Archief

Streekhistorie: Buitenplaats Zuidwind

In het Westlands Museum in Honselersdijk loopt tot medio maart 2020 een grote expositie over de Westlandse buitenplaatsen in de Gouden Eeuw. De tentoonstelling laat de bezoeker kennismaken met de buitenplaatsen en hun ontwikkeling, de bewoners, hun gewoonten en de levensstijl. Tijdens de tentoonstellingsperiode worden veel activiteiten georganiseerd, o.a. workshops en demonstraties, lezingen en cursussen en er is een fietsroute langs nog bestaande buitens.

In en na de Gouden Eeuw, kwam een "buiten" bij de rijke Hollandse kooplieden erg in trek. Zo ontstonden in aantrekkelijk streken vlakbij de belangrijkste steden buitenplaatsen, die eerst als "tweede" woning dienden en later permanent bewoond werden. 's-Gravenzande was in die tijd zo'n aantrekkelijk woongebied. In de 17e en 18e eeuw werden hier wel veertien buitenplaatsen aangelegd. De grootste was Alsemgeest, die aan de Maasdijk lag en een oppervlakte had van 46 morgen (ongeveer 40 hectare).

Eén van deze buitenplaatsen was het voorname Zuidwind, gelegen aan de zuidzijde van het dorp aan het einde van de Langestraat. De buitenplaats had als grenzen de huidige Zuidwind, Naaldwijkseweg, Berkenstraat en liep aan de zuidzijde tot bijna aan de Eikenlaan.

De oudste gegevens over de buitenplaats Zuidwind dateren uit het jaar 1669. Op 7 november van dat jaar kocht jonker Johan de Crequi dit la Roche de buitenplaats van Salomon Sweers, koopman te Amsterdam. Jonker Johan was als kapitein van de Pittardiers (Picardiers?) in staatsdienst werkzaam. Kennelijk beschikte hij niet over de gehele koopsom want op 7 december 1670 erkende hij nog een restant van de kooppenningen schuldig te zijn. Deze schuld bleef bestaan en was er waarschijnlijk de oorzaak van dat de buitenplaats op 16 september 1697 verkocht werd aan Mr.Gerbrand Zas van den Bossche, secretaris van het Collegie der Admiraliteijt op de Maze tot Rotterdam. De buitenplaats werd in de koopakte als volgt omschreven: "een plaets of hoffsteede, stallinge, ende tuijnmanshuijs met omtrent 13 mergen en zeshalf hondt, zoo gront, boomgaerd, plantage, bosch, weij ende ander land gelegen soo tot 's-Gravensande als in Sant Ambacht met eenige meubilen en gereedschappen".

Ook Mr.Gerbrand Zas kwam in financiële moeilijkheden te verkeren. Na zijn overlijden werd de buitenplaats op 26 september 1703 verkocht aan Reijer Evertse van Bleijswijck uit Delft, van beroep kapitein van een compagnie infanterie voor de som van 5.020 gulden.

Het landgoed werd toen omschreven als: "hoffsteede, stalling voor koets, vijff paerden, tuijnmanshuijs met omtrent 14 mergen (volgens de verponding 5 mergen plantagie en getimmertes onder 's-Gravenzande en 9 mergen plantagie onder Sand Ambacht) met een bequame vijver daarin plantagie, bosch enz.".

Hoe het buiten er in 1712 uitzag is te zien op de kaart van landmeter Kruikius. In de hoek van de Zuidwind/Naaldwijkseweg lag de hofstede met koetshuis en bijgebouwen met daaromheen bosjes, boomgaarden en een stelsel van stervormige lanen in barokke tuinaanleg. Van Bleijswijck had kort daarna op de buitenplaats een indrukwekkend landhuis laten bouwen dat in 1715 gereed kwam. Dit kapitale landhuis lag in het verlengde van de Langestraat, ongeveer 70 meter vanaf de huidige Zuidwind. De oude tuinen werden opnieuw ingedeeld en de oude hofstede werd verbouwd tot oranjerie. Veel plezier van zijn landhuis heeft hij niet gehad omdat hij op 22 september 1719, op de leeftijd van 71 jaar, overleed. Het buiten bleef daarna in het bezit van zijn weduwe, Petronella Verburgh ( 1662-1727) en na haar overlijden trad haar zoon Franco op als erfgenaam. Enige jaren later omstreeks 1735 erfde Mr. Hendrik rijksbaron van Slingelandt (1702- 1759), schepen en burgemeester van 's-Gravenhage, het landgoed. Hij was namelijk gehuwd met Maria Catharina van der Burch, (1707-1761) de kleindochter van Reijer van Bleijswijck.

Maria Catharina van der Burch, echtgenote van Hendrik van Slingelandt. Links achter op de prent een afbeelding van het huis Zuidwind.

Hendrik van Slingelandt heeft aan zijn landhuis en het omliggende tuinencomplex veel geld besteed. Van de hieraan verbonden werkzaamheden is onder andere het volgende bekend.

In 1753 liet hij een nieuwe muur bouwen langs de Rijwegh (de Zuidwind), er werd een nieuwe wagenschuur gebouwd en het "secreet" (toilet) werd vernieuwd. Ook werden er stukken land bijgekocht. Hij liet een lange leimuur metselen, 26 roeden lang, 9 1/2 voet hoog en 1 1/2 steen dik, waartegen fruitbomen konden worden geplant. Omdat het waterpeil van de buitenplaats niet optimaal was liet Van Slingelandt in 1753, aan de oostzijde van de buitenplaats, een sloot graven die lag op de scheiding met het land van " Juffrouwe weduwe Antonij van Eepenhuijze". Later in 1755 werd deze sloot verlengd met 130 roe tot in totaal ongeveer 700 meter. Op 1 november 1755 schreef Van Slingelandt een brief aan Schout, Ambachtsbewaarders en Croosheemraden van 's-Gravenzande en Sand- Ambacht om een paardewatermolen te mogen bouwen, zodat water gemalen kon worden uit de Oudelandse banwatering. De kosten van deze stenen watervijzelmolen bedroegen 500 gulden. Reden hiervoor was dat de sloten en vijvers van zijn buiten in de zomer meestal droog lagen, vooral de sloten aan de westzijde langs de "Publicque Heerewech" (Naaldwijkseweg), zodat "droogvoets over deselve konde werden gepasseerd en de voornoemde Hoffsteede was openleggende voor alle quaade en ondeugende persoonen".

Het herculesbeeld op Zuidwind

Later in 1756 kocht Van Slingelandt van Jop Thoen, meestertimmerman te Delft, 284.000 stenen van het gesloopte Domeinkwartier van de lusthof Honselaarsdijk. Deze stenen werden per schip naar 's-Gravenzande vervoerd. Wat hiervan gebouwd is, is niet bekend. Deze tijd, het midden van de 18e eeuw was het hoogtepunt van deze fraaie buitenplaats.

De lanen die over de buitenplaats liepen waren verfraaid met beeldengroepen, waaronder een imposant beeld van een herculesfiguur. In vijvers werden watervogels en goudvissen gehouden. Verder was er een baan waar men met familie en vrienden het colfspel kon spelen, in die tijd een zeer geliefde bezigheid. Ook aan de westzijde van de buitenplaats, aan de andere zijde van de huidige Naaldwijkseweg, werd grond gekocht tot aan de Maasdijk toe. Op dit deel van de buitenplaats was een kunstmatige heuvel, waarvan men een prachtig uitzicht over de omgeving had. Verder was daar in de tuinen een monumentale stenen bank geplaatst, de zogenaamde Europabank. Aan de Zanddijk, op de toenmalige geest van Van Straalen, ten westen van de oude molen stond het vinkenhuis, waar tijdens de najaarstrek met netten vogels werden gevangen. Dat was waarschijnlijk voor consumptie maar ook als aanvulling van de menagerie.

De menagerie van Zuidwind.

Van deze buitenplaats bestaat een serie unieke aquarellen die, in opdracht van Van Slingelandt, tussen 1744 en 1749 gemaakt zijn door A.Schouman. Deze aquarellen geven een prachtig beeld van deze buitenplaats in al zijn barokke pracht en praal. Helaas is er uit die tijd geen plattegrond van de buitenplaats bewaard gebleven.

Op de buitenplaats was werk voor talloze tuinlieden, die niet alleen de perken bij moesten houden en de laanbomen in model moesten knippen, maar ook tot taak hadden de meest exotische gewassen te verzorgen. Zo groeiden er sinaasappelboompjes en agaves in kuipen en verder perziken en ananas. De kuipplanten werden in de winter in de oranjerie geplaatst. Voor de perziken, druiven en ananas waren speciale kassen gebouwd. In de ananaskassen moesten in de winter kachels gestookt worden om de planten vorstvrij te houden.



De voormalige boerderij verbouwd tot de oranjerie van Zuidwind.


Ook waren er koetsiers, paardenknechten en een uitgebreide staf aan huispersoneel. Bij de aanleg van de tuinen en de verbouwingswerkzaamheden hebben veel 's-Gravenzanders arbeid verricht. Er zijn rekeningen bewaard gebleven waaruit blijkt dat arbeiders voor diverse werkzaamheden per week (toen nog 6 dagen) 5 gulden en 8 stuivers verdienden. Voor o.a. het verplaatsen van grond met paard en wagen kreeg Jan van Staalduijnen op 15 september 1758 3 gulden per dag.

Na het overlijden van Mr. Hendrik van Slingelandt vond op 2 november 1761 een boedelscheiding plaats. De buitenplaats kwam daarbij in het bezit van zijn zoon Mr. Barthout, rijksbaron van Slingelandt en Goidschalkxoord, burgemeester van Dordrecht (1731- 1798). Zijn tweede echtgenote was Magdalena Anna Elisabeth van Boetzelaar (1756-1809). Zij woonden permanent op huize Zuijdwind, beiden zijn op de buitenplaats overleden. Mevrouw de barones Van Boetzelaer overleed op 8 augustus 1809. Bij akte van 12 november 1810 werd de buitenplaats door de executeur van het testament verkocht.

De koper, Willem Hubert junior, betaalde voor het hele complex f 27.000,- met 5% pondgeld aan het gerecht van 's-Gravenzande en Sand- Ambacht en 5% rantsoen aan de notaris te 's-Gravenhage. Uit de verkoopakte krijgen we een goed beeld van de toenmalige buitenplaats. Verkocht werd:

"De buitenplaats Zuidwind, met deszelfs Heeren Huizinge, geleegen onder s Gravenzande en zand Ambacht, circa twee uren van den Haag,bestaande dezelve huizinge in verscheidene behangene kamers waaronder voornamentlijk uitmunt een met vogels geschilderd behangsel door wijlen den beroemden A.Schouman. Voorts gedeeltelijk met schilderijen boven de schoorstenen en marmere schoorsteenmantels voorzien, benevens verscheidene domesticken kamers, mangelkamer, kapitale zolders, kelders en verdere appartementen en offices, tot eene zeer gedistingueerde woning behorende. Hebbende hetzelfve gebouw een allerverrukkelijkst en uitgestrekt uitzigt over een gedeelte der buijtenplaats en de landerijen rondom dezelve gelegen. Wijders een zeer ruime tuinmanswoning en getimmertens tot diverse gebruijken kunnende strekken, orangerie, schuuren, wagenkeet, spaciens koetshuijs en stalling. Zijnde dezelve buitenplaats en zijne bepptinge en beplantinge groot, zeven mergen en vierhonderd roeden, waarvan een aanmerkelijk gedeelte is beplant met zwaarde opgaande beuke en linde boomen gevarieerd wordende en deszelfs laanen door engelsch plantsoen en terrassen, als ook een menagerie waarin meede een kapitale kom voor watergevogeltens, bevattende wijders moestuijnenn, boomgaarden, goudvis- en ander vijvers, bloem en grasperken, steenen druijven, persikken en ananaskassen, zijnde de moestuijnen met exquise vrugtboomen van allerlei soort voorzien, alsmede nog den opstand van een watervijzelmolen tot het opmalen van het benodigde water van de plaats en voorts allees wat tot agreement en sierraad van een kapitale buijtenplaats kan verstrekken. Onder het verkogte wordt verstaan begreepen te zijn de boomen welken op de Herenweg ten westen en ten noorden van de vorengemelde buijtenplaats zijn staande alsmede de twee banken in de kerk te 's-Gravenzande. Voorts een perceel land, groot omtrent acht mergen, gelegen ten westen van de voorgaande partij beplant met zware eijken, beuken ijpe en abeeleboomen, waaronder eenoge zeer bekwaam tot werkhout en een partij hakbaar houtgewas. Voorts met diverse kapitaale laanen, alsook eene met palissade afgeslotene menagerie.".

Kennelijk is de buitenplaats aangekocht voor de sloop. Dit lag ook wel in de lijn van de verwachtingen in die tijd, zo kort na de Franse revolutie toen Nederland verarmd was en bezit uit den boze was.

In 1813 kwam het "gedemolierde" Zuijdwind in het bezit van de heer A.A. de Vries Robbe te 's-Gravenhage. Op de terreinen die tot de buitenplaats hebben behoord zijn in later jaren tuinderijen aangelegd, o.a. die van de heer Pieter van den Berg. Kennelijk is toch niet het gehele bezit door de familie Van Slingelandt verkocht. In 1833 vond namelijk nog een verhuring van een stuk land plaats aan Abraham van Straalen, bouwman te 's-Gravenzande, door een zaakgelastigde van Agatha Jacoba van Slingelandt, echtgenote van de heer Amede Joannes Maria Ghislenus baron Defailly, grondeigenaar te Brussel.

Nu is er niets meer aanwezig van wat eens de buitenplaats was. In de tachtiger jaren zijn door de Historische Werkgroep Oud 's-Gravenzande de funderingen van het koetshuis opgegraven. Rond 1980 werd bij het leggen van leidingen aan de Zuidwind de fundering blootgelegd van de in 1753 gebouwde muur. De enige blijvende herinnering aan de buitenplaats is de straatnaam Zuidwind en de vreemde bocht in de Zuidwind op de hoek van de Oudelandstraat. Hier begon vroeger de oprijlaan naar het landhuis.

Maquette van de buitenplaats Zuidwind.

Onderdeel van de grote expositie in het Westlands museum is een maquette van de buitenplaats Zuidwind. Deze maquette kon met veel moeite uiteindelijk aan de hand van de vele aquarellen van Schouman gereconstrueerd worden. Rechts de wagenschuur met daarachter kassen mogelijk werden hier de ananassen geteeld. Daarboven is de oude boerderij te zien die in de winter als oranjerie werd gebruikt.

Auteur: Jan Dahmeijer van de Vereniging Oud 's-Gravenzande