Streekhistorie: Buitenplaats Endeldijk
Endeldijk is als buitenplaats gesticht door Adriaen Cobmoyer, bestuurder van de Hoge en Provinciale Raad in Den Haag, die in 1664 een huis in Honselersdijk kocht met ruim 19 morgen land erbij. Hij veranderde dit bezit in het buiten Ende(l) Dijck dat in 1683 gereed kwam getuige de vermelding op de hekpijlers van de toegangspoort. Deze hekpijlers hebben tot in de jaren dertig van de twintigste eeuw aan de Endeldijk gestaan. Fragmenten van deze hekpijlers zijn bewaard gebleven en te zien in de tentoonstelling over Westlandse buitenplaatsen in het Westlands Museum.
In 1741 verkochten de erfgenamen van Cobmoyer Endeldijk aan de Rotterdamse lakenhandelaar Willem van der Pot (1704-1783). Endeldijk was in eerste instantie alleen een grondbelegging. Van der Pot liet het boerenland in de loop van vijfentwintig jaar omvormen tot een tuinbouwgebied. Van der Pot kocht ook het landgoed Stomperdijk, waarvan de landerijen zich uitstrekten van de Mariëndijk tot aan de Middel Broekweg. Later werd Endeldijk omgevormd tot buitenhuis met een siertuin. Van der Pot schreef hierover in zijn Hofdicht over Endeldijk waarin hij in fraaie bewoordingen de lof zingt over de prachtige tuin die met zijn slingerende paden is aangelegd in de Engelse landschapsstijl.
Om de afwatering van zijn gronden te verbeteren, liet Van der Pot in 1757 een brede sloot graven vanaf de Mariëndijk naar de Grote Gantel. Dit werd de Nieuwe Tuinensloot, waarbij het land aan weerszijden van de nieuwe sloot verkaveld werd in percelen van ongeveer drie morgen (ca. 2,5 ha.). Ook bij Stomperdijk werden tuinen aangelegd zodat hij op een gegeven moment 20 'fruithoeves' had. Van elk van die fruithoeves kon een gezin goed leven en door de pachtopbrengst had Van der Pot een goed rendement op zijn belegde geld. Dat Van der Pot door zijn beleggingen mensen een kans gaf om een inkomen te verwerven had te maken met zijn remonstrantse geloofsopvatting. Het remonstrantisme was een vrijzinnig protestants kerkgenootschap dat gekenmerkt werd door vroomheid en liefdadigheid.
Als remonstranten waren de Van der Pots geen aanhangers van de Oranjes maar staatsgezind. Op het eind van de 18e eeuw ontstond de Patriottenbeweging die de macht van de Oranjes wilden inperken. In 1783 overleed Willem van der Pot en erfde zijn zoon Cornelis Endeldijk. Cornelis was een actieve patriot en richtte ook in Honselersdijk een patriottisch vrijkorps op. Deze gewapende eenheid arresteerde de schout van Honselersdijk, Abraham Douglas, en zette hem gevangen in Endeldijk. Douglas was de vertegenwoordiger van de Oranjes en bestuurde hun Westlandse bezittingen. Nadat de patriotten verslagen waren nam de Oranjegezinde lokale bevolking wraak en werd het huis Endeldijk grotendeels verwoest. Cornelis van der Pot vluchtte na de Patriottische nederlaag naar het buitenland, maar kreeg zijn bezit later terug. Endeldijk werd gedeeltelijk hersteld maar de gloriedagen waren over. De fruithoeves van de Nieuwe Tuinen bleven en waren van groot belang bij het ontstaan van het Westland als tuinbouwstreek.
Auteur: Ton Immerzeel van het Westlands Museum