Streekhistorie: De C.A.V. Maasland
De Coöperatie Aankoop Vereeniging voor de Land- en Tuinbouw te Maasland en Omstreken: van dorpsvereniging naar internationale organisatie.
Het is 1930 als een dorpsonderwijzer het initiatief neemt om in Maasland een agrarische belangenorganisatie op te richten. Boeren en tuinders steken de koppen bij elkaar om sterker te staan tegenover de handelandelaren. Van alle besprekingen en vergaderingen uit die begintijd zijn verslagen bewaard gebleven. Nalezing daarvan geeft een beeld hoe Maaslanders met bekende namen, de organisatie ter hand namen en de eerste stappen zetten in de gezamenlijke aankoop van hun benodigdheden. De vereniging bloeide en groeide en kreeg vaste voet in het dorp. In de jaren zestig nam de schaalvergroting in de landbouw een grote vlucht en volgden meerdere fusies. De C.A.V. Maasland ging stapsgewijs op in een landelijk en internationaal opererende coöperatie. Een verhaal over een klein begin met grote gevolgen.
Historie coöperatiewezen
Eind negentiende eeuw hadden veel landbouwbedrijven het moeilijk. Er heerste een landbouwcrisis, de productie was nog kleinschalig en de afzet op de lokale markt verliep moeizaam. Het ontbrak aan banken die voor financiering en verzekering zorgden. Boeren en tuinders waren overgeleverd aan de gevestigde handel. Die was in vele opzichten dominant, zowel voor de toelevering aan landbouwbedrijven als voor de afzet.
In 1876 werd de Coöperatiewet van kracht. Deze wet regelde de coöperatieve vereniging als rechtspersoon met statuten, een bestuur en een maatschappelijk doel. De leden van de vereniging droegen een bepaalde aansprakelijkheid voor de vereniging, al dan niet met inbreng van eigen kapitaal. Dankzij de Coöperatiewet konden boeren en tuinders lokaal een belangenbehartigende vereniging oprichten.
Dit was de start voor veel lokale en regionale initiatieven. Er ontstonden coöperatieve verenigingen voor gezamenlijke inkoop, voor de verwerking van landbouwproducten, voor financiering en verzekering en voor de afzet via veilingen. Zo kreeg elk dorp en regio wel een agrarisch samenwerkingsverband, vaak met sprekende namen als 'Welbegrepen Eigenbelang', 'De Eendracht' en 'Samen sterk'. Deze verenigingen droegen sterk bij aan de emancipatie en de positie van boeren en tuinders in Nederland.
Oprichting Coöperatie Aankoop Vereeniging Maasland (C.A.V. Maasland)
De golf van agrarische samenwerking ging niet aan het dorp voorbij. Zo is in Maasland in 1906 de 'Coöperatieve Groenteveiling' van start gegaan. En in 1930 was het de beurt aan de oprichting van een echte aankoopvereniging. Het is interessant om het begin daarvan in beeld te brengen. Het laat zien hoe honderd jaar geleden een belangenorganisatie tot stand kwam en wie daarin een rol speelden.
Het was in het najaar van 1929, toen op initiatief van de heer L. Post, hoofd van de lagere school in Maasland, verkennende gesprekken werden gevoerd. Bijzonder, dat de aanzet van een hoofdonderwijzer en niet van een boer of tuinder kwam. De eerste gesprekken verliepen positief, zodat op 27 januari 1930 kon worden besloten tot de oprichting van de coöperatieve vereniging. Dat gebeurde in De Pynas. De leden stelden direct een bestuur samen. Na meerdere stemmingen kwam het volgende uit de bus: P.C. van Woerden voorzitter, C.C. Oosterlee algemeen adjunct, Jac. Noordam secretaris-penningmeester en A. van Adrichem en Th. Buitelaar gewone bestuursleden.
De samenstelling van het bestuur weerspiegelde de verdeling van gezindten in het dorp: twee personen komen van gereformeerde huize, twee hervormd en een katholiek. Er werd ook, keurig volgens de wettelijke regels, een Raad van Toezicht gekozen. Die bestond uit drie leden: J.P. Chardon voorzitter, L. Post secretaris en J. v.d. Wel. De officiële naam luidt 'Coöperatieve Aankoop Vereniging voor Land en Tuinbouw te Maasland en Omstreken', kortweg C.A.V. Maasland. Alle benoemingen worden doorgegeven aan het landelijke 'Centrale Bureau', de koepelorganisatie van de landbouwcorporaties.
Het eerste jaar
We volgen de verrichtingen van de jonge vereniging in haar eerste jaar. De vergaderverslagen geven een beeld van de beraadslagingen, de besluiten en het wel en wee van het bestuur en de vereniging. We komen de namen van bekende Maaslanders uit die tijd tegen. De formele oprichting vindt begin 1930 plaats.
Op vrijdag 18 april 1930 kwamen het nieuwe bestuur en de Raad van Toezicht bijeen in het Tavenu. De notarissen Valette, Petit dit de Laroche en Van Dorp zaten de vergadering bij. Na voorlezing van de statuten volgt de ondertekening door allen, zodat 'de Maaslandse Coöperatie thans tot de bestaande behoort'.
Na het vertrek van de notarissen komt de huisvesting aan de orde. Een opslagruimte bij Veiling Maasland blijkt niet mogelijk. Het veilingbestuur was niet bereid een gedeelte van een loods te verhuren. Vervolgens oppert secretaris Noordam dat nabij de tramlijn (die in 1912 was aangelegd) mogelijk een hoekje grond te huur is, waar een loods zou kunnen worden gebouwd. Deze grond was van Waterstaat en het gebruik moest worden aangevraagd bij het ministerie.
Er werden voortvarend enkele zaken in gang gezet. Het bestuur vroeg bij de Boaz-bank en de Coöperatieve Boerenleenbank elk een krediet aan van 5.000 gulden. De voorzitter zou intussen bij het bestuur van de Maaslandse veiling verzoeken om een gedeelte van een loods te huren voor de duur van twee à drie maanden. En secretaris Noordam zou naar het Centraal Bureau, de landelijke koepelorganisatie van corporaties, gaan om het lidmaatschap van de nieuwe vereniging te ondertekenen.
Het bestuur pakte gelijk ook praktische zaken op. De voorzitter en algemeen adjunct Oosterlee gingen in onderhandeling met de heer Roels van de graanmolen over het malen, het bewaren en het rondbrengen van graan. Lid van de Raad van Toezicht Van der Wel sprak voor hetzelfde doel met de heer De Willige van de molen in Schipluiden. Zo werd de concurrentie georganiseerd.
Op donderdag 1 mei 1930 komt het bestuur weer bijeen. Van het Centraal Bureau is bericht ontvangen over de erkenning van het lidmaatschap. Het bestuur verleende procuratie als zaakvoerder aan Jac. Noordam Azn.
De eerste aankopen
Molenaar Roels had inmiddels de volgende opgave gedaan betreffende het oprijden, bewaren, malen en thuisbrengen van het graan: voertarwe 50 cent per 75 kg; bonen 55 cent per 80 kg; tarwe 80 cent per 80 kg; erwten 55 cent per 80 kg en lijnkoeken 70 cent per 100. Voor het bewaren en thuisbrengen wil hij het gewone vrachtrijdersloon ontvangen. Ook is hij bereid om zakken te bezorgen tegen een vergoeding van 10 cent per zak.
Het bestuur nam zich ook voor turfstrooisel aan te kopen. De voorzitter zou spreken met de heer M. van Buuren, 'handelaar te dezer plaatse in dit artikel', of een agentschap mogelijk zou zijn. Verder werd uitvoerig gesproken over het aankopen van kunstmest voor het najaar. Secretaris Noordam zou trachten zoveel mogelijk het juiste kwantum te bestellen en daarvoor verschillende leden persoonlijk te bezoeken. Tot slot besluit het bestuur om, alvorens te beginnen met aan te kopen, een ledenvergadering bijeen te roepen. Het wil eerst de gedachten van hen vernemen.
Op 23 juli 1930 kwamen de bankzaken in het bestuur aan de orde. De Boazbank had in een brief gemeld, dat één bestuurslid nog in gebreke was gebleven om als borg te tekenen. De Boerenleenbank had bericht dat het aangevraagde krediet was geweigerd. Dit zonder opgave van redenen. Na een breedvoerige bespreking wordt besloten opnieuw een krediet aan te vragen. Met nadruk zou op het belang van alle land- en tuinbouwers worden gewezen. Dat heeft geholpen. Het krediet werd onder een aantal voorwaarden verleend voor de duur van één jaar. Het bestuur van de Boerenleenbank wenst, eventueel met een deskundige, inzage in de boeken wanneer het dit nodig acht. Daar wordt mee ingestemd.
Eigen huisvesting
Ook de plannen voor een eigen loods verlopen voorspoedig. Het Ministerie van Waterstaat verleende vergunning tot de bouw nabij de trambrug langs de Rijksstraatweg (nu de Maassluiseweg, ter hoogte van Boekesteijn). De huur van het stukje grond bedroeg 16,60 gulden per jaar. De volgende stap was de heer J.G. de Baan te verzoeken een tekening van de loods te maken. Op 15 september is de heer De Baan aanwezig met de tekening. De lengte van de loods is 15 meter en de breedte 5,50 meter. Aan de vlietzijde komen twee schuifdeuren en drie raampjes. De begroting van De Baan komt op 1.700 gulden. Na enige bespreking wordt besloten de loods volgens deze tekening aan te besteden. Er wordt een uitnodiging verzonden aan de Maaslandse aannemers en enkele in Schipluiden, De Lier en Maassluis. De loods wordt uiteindelijk gebouwd door de laagste inschrijver, J.C. Groenewegen uit Maasland, voor een bedrag van 1.596 gulden.
Inmiddels gaan de onderhandelingen met leveranciers door. Voorzitter Van Woerden heeft contact gehad met M. van Buuren. 'Deze had op voordelige wijze voorraad turfstrooisel in koop.' In verband hiermee achtte Van Woerden 'de tijd thans niet gunstig om te trachten met hem in onderhandeling te komen'. Hierop wordt besloten deze zaak voorlopig te laten rusten. De Gebr. Ouweleen hebben verzocht of de C.A.V. bereid is een agentschap voor lijnkoeken van hen te aanvaarden. De voorwaarden zijn: de koek zal door hen bij de klanten franco thuis worden geleverd, ongeveer een maand krediet, zo nodig iets langer, vrij fust en 1 gulden per 100 kg winst. Er wordt besloten dit voorstel te aanvaarden.
Van het Centraal Bureau is een schrijven binnengekomen, waarin wordt gevraagd om geen Russische granen te kopen. Rond 1930 exporteerde Rusland grote hoeveelheden Oekraïens graan om buitenlandse valuta te verkrijgen. Intussen heerste er onder de bevolking daar een grote hongersnood. Dat zal de reden van de oproep zijn geweest.
Dinsdag 9 december 1930 komt het bestuur in De Pynas bijeen voor de bespreking van de inkoopactiviteiten. Er zijn geruchten dat Ouweleen lijnkoeken onder de gestelde prijs verkoopt. Voorts komt de inschrijving voor het vervoeren van kunstmest en granen aan de orde. De laagste inschrijver blijkt schipper Gebr. Mostert. Op de vraag hoe hoog het krediet van de tuinders mag oplopen, wordt geoordeeld 300 gulden, zo nodig erboven. Aan het eind van het jaar telt de C.A.V. Maasland in totaal 14 leden.
Op 27 januari 1931 bespreekt het bestuur een delicaat onderwerp: de kredietwaardigheid van enkele leden. Het verslag vermeldt niet de uitkomst van dit beraad. Secretaris-penningmeester Noordam leest de balans voor, welke een nettowinst van 62I,78 gulden aangeeft. Hier zijn ook alle oprichtingskosten van af. Alle bestuursleden nemen hier met voldoening kennis van.
Balans na een jaar
Donderdag 9 april 1931 is er een bestuursvergadering in het Tavenu. Er doet zich een bestuurlijke kwestie voor. L. Post, lid van de Raad van Toezicht, vraagt om de bestuursvergaderingen te mogen bijwonen, zodat hij beter toezicht op het handelen van het bestuur kan houden. De vraag wordt uitvoerig besproken. De uitkomst: 'Alle leden van het Bestuur zijn van mening dat het Bestuur en de RvT twee verschillende colleges zijn, die beide een afzonderlijke taak hebben te vervullen en die ook beide zelfstandig een eigen mening dienen te vormen.' Een bestuurlijk zuivere benadering!
Er worden een jaar na de oprichting meer personele zaken besproken. Zo staat in de notulen: 'De heer Jac. Noordam Azn. blijkt 'de juiste man op de juiste plaats' te zijn.' Voorts wordt geconstateerd dat 'de land- en tuinbouwbedrijven verlies lijden, terwijl de handel floreert ten koste van de producent en de consument. De C.A.V. wordt door de handel niet gehaat, maar wel veracht...' De verhoudingen waren afgelopen jaar echt veranderd..., ten gunste van de georganiseerde landbouwers.
Groei
In de jaren dertig groeide de vereniging gestaag en dat zette zich naar de oorlog voort. In 1947 wordt de eerste vrachtauto - een Ford Chasne - gekocht voor de prijs van 3.900 gulden. De carrosserie wordt opgebouwd door J. van Tricht en P. van Beurden. C. Poot wordt als chauffeur aangesteld. In 1948 wordt via de Dorpsvereniging een tractor aangeschaft en voor secretaris Noordam een schrijfbureau. In 1955 is het groot feest: de vereniging bestaat 25 jaar en daar wordt uitgebreid aandacht aan besteed.
De vereniging start in die jaren ook met de winkelverkoop. Er wordt een pand aan de Herenstraat (nr. 43) gehuurd van J. Moerman Pzn. De eerste verkoper is J. Stans. De groei van de C.A.V., zowel van de inkoop als van de winkel, vereiste een ruimere behuizing. Er wordt een nieuwe vestigingsplaats gevonden aan de Langetaam. Op 20 juni 1967 vindt de opening van het nieuwe gebouw aan de Langetaam plaats. Een flinke aanwinst voor het dorp. De winkel, het magazijn, het kantoor en het buitenterrein zijn nu bij elkaar gesitueerd, waardoor de dienstverlening aanzienlijk verbetert.
Schaalvergroting en fusies
In de jaren zestig vindt ook in de landbouwsector schaalvergroting en verdergaande automatisering plaats. De koepelorganisatie Cebeco, de opvolger van het Centraal Bureau, adviseert de landbouwcoöperaties om te fuseren tot grotere regionale eenheden. Zo werd er in 1968 als gesproken over mogelijke samenwerking met C.A.V.'s in de omgeving.
Na de proefperiode en een bedrijfseconomische analyse fuseren zij in 1970 tot de nieuwe Coöperatieve Land- en Tuinbouw Vereniging Westerlee-Maasland.
Er volgen in hoog tempo meer fusies. In 1973 wordt C.L.T.V. Maasmond gevormd en in 1991, na een fusie met C.T. Westland (inclusief Comtu), Coöperatie Maasmond-Westland. Het werkgebied beslaat dan bijna het gehele westelijk deel van Zuid-Holland. De schaalvergroting in de glastuinbouw gaat voort en de sector verspreidt zich over heel Nederland. De handelsrelaties met het buitenland groeien. De coöperatie kan niet achterblijven en op 1 januari 2005 ontstaat door een grote fusie Coöperatie Horticoop u.a., met een landelijk net van steunpunten en meerdere vestigingen in het buitenland.
De stand nu
Anno 2021 spreken we, na nog een fusie in 2009, van het Coöperatief Koninklijk Tuinbouwcentrum Horticoop u.a. (CKTH). De hoofdvestiging bevindt zich in Bleiswijk. CKTH heeft nu circa 400 leden met een professioneel tuinbouwbedrijf. Het bestuur bestaat uit zes leden en legt verantwoording af aan de ledenraad. Een raad van commissarissen houdt toezicht. De coöperatie telt ongeveerr 350 medewerkers. De jaaromzet bedraagt omstreeks 140 miljoen euro.
Na bijna honderd jaar blijkt de opzet van de coöperatie nog steeds hetzelfde: een vereniging van landbouwers die hun zakelijke belangen goed hebben georganiseerd. De leden hebben nog steeds invloed op het beleid en formeel het laatste woord. Net zoals het begon in 1930 in De Pynas aan de 's-Herenstraat. Inmiddels is die kleine Maaslandse loot opgegaan in een machtige, internationaal opererende organisatie. Meegegaan in de vaart der volkeren!
Auteur: Peter van der Drift, Historische Vereniging Maasland.