist dat de Heijers van nature vertrouwd waren met de luimen van de zee en beslist niet voor een kleintje vervaard waren.
Voor zover bekend gaven drie mannen uit Ter Heijde gehoor aan de oproep om als matroos-opstapper deel uit te maken van de bemanning van de dubbelschroef-motorreddingboot ‘President Jan Lels’, onder wie Martinus van den Berg en Jan Voois.

Maarten Voois

Vermeldenswaard is, dat Jan Voois het reddersbloed niet van een vreemde had. Ook zijn vader, Maarten Voois, geboren op 18 juli 1863 en overleden op 22 april 1938, werd onderscheiden. Hij mocht op hoge leeftijd in 1933, voor 26 jaren redder, de zogenaamde 'Grote zilveren medaille met gesp' met bijbehorende oorkonde in ontvangst nemen.

Jan gaf gehoor aan de oproep van de ZHMRS om als matroos-opstapper, deel uit te maken van 'Reddingsstation Hoek van Holland'. Het zou voor Jan het begin worden van niet alleen een avontuurlijk maar ook een gevaarlijk leven. “Tijdens de oorlogsjaren”, zo vertelde zoon Wim, “was mijn vader als wachter gestationeerd in Hoek van Holland. Dit gaf hem de gelegenheid om de namen van in- en uitgaande schepen te noteren. Vervolgens werden deze voor Engeland belangrijke gegevens door hem doorgeven aan gemeenteambtenaar en verzetsman Piet van der Laarse in Monster. Van der Laarse zorgde ervoor dat deze berichten in Engeland terechtkwamen.”

Jan realiseerde zich dat zijn verzetswerk uiterst gevaarlijk was en sprak er met niemand over. Het was dan ook een complete verrassing voor zijn vrouw en kinderen toen zij uit de mond van Van der Laarse, jaren na de bevrijding, vernamen welk gevaarlijk werk hun vader gedurende vele bezettingsjaren verrichtte.

Jan mocht meerdere malen in zijn leven een onderscheiding ontvangen. Bij Koninklijk Besluit van 24 Oktober 1949, nr. 3, werd hem ‘als blijk van goedkeuring en tevredenheid’ de Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon, met bijbehorend loffelijk getuigschrift wegens het met gevaar voor eigen leven verrichten van verscheidene reddingen’ in brons uitgereikt (zie afbeelding links).

Hij was daarnaast niet alleen drager van het Mobilisatie-Oorlogskruis (zie afbeelding rechts), maar ook van het Draagteken van de Nederlandsche Vereeniging ‘De Reddingmedaille’. De grote zilveren medaille, die ook zijn vader Maarten had mogen ontvangen, werd hem toegekend op 14 februari 1942. Op de bijhorende oorkonde staat onderstaande tekst vermeld:
'Toegekend aan J. Voois, matroos van hare motorreddingboot ‘President Jan Lels’ te Hoek van Holland, als blijk van waardering voor zijn aandeel in de stoutmoedige redding bij uiterst slecht weer in den namiddag van 20 October 1941 van achttien opvarenden van het op de Maasvlakte gestrande en in tweeën gebroken Duitsche stoomschip Herta Engeline Fritzen.'

De oudere inwoners van Ter Heijde herinneren zich Jan heel goed. Na zijn pensionering droeg hij, goed zichtbaar voor iedereen, trots al zijn welverdiende medailles en op zijn hoofd zijn onafscheidelijke zeemanspetje. Het is niet bekend hoeveel mensenlevens Jan Voois heeft gered. Maar het moeten er tientallen zijn geweest.

Op 19 juli 1965 overleed Jan Voois. Hij ligt tezamen met zijn vrouw Dirkje begraven op het kerkhof van Ter Heijde. Hun grafsteen is aan het verweren, tekst en cijfers zijn moeilijk te lezen. Linksboven op de grafsteen is een fotootje van hem aangebracht. Net zichtbaar zijn de medailles die deze dappere man gedurende een groot deel van zijn leven droeg.

Auteur: Peter de Zeeuw, Historische Vereniging Monster–Ter Heijde

Bronnen:
Hans van der Neut, Redders Beloond, uitgave Studiekring Ridderorden en Onderscheidingen (2020);

C.P.Mulder, Een bewijs van goedkeuring en tevredenheid, uitgave Centraal Bureau voor Genealogie;

Nederlandse Staatscourant (1950) 7 juli, blz. 2.