Archief

Streekhistorie: Door Staelduin

In 1929 verscheen een boekje genaamd WANDELINGEN OM DEN HAAG. Daarin staan overdrukken van een aantal artikelen die in de krant Het Vaderland waren verschenen. Een van deze artikelen, waarvan de schrijver niet bekend is, beschrijft een wandeling door het Staelduin. Het is een romantische beschrijving van het bos. In het artikel is voor de leesbaarheid de nieuwe spelling aangehouden.

Wandeling 19, Omzwervingen door bos en duin.

Deze wandeling bestaat uit omzwervingen door Staelduin, "het mooiste plekje van het Westland", dat gerust vergeleken mag worden met het mooiste wat ons land biedt, een prachtig duinterrein overdekt met mooi hoog en laag bos, in de vlakke landen gelegen ten zuidoosten van 's-Gravenzande. Dit is een van de weinige plekken in ons land, waar de natuur natuur is, waar niets anders gehoord wordt dan het geruis van de bomen, het gezang van de vogels en het gegons en gezoem van allerlei insecten. Vele paden en lanen leiden door Staelduin, dat ongeveer 2 kilometer lang is en een grootste breedte van 800 meter heeft. Men kan er nog werkelijk dwalen door hoog opgaand bos, door lage struiken, over duinterrein met meidoorns gebroeid, hoge duinen beklimmen vanwaar men de zware toren van Brielle's Catharinakerk ziet en aan de oever, van bosmeertjes neerzitten. Vaak zit ik hier op een plekje, waar vier lanen samen komen, daar staat een heel oude berk met zilverkleurige stam, de takken druipend van het neerhangende loof. Een beukenlaantje komt met een flauwe bocht naar mij toe. In dat laantje is het op de gladde, gave beukenstammen een druk beweeg van aldoor van vorm en plaats wisselende zonnevlekken.



Laan met beuken en eiken

Draai ik mij om, dan loopt verschrikt een pad weg en verdwijnt in een donkere opening van het dichte, wilde bos verderop en dan zie ik een stuk bos, enkele jaren geleden kaal geslagen, alleen de oude eiken zijn gespaard. Daar staan de zwarte fakkels van de toortsen, die in de vorige nazomer geel vlamden van de bloemen. Enkele koolwitjes fladderen in onverwachte zwenkingen voorbij. In het stugge, door de zon verdroogde gras tjirpen krekels. Boven de bomen zwieren zwaluwen in de lucht, lachend van het zonlicht. Een enkele reiger komt van tijd tot tijd over, statig voortvliegend met ingetrokken hals door de zachte zomerwind, die ik telkens van ver over de bomen hoor aanruisen.

Van dit prachtige plekje, een van de vele, gaan we een kleine wandeling maken langs de Hobbellaan, het mooiste en afwisselendste wegje van heel Staelduin. Dan wandelen we eerst naar een van de drie bosmeertjes, naar de Zwaan. Dit meertje met fijn lichtgroen eendenkroos overdekt, ligt vredig te dromen binnen zijn oevers, met hoog, rank riet begroeid. Er langs loopt een mooie laan van beuken en verbazend hoge en dikke populieren. Een dichtbij uitkomend bospad is de Hobbellaan, die haar naam alle eer aandoet. Eerst lopen we door een donker, dicht bos van dennen, sparren en eiken, hier is de grond in het voorjaar overwaasd door een zacht rozerood van bloeiende ooievaarsbekjes. Als we een steile hoogte over zijn die dit gedeelte van het bos begrenst, komen we al op- en neergaand en "hobbelend" in een wild bosgedeelte. Daar staan hoge vlieren met groene bessen, die in de herfst glanzend zwart worden, oude meidoornbomen, in het voorjaar witte boeketten, grote Gelderse rozen, die in het najaar glimmend rode bessen zullen dragen, eiken en berken overwoekerd van welige klimop, die in zware trossen van gladde bladeren naar beneden hangt, waar hij geen steun meer vindt, kamperfoelies ranken tot hoog in de bomen met hun als rafelig touw om elkaar gedraaide stengelstammetjes en hoog en laag bloeien en hun geurige bloemen, het is een wilde wirwar van oneindig veel moois. Even verder waar op een open plek in het bos in overvloed de gele sterretjes van het hertshooi en de lichtroze bloemen van het zeepkruid staan eindigt de Hobbellaan.

Een bepaalde wandeling door dit paradijs (geen overdreven benaming!) geef ik niet aan, ook zeg ik niet waar de Zwaan of de Hobbellaan is, om ten volle van de aan alle kanten aanwezige schoonheid te kunnen genieten moeten we zonder boekje in de hand wandelen, dat leidt maar af. Of liever, we moeten ons laten wandelen daarheen naar waar het hart trekt. Dan ontdekken we de Zwaan of de Hobbellaan wel, dan staan we misschien ook ineens voor één van de twee andere bosmeertjes, de Fles en de Kom, dan komen we door de lange Beukenlaan, waaraan de reigerkolonie ligt.



Bosmeertje De Fles

Verdwalen kunnen we hier niet, ook niet als we geen oriënteringsvermogen hebben, we komen altijd wel bij een van de boerderijen terecht, die in een vrij groot aantal langs de zoom van het bos liggen.

Behalve enkele wegen is het gehele bos "Verboden Toegang". Kosteloze vergunningen voor een of meer personen voor het verboden gedeelte kan men bij de eigenaar Jhr.mr. F.J.J.M. van Rijckevorsel, Huize "De Wamberg", te Berlicum (N.Br.) aanvragen.

En nu hoe er te komen. Het begin van de Heenweg is het dichtst bij Staelduin gelegen, bereikbaar per bus van de WSM. Zijn we aan de Heenweg uitgestapt dan slaan we deze rechte, niet onaardige weg in en lopen hem ten einde toe uit tot we de hoge Maasdijk bereiken. Deze dijk klimmen we langs een mulle weg aan de rechterhand op. Er boven op aangeland vinden we recht over ons de Nieuwlandse dijk waarop een zwart hek staat. Deze dijk die mooie gezichten over de omstreken geeft en vooral recht vooruit op het bos Staelduin, gaan we nu bewandelen. Wanneer hij een bocht naar links en twee naar rechts gemaakt heeft, vinden we aan zijn voet aan de zoom van tuinlanden die hier overgaan in weiden, een zwart hek, een van de ingangen van Staelduin. De afstand Heenweg-Staelduin bedraagt hoogstens 35 tot 40 minuten lopen. Wanneer we naar huis terugkeren en aan de andere kant het bos verlaten komen we weer op de Maasdijk terecht, die we dan tot het naburige polderhuisje, de Oranjesluis op de dijk rechtsaf kunnen volgen.



De Oranjesluis

Bij de Oranjesluis gaan we van de dijk af, vanwaar we ongeveer alle Westlandse dorpen en Brielle hebben zien liggen en slaan dan de Leeweg aan zijn voet in. Weldra bereiken we dan voortdurend langs een vriendelijke vaart doorgaand, het buurtje Westerlee met zijn mooie Leemolen, na een wandeling van hoogstens 50 minuten. Van Westerlee kunnen we per tram ineens naar Den Haag terugkeren of met de bus gaan. We kunnen ook van Staelduin naar 's-Gravenzande wandelen langs de Maasdijk en Woutersweg. Per fiets is een heel aardige tocht van Den Haag over Loosduinen, Poeldijk, naar Heenweg. In Staelduin mag men niet fietsen door het gedeelte waarvoor de vergunning geldig is, de fiets kan men dan bij een naburige boer stallen.

In dit artikel wordt een prachtig beeld gegeven van het Staelduinsebos, het mooiste plekje van het Westland. Eén van de lanen noemt de schrijver de Hobbellaan, waarschijnlijk een zelfverzonnen naam voor een ongelijk hobbelig bospaadje.

Auteur: Jan Dahmeijer van de Vereniging Oud 's-Gravenzande

Categorieen:
Poeldijk Westland