's-Gravenzanders moeten Machteld zo'n drie jaar missen
Het is vrijwel zeker dat de 's-Gravenzanders het beeld van gravin Machteld de eerste drie jaar niet 'in levenden lijve' kunnen zien. Dat bleek maandagavond uit een reactie van wethouder Piet Vreugdenhil op vragen van Westland Verstandig in een commissievergadering van de gemeenteraad.
Het nu in de gemeentelijke opslag in Monster verblijvende kunstwerk kan een plaats krijgen in de Van Geeststraat, op de locatie van het voormalige gemeentehuis van 's-Gravenzande. Maar de ontwikkeling en uitvoering van nieuwbouw aldaar is pas eind 2021 of begin 2022 voltooid, aldus Vreugdenhil.
Fractievoorzitter Peter Duijsens van Westland Verstandig wilde de wethouder houden aan uitvoering van de motie die door de Westlandse gemeenteraad op 13 juni vorig jaar is aangenomen. Op 17 oktober bleek echter, dat de fractie van LPF Westland - die genoemde motie aan een meerderheid in de gemeenteraad had geholpen - inmiddels van haar steun aan de terugplaatsing afzag, vanwege de berekende kosten van die terugkeer.
Steunraadslid Maxim van Ooijen (D66) opperde om het beeld van Machteld niet jarenlang uit het gezichtsveld van de bevolking te houden. Is er niet een tijdelijke plek in 's-Gravenzande te vinden, van waar de gravin uiteindelijk met een grote kraan naar haar definitieve bestemming kan worden vervoerd.
Vervolgens wees Duijsens er op, dat juist in verband met het afgedwongen vertrek van het beeld van het Marktplein al allerlei alternatieve locaties bekeken zijn en dat die stuk voor stuk zijn afgewezen, zowel door de gemeente als door de kunstenares.
Vreugdenhil wil graag vasthouden aan de ingeslagen weg: "Machteld staat nu op een mooie plek, uiteraard niet haar definitieve plek, maar ze staat veilig." Verder bracht de wethouder een aankondiging van Duijsens in de commissievergadering van 26 november in herinnering. Westland Verstandig zou bij de burgers gaan meten, in welke mate zij willen strijden voor terugkeer van Machteld op het Marktplein. Daar is tot dusver nog niets van vernomen, liet Vreugdenhil zich ontvallen.