Archief
Nationaal Archief/CCO

Streekhistorie: De Burgerwacht van 1918 tot 1940

In Rusland brak in oktober 1917 de revolutie uit en werd op 17 juli 1918 de Tsaar met zijn familie vermoord. In diverse steden, ontstonden nu revoluties, waaronder ook communistische.

Ook in steden als Parijs en Rome waren rellen. Ook in Duitsland heerste chaos en anarchie. Dit resulteerde in de November revolutie waarbij de Duitse Keizer werd afgezet en de republiek werd uitgeroepen. Op 10 november 1918 vluchtte de Duitse Keizer Wilhelm naar Nederland waar hij de rest van zijn leven in ballingschap op huize Doorn zou doorbrengen.

Nadat op 11 november 1918 bij de Franse stad Compiègne tussen de oorlogvoerende landen de wapenstilstand was gesloten kwam de Eerste Wereldoorlog tot een einde. Hierna brak er in Europa een tijd aan van anarchie en revoluties. In de landen van centraal Europa, zoals Hongarije en Bulgarije kwam het socialisme/communisme opzetten en ontstonden, na het uiteenvallen van het Oostenrijks/Hongaarse keizerrijk, revoluties waarbij koningen werden afgezet en republieken werden uitgeroepen.

Ook in Nederland waren er stromingen die de revolutie voorstonden. Onder andere binnen de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (S.D.A.P.). Op 25 en 26 oktober 1918 braken er in de legerplaats Harskamp, door de slechte sociale omstandigheden, soldaten relletjes uit. Hierbij raakte het kantinegebouw en enkele barakken in brand en werd er geschoten. Er vielen echter geen slachtoffers.

Pieter Jelles Troelstra, voorman SDAP Nationaal Archief/CCO

De socialistische voorman Pieter Jelles Troelstra dacht dat de tijd rijp was om ook in Nederland tot een socialistische revolutie te komen, te beginnen in Rotterdam. Troelstra was tegen de monarchie en riep de Nederlandse bevolking op tot een socialistische revolutie.

Op 9 november 1918 was er een gesprek tussen de burgemeester van Rotterdam, Zimmerman en de leiders van de arbeidersvakbond, NVV. Doel van dit gesprek was een verzoek van burgemeester Zimmerman om de revolutie zo rustig mogelijk te laten verlopen als het zover was. Omdat Rotterdam een arbeidersstad was met een grote aanhang van de S.D.A.P. en het NVV meende de liberale burgemeester Zimmerman dat een eventuele revolutie in Rotterdam zou beginnen en niet kon worden gestopt. Mede uit dit gesprek putte Troelstra moed en hij riep op 11 november 1918 te Rotterdam de arbeidersklasse op om de macht te grijpen. Op 12 november 1912 sprak hij de 2e Kamer toe. De Nederlandse arbeiders waren echter niet zo revolutionair als Troelstra dacht en men greep de macht niet.

Naar aanleiding van deze woelingen en de angst voor een socialistische revolutie richtte men op vele plaatsen in ons land verengingen van Burgerwacht op.Als overkoepelend orgaan werd de “Nederlandsche Bond van Vrijwillige Burgerwachten” opgericht. De Minister van Binnenlandse Zaken stelde een Inspecteur der Burgerwachten aan Door het Ministerie van Oorlog werd er een Officier-toegevoegd aangesteld. Binnenlandse zaken regelde de financiën en het Ministerie van Oorlog de materiële zaken.

In Rotterdam bleek dat de sterkte en bewapening van de politie onvoldoende was om het rode gevaar te keren. Daarom werd op 14 november 1918 te Rotterdam de “Vereniging Burgerwacht te Rotterdam” opgericht. Ten behoeve van deze burgerwacht werden de notabelen en gezagsgetrouwe mannen uit de gemeente gerekruteerd. De burgerwacht bestond uit twee delen, de gewapende- en ongewapende burgerwacht.De politie werd nu snel versterkt met soldaten en leden van de pas opgerichte gewapende burgerwacht. De openbare gebouwen werden nu mede door de Burgerwacht bewaakt.

Aangezien in Rusland en Duitsland de opvarenden van leger en vloot betrokken waren bij de revoluties wantrouwde men in Nederland ook de loyaliteit van de onderofficieren en manschappen van leger en vloot.

Op 12 november 1918 liet de Commandant der Marine te Willemsoord de machines van de binnenliggende oorlogsschepen onklaar maken. Op 15 november 1918 werden overal de sluitstukken uit de kanons en de grendels uit de geweren genomen en samen met alle munitie opgeborgen onder bewaking van adelborsten der marine en militairen van de landmacht. De commandanten van de kustverdedigingsforten te IJmuiden en Hoek van Holland hadden opdracht gekregen om met hun kanons te schieten op Nederlandse oorlogsschepen welke de zeegaten naderden met een rode vlag in de top van de mast. Deze schepen moesten tot zinken worden gebracht. Zover is het gelukkig nooit gekomen, ook al was een groot deel van het lagere marinepersoneel links georiënteerd men was niet in voor revolutionaire avonturen.

Op 17 november 1918 kondigde Troelstra in het openbaar aan dat hij zich had vergist. Hiermee was de socialistische revolutie voor Nederland afgewend.

De Burgerwacht te Hoek van Holland
Te Hoek van Holland werd in januari 1915 door de heren C.F. Jas, A.D. v. Doorn, J. de Meester, ds. J. v. Haeringen en P.M. de Vetten (pastoor) een comité gevormd om bij mogelijk gevaar voor de ingezetenen, dat uit de tegenwoordige toestand door de aanwezigheid van het fort kan voortvloeien, zodanige maatregelen te nemen, dat het lijfsbehoud verzekerd is. In een aan de ingezetenen gericht schrijven worden zij uitgenodigd om zich alsdan allen naar één punt te begeven.

Het is de bedoeling om vanuit dat punt dan gezamenlijk een goed heenkomen te zoeken.Het comité werd ingesteld op uitnodiging van den burgemeester.

Ook in Hoek van Holland, gemeente Rotterdam besloot men om een burgerwacht op te richten. Het bestuur van het dorp was in handen van commissaris Jas. Hij was burgercommissaris van de gemeente Rotterdam en hoefde alleen verantwoording af te leggen aan burgemeester Zimmerman. Hij was, namens de hoofdcommissaris van politie, ook hoofd van de politie inHoek van Holland.

Archief St. Fort a/d Hoek v Holland

Op 7 februari 1919 werd voor de tijd van 29 jaar de "Vereniging Burgerwacht Hoek van Holland" opgericht. De vereniging had als doel: "Het steunen van het wettige gezag te Hoek van Holland in het bestrijden van revolutionaire aanrandingen en bedreigingen van de openbare of maatschappelijke orde en tegen gewelddadig verzet te verdedigen”.

De "Vereniging Burgerwacht Hoek van Holland" verder Burgerwacht genoemd zou daadwerkelijk op gaan treden als het wettige gezag hiertoe op zou roepen. Namens de burgemeester van Rotterdam was de commissaris Jas hiertoe bevoegd.

Het doel van de Burgerwacht diende te worden bereikt door; 1. tegen bedrijvers gewapend op te treden 2. burgerlijke diensten te verrichten.

Om deze taak uit te kunnen voeren hielden de leden der Burgerwacht regelmatig oefeningen in de wapenhandel .Ook namen zij deel aan de jaarlijkse gewestelijke schietwedstrijden voor burgerwacht.

Archief St. Fort a/d Hoek v Holland

Leden der Burgerwacht waren inwoners van Hoek van Holland. Zij moesten 21 jaar oud zijn en ten overstaan van het bestuur de volgende eed of belofte afgelegd hebben:

"Ik zweer (beloof) mijn plicht als lid der Burgerwacht getrouwelijk te zullen vervullen en in dienst de bevelen mijner meerderen in rang stipt te zullen opvolgen."

Van de aflegging van elke eed of belofte werd proces-verbaal opgemaakt en ondertekend door de voorzitter van de vereniging en het betrokken lid. Het proces-verbaal werd in het archief bewaard.

Organisatiestructuur van de Hoekse Burgerwacht
De organisatie van de verenigingen Burgerwacht was samengesteld uit; klassen, ploegen, vendels en afdelingen. De hiërarchische opbouw van laag tot hoog was als volgt:Burgerwacht 1e klasse, ploegcommandant, vendelcommandant, hopman, hoofdman, ondercommandant en commandant.

Het bestuur van de vereniging bestond uit minimaal vijf leden. De commandant of de hopman maakte deel uit van dat bestuur. De bestuursleden werden gekozen op de ledenvergadering van 1 mei 1919. Van 7 februari 1919 tot de ledenvergadering van 1 mei 1919 was er een voorlopig bestuur, waarvan de leden door de burgemeester waren aangewezen. Dit bestuur trad op 1 mei 1919 af. Ieder jaar op 1 mei trad één derde van het bestuur af. Zij waren herkiesbaar.

Het eerste bestuur van de Burgerwacht Hoek van Holland bestond uit:Jonkheer E.B.J. Elias, voorzitter, L.H. Linthorst, secretaris, M.B. Benard, commandantLeden; J. Dekker, P.A. v.Vliet, G. v.Staalduinen, W. Nales.

De taak van het bestuur bestond uit het zorgen voor de inwendige organisatie van de Burgerwacht. Zij bleef buiten het terrein van de bevelvoering.Het bevel over de Burgerwacht werd gevoerd door de commandant of, indien zij uit één vendel of minder bestond, een hopman.De commandant of hopman werd door de burgemeester benoemd. De overige bevelvoerders werden door de leden der betrokken onderdelen gekozen.Het dagelijks bestuur bestond uit voorzitter + secretaris eventueel ook een 2e voorzitter + 2e secretaris.

Er was een gewapende en een ongewapende Burgerwacht. Groepen der Burgerwacht werden geleid door een voorman of een vaandrig. Ieder lid van de Burgerwacht kreeg een oranje armband voorzien van een gemeentestempel. Deze band moest bij opkomst om de linkerarm worden gedragen. Later zouden de leden een uniform krijgen.

Het lid van de gewapende Burgerwacht kreeg een geweer, patronen, ledergoed, onderscheidingstekens en een bewijs van lidmaatschap. Wapenen en toebehoren werden aan leden meegegeven als zij een bewijs van hun instructeur konden overleggen dat zij goed met hun wapen konden omgaan. Verliet het lid de Burgerwacht dan moest hij de genoemde goederen inleveren. Door de politie Hoek van Holland werden de antecedenten van de adspirantleden onderzocht.

Leden der gewapende Burgerwacht waren verantwoordelijk voor de wapens en toebehoren welke zij onder zich hadden. Zij dienden bij inspectie door militaire autoriteiten alle medewerking te verlenen. Onderhoudsmiddelen werden door de vaandrigs of voormannen verstrekt. Inspecties vonden bij de leden thuis plaats. Over de wijze waarop en de tijden der inspecties voerde het bestuur overleg met de Garnizoenscommandant.

archief St. Fort a/d Hoek v Holland

Er werden regelmatig oefeningen gehouden. De leden van de Burgerwacht waren verplicht om deze oefeningen volgens het rooster te volgen. De oefeningen en lessen werden bijgewoond door minimaal één bestuurslid en de vaandrig of voorman van het betrokken onderdeel. Het bestuur moest met de Garnizoenscommandant overleggen over de beschikbare instructeurs, de aard en wijze van de instructie. Het bestuur mocht dit overleg ook door de commandant of hopman laten doen.

Ieder lid wat voldoende geoefend was kreeg een verklaring van de instructeur. Alleen zij die in het bezit waren van een dergelijke verklaring mochten schijfschieten met het geweer.Leden die bij herhaling afwezig waren op de bijeenkomsten en oefeningen konden door het bestuur uit de Burgerwacht worden gezet.
Indien een lid tijdens de nacht niet thuis was dan gaf hij zijn geweer en patronen aan zijn vaandrig of voorman. Indien een lid buiten Hoek van Holland ging wonen dan moest hij zijn wapen, patronen en toebehoren inleveren bij het bestuur.

Ingevolge een besluit van de burgemeester van Rotterdam d.d. 11 juli 1929 werd de commandant van de Burgerwacht te Hoek van Holland benoemd tot onbezoldigd gemeenteveldwachter.

archief St. Fort a/d Hoek v Holland

Per 1 april 1935 had J.J. Logger, commandant van de Hoekse Burgerwacht de eenheid ingedeeld in twee secties, welke elk weer waren verdeeld in twee groepen met een totale sterkte van 49 geweren. De overige leden werden ingedeeld in de reserve.Sectiecommandanten waren: J. Dekker en W. Caron. Groepscommandanten waren: L. v.d.Plasse, A. de Bruyn, J. Langelaan en A. v.d.Wilde.

De opkomst van de Burgerwacht gebeurde bij de hulp-secretarie. De geweren van de manschappen werden onder politiebewaking van het Fort naar de hulp-secretarie gebracht. Bij een onverwachte opkomst diende men naar het Fort te gaan. De munitie verstrekking zou uit 25 scherpe patronen per geweer bestaan. Na de opkomst zouden de commandanten de, te bezetten, posten uitgeven.

Vanwege de internationale ontwikkelingen, de oorlogsdreiging vanuit Duitsland waar de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (N.S.D.A.P.) onder leiding van Adolf Hitler aan de macht was, werd in Hoek van Holland ook de Bijzondere Vrijwillige Landstorm (BVL) actief. De BVL was ook in 1918 opgericht en naast de Burgerwacht, een semi militaire organisatie bestaande uit gezagsgetrouwe burgers. De afdeling Hoek van Holland van de BLV stond onder leiding van een plaatselijke commissie, bestaande uit; H.J.M. Berkhof, voorzitter, P.B. Benard, secretaris/plaatsvervangend leider, ds. N. Luijendijk, Gereformeerd predikant, lid, ds. H. de Jong Hervormd predikant, lid en Pastoor N.J. Warmenhoven, lid.De commissie vergaderde regelmatig in het verenigingsgebouw “Harmonie” aan de Harmoniestraat.

Op 23 november 1935 werd aan de Rietdijkstraat het nieuwe schiet- en clublokaal van de schietvereniging “Immer Vaardig” geopend. Het lokaal werd feestelijk geopend met kringwedstrijden om de Westlandwisselbeker.

Clubgebouw schietvereniging “Immer Vaardig” Rietdijkstraat Hoek v Holland Videoarchief Hoek v Holland

In het clubgebouw van de schietvereniging aan de Rietdijkstraat bekwaamden de leden van de Hoekse Burgerwacht, de Vrijwillige Landstorm en de Schietvereniging zich, onder leiding van een Hoekse politieman, in de schietsport. Samen met de Westlandse Burgerwachten, Vrijwillige Landstorm korpsen en Schietverenigingen maakten zij deel uit van de Schietkring Westland.

Uit een verzoek om inlichtingen van de Minister c.q. Inspecteur der Burgerwachten van begin augustus 1937 bleek dat de Hoekse Burgerwacht op dat moment voor daadwerkelijk optreden beschikte over;50 geweren, 1 revolver, 3840 patronen S.no.1 en 144 patronen S.no 5.Voor oefeningen beschikte men over 190 patronen S.no.1 en 24 patronen S.no.5.33 geweren waren opgeslagen in de wapenkamer van het Fort en 17 geweren waren bij leden thuis. De revolver was bij de commandant thuis evenals 24 patronen S.no.5. Alle andere patronen waren in het fort opgeslagen.

De politie ging de gangen na van mensen met sympathieën voor Nazi-Duitsland en leden van de NSB. De politie kreeg daarbij hulp van het plaatselijke comité “Bestrijding Spionage Activiteiten “. Dit comité bestond uit diverse goed bekend staande inwoners van Hoek van Holland van verschillende politieke signatuur. De leiding van het comité was in handen van een predikant en een onderwijzer. De waarnemingen en informatie van het comité werden gerapporteerd aan de Positiecommandant, een Luitenant-kolonel van de marine, of aan de inlichtingendienst. Er waren diverse spionnen actief binnen de Positie Hoek van Holland, zij probeerden informatie te verzamelen over de kustverdediging.

In maart 1939 vertrok J.J. Logger , agent van ‘Hudig & Pieters” uit Hoek van Holland. Hierdoor moest hij zijn functie als hoofd van de Burgerwacht neerleggen. Zijn functie als hoofd van de Burgerwacht werd overgenomen door de nieuwe agent van “Hudig & Pieters” G. Quint.Beide mannen wisten naar Engeland te ontkomen en zette als marineofficier de strijd tegen de bezetter voort.

Op vrijdag 10 mei 1940 vielen Duitse troepen ons land binnen. De politie kreeg nu opdracht van de positiecommandant Hoek van Holland, overste Van Leeuwen opdracht om allen hen bekende NSB-ers aan te houden en naar het fort te brengen waar zij werden ingesloten. De inspecteur van politie Hartman riep nu ook de leden van de Luchtbescherming en vrijwillige burgerwacht op. Hij stelde uit deze groep mensen een uitkijk en ordedienst samen. Acht leden van de luchtbescherming vatte post op de vuurtoren om de nadering van vijandelijke vliegtuigen aan de commandopost in de secretarie te melden. Hier kon men dan het luchtalarm inschakelen. De overige leden van de ordedienst gingen assistentie verlenen aan de politie bij het bewaren van de openbare orde en het arresteren van NSB-ers.

Op maandag 13 mei 1940, omstreeks 21 uur gaf de positiecommandant opdracht om alle bewoners van de Oude Hoek en de Pannenbuurt, ongeveer 800 personen, te evacueren. De evacuatie gebeurde onder leiding van de politie met medewerking van de burgerwacht. Men ging lopend naar ’s-Gravenzande waar allen werden opgevangen in de dorpskerk.Dinsdag 14 mei werd besloten door de inspecteur van politie en het hoofd burgerwacht om de bewoners van de Nieuwe Hoek naar Naaldwijk te evacueren. Voor het transport van zieken en bejaarden werden auto’s en paardenwagens gevorderd.

Nadat op 14 mei het Nederlandse leger capituleerde keerde de daarop volgende dagen de meeste inwoners van Hoek van Holland weer terug naar het dorp.De "Vereniging Burgerwacht Hoek van Holland" werd hierna op last van het Duitse gezag ontbonden en nooit meer opgericht.

Na de oorlog richtte men het Korps Nationale Reserve (Natres) op. Dat korps bestaat uit 3000 vrijwilligers die naast hun burgerbaan militaire taken, zoals het uitvoeren van beveiliging- en bewaking diensten binnen Nederlands grondgebied. Als zodanig kan de Natres als opvolger van de burgerwacht worden gezien.

Bronnen: Statuten Vereniging Burgerwacht Hoek v Holland, archief St. Fort a/d Hoek v Holland, Wapeninstructie leden gewapende Burgerwacht Hoek v Holland, archief St. Fort a/d Hoek v Holland. Wapeninstructie Burgerwacht Rotterdam, archief St. Fort a/d Hoek v Holland Archief politie Rotterdam/Hoek v Holland Artikel Nieuwe Westlandsche Courant 16 januari 1915. Artikel Elsevier Weekblad, 3 november 2018, Revolutie van Troelstra.

Auteur: Dirk Ruis van het Historisch Genootschap Hoek van Holland