Archief
collectie Westlands Museum

Streekhistorie: De korenmolen van Naaldwijk

Het weekend van 9 en 10 mei was het nationale molendag, en 27 juni zou de Westlandse molendag plaatsvinden. Dat alles gaat helaas niet door.

De molens verdienen de aandacht, want er zijn er nog maar een paar over. In vroeger tijden hadden vrijwel alle dorpen een of meerdere molens in bedrijf. Ook de Naaldwijkse ‘skyline’ werd, behalve door de huidige Oude Kerk, door een windkorenmolen bepaald. Van verre kon men door de toenmalige laagbouw en kleine dorpsomvang de molen uit het landschap zien verrijzen. Al die eeuwen stond hij op dezelfde plaats: iets ten noorden van de kruising Havenstraat – Molenstraat – Dijkweg, op een lichte verhoging, ter hoogte van de huidige ‘Rookwinckel’.

De Naaldwijkse korenmolen, getekend in het jaar 1729 collectie HAW

De korenmolen was er reeds in 1230. De toenmalige eigenaar Floris van der Woerd verpachtte de molen. De pachter betaalde hem het zogenoemde windrecht als pacht. Hierbij ging het doorgaans om een geldbedrag. Dit was echter niet altijd het geval. In 1561 droeg de molenpachter behalve een som geld, twaalf kapoenen (gecastreerde hanen) en honderd eieren af aan de leenheer van de molen, Jan van Ligne.

Foto naar een prent van J. de Rooij 1842 . Op de foto Molen De Ster, de rooms-katholieke St. Adrianuskerk en de Nederlands-hervormde kerk in Naaldwijk. collectie HAW

De historie van de molen ging niet over rozen. In 1350 werd hij verwoest tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Binnen een jaar volgde herbouw. Op dezelfde plaats verrees een open standerdmolen. In 1573 was het weer raak. Het Geuzengeweld kostte de molen zijn ‘kop’. Het herstel van de molen volgde spoedig in opdracht van leenvrouwe Gravin van Aremberg aan haar rentmeester Willem van Hooff.


Van 1583 tot 1659 waren de Oranjes leenheer van de molen. Ze gaven de opdracht tot het bouwen van een grotere, hechtere molen met een hogere productie. In 1638 werd dit gerealiseerd. De standerdmolen werd afgebroken. Eventueel afkomend goed hout werd opnieuw gebruikt. De nieuwe molen, de vierde, had een stenen, vierkante onderbouw met een omloopstelling van ± vijf meter hoog en een zeskantige houten opbouw als bovenbouw, afgedekt met riet. De kap was ook afgedekt met riet en was draaibaar. De vlucht van de wieken was ongeveer 24 meter.

In 1658 werd de molen te koop aangeboden voor 6500 gulden. In de honderd jaren die volgden wisselde hij zevenmaal van eigenaar. Daarbij bleef de molen in waarde stijgen. Rond 1750 werd het zeskantige houten bovengedeelte vervangen door een ronde stenen romp.

1904. Havenstraat in Naaldwijk met op de achtergrond molen De Ster. Links op de achtergrond de bouw van verenigingsgebouw Hulp en Voorzorg. collectie HAW

Mechanisatie – teruggang
Tientallen molenaars hebben in de loop der eeuwen hun ambacht op de molen uitgeoefend. De molenaar genoot veel aanzien. De Naaldwijkers waren immers voor voedsel deels van hem afhankelijk. Heel vroeger werd het koren door de boeren en burgers ter maling aangeboden op de molen. In later tijden vervulde de molenaar de rol van transporteur, leverancier en koopman. Het transport geschiedde per paard en molenwagen.


De molen had tot ongeveer 1840 geen naam. De ‘vlasser’ Stokdijk kocht in dat jaar de molen voor 18.000 gulden en schilderde ‘De Ster’ in gouden letters op de molenbaard. 
De molenaar verhoogde de productie door gebruik te maken van meerdere maalstenen (koppels). In de laatste decennia van het bestaan van de molen had hij drie koppels tot zijn beschikking. Bovendien werd hij bijgestaan door drie of vier knechten. In 1900 werd een locomobiel opgesteld in de molen. Een locomobiel (= mobiele stoommachine) dreef een koppel stenen aan. De molenaar was voortaan minder afhankelijk van de wind. Vijftien jaar later werd de locomobiel vervangen door een zuiggasmotor van 20 pk.

1913. Korenmolen De Ster aan de Molenstraat in Naaldwijk gezien vanaf de toren van de rooms-katholieke St. Adrianuskerk. Op de achtergrond landbouw grond, platglas. collectie HAW

Ondanks alle vernieuwingen ging het molenbedrijf in het begin van de twintigste eeuw verbleken. De economische malaise die de Eerste Wereldoorlog met zich meebracht had zijn weerslag op het molenbedrijf. Bovendien ondervond de molen concurrentie van grote fabrieken en maalderijen die voordeliger konden produceren. De molen raakte in verval. Geld voor reparaties was er niet.

De eeuwenoude molen kende een triest einde. In 1921 werd ‘de Ster’ met drie woningen te koop aangeboden in het vakblad ‘De Molenaar’. Een openbare veiling van de Naaldwijkse stoom- en windkorenmolen volgde. De huizen en de molen brachten 15.000 gulden op. De molen verdween kort daarop door sloop. Het betekende een roemloos einde van een fraai monument uit ons dorp. Het enige gebouw dat ons vandaag de dag herinnert aan de trotse molen van weleer is het oude molenaarshuis dat dateert uit 1788. Het bevindt zich op de hoek van de Dijkweg en de Kleine Woerdlaan. En verder is de straatnaam ‘Molenstraat’ natuurlijk een blijvende herinnering aan 700 jaar korenmolen-geschiedenis.

Korenmolen De Ster aan de Dijkweg in Naaldwijk gezien vanuit de Havenstraat met links op de hoek een elektriciteitsmast. Foto genomen tussen 1916 en 1921. Voor het molenaarshuis een platgeschoren lindeboom als zonwering. De molenaar Bruin Roels staat voor het huis evenals zijn dochtertjes met witte schortjes voor. Op de hoek het pand van drukkerij Van Bergen. collectie HAW

Auteur: Gustaaf van Gaalen van de Historische Vereniging Naaldwijk-Honselersdijk, gebaseerd op eerder artikel van A.M. van Dop.