Archief
De Atlas van Delfland door Floris vd Salm in 1611 uit collectie van het Nationaal Archief

De Atlas van Delfland door Floris vd Salm in 1611 uit collectie van het Nationaal Archief

Streekhistorie: Een bijzondere archeologische vondst in de Nieuwlandse Polder

In 1988 werden de Nieuwe Laan en de Haakweg, die liepen vanaf de Maasdijk naar Hoek van Holland, aangepast en verbeterd om zo beter berekend te zijn op het zware vrachtverkeer dat naar de veerboot in Hoek van Holland ging. Tot die tijd waren dit vrij smalle wegen, die door het toenemende zware vrachtverkeer gevaarlijke situaties opleverden. De twee wegen zouden verbreed worden met daarnaast een vrijliggend fietspad. De Nieuwe Laan liep voor een deel over de uit de 15de eeuw daterende Nieuwlandse dijk. Bovenop de dijk kon de weg alleen verbreed worden als het dijklichaam enorm verbreed zou worden en dan nog zou het een moeilijke constructie worden. Het idee was daarom om in het weiland ten westen van de Nieuwlandse dijk een nieuwe weg aan te leggen. Hiertegen kwamen diverse natuurorganisaties en het Zuid-Hollands landschap, dat eigenaar was van het Staelduinse bos, in het geweer. Zij vonden dat het weiland als hooiland en groen voorland van het bos niet aangetast mocht worden. Deze lobby had succes en de overheid besloot daarom het stuk dijk af te graven en de weg in zijn geheel op maaiveld hoogte aan te leggen. Dat was erg jammer want zo werd een flink deel van de Nieuwlandsedijk, die in 1421 was aangelegd, verwijderd. Erfgoedorganisaties besloten toen de vinger aan de pols te houden bij het afgraven van de dijk om te zien of er niet nog meer historische sporen verloren zouden gaan.

Op oude kaarten van het gebied van even na 1600 was te zien dat in de Nieuwlandse dijk een sluis was ingetekend, de Nieuwe Sluis. Dat was ongeveer in de buurt waar de Nieuwe Laan een haakse bocht maakt en overgaat in de Haakweg. Leden van de archeologische werkgroep Westland zouden het afgraven van de Nieuwlandse dijk in de gaten houden. Vrijwel meteen bij het begin van het graafwerk kwam inderdaad oud muurwerk tevoorschijn, wat later de noordelijke sluismond van de Nieuwe Sluis bleek te zijn. Na zorgvuldig uit- en afgraven bleek de gehele sluis nog aanwezig. Hij lag precies op de plek waar de Nieuwe Laan overging in de Haakweg en de sluis sloot in rechte lijn aan op de zuidelijke bermsloot van de Haakweg. Het was een prachtige gemetselde koker van ongeveer 20 meter lengte waar een volwassen persoon enigszins gebukt doorheen kon lopen. Aan de noordzijde was de sluismond afsluitbaar geweest met een houten schuif die men met een takelsysteem op en neer kon bewegen. Aan de zuidzijde werd de sluismond afgesloten met een zwaaideur die in halfvergane toestand nog aanwezig was.

Detail van de Atlas van Delfland uit 1611 met de Nieuwe Sluis



Kaart van het Nieuwland uit 1665, Nationaal Archief



Afgraven van de Nieuwlandse dijk in 1988, foto Jan Dahmeijer

De sluis is gebruikt voor het afvoeren van overtollig water uit de Nieuwlandse polder. Als er te veel water in de polder was en de waterstand in de Maas laag dan werd de schuif van de sluis open gezet en liep het water naar de Maas. De zwaaideur van de zuidelijke sluismond werd dan door de waterdruk opengeduwd en zo kon het water op een natuurlijke manier wegstromen. Als het water in de Maas hoog stond of door eb en vloedwerking zeewater werd opgestuwd, dan werd de deur van de sluismond automatisch dicht gedrukt en kon er geen water de polder instromen. Dit systeem werkte alleen als de polder hoog genoeg lag ten opzichte van het af te wateren gebied. Na het aanleggen van de Nieuwlandse polder in 1421 ging het aanslibben van nieuw gebied in de Maasmonding ten zuiden van de Nieuwlandse dijk door. Dit nieuw aangeslibde gebied kwam op een gegeven moment hoger te liggen dan het maaiveld van de Nieuwlandse Polder. De polder was landbouwgebied geworden en werd door de vele gegraven sloten sterk ontwaterd. Hierdoor klonk de bodem in en kwam de polder naar verhouding nog lager te liggen ten opzichte van het buitendijkse gebied. Na verloop van tijd kon er niet meer op een natuurlijke manier afgewaterd worden via de sluis. Dit werd in de loop van de 16de eeuw zo erg dat men voor het afwateren van de polder iets anders moest bedenken. In 1584 heeft men toen de Nieuwlandse poldermolen gebouwd die sindsdien met windkracht het water uit de polder maalde. Bij boerderij de Hilwoning ging het water de polder uit en werd dan via de Krimsloot afgevoerd naar de Maas. De Nieuwe Sluis had nu eigenlijk geen functie meer, hoewel ik in de archieven nog wel teruggevonden heb dat in perioden van extreme droogte er via de sluis Maaswater in de polder werd gelaten.



Noordelijke sluismond Nieuwe sluis, foto Ton Immerzeel

Zuidelijke sluismond met restant zwaaideur, foto Jan Dahmeijer

De uitgegraven Nieuwe Sluis, foto Jan Dahmeijer

De Nieuwlandse molen in 1970, foto Westlands Museum

De Nieuwlandse molen na ophoging, foto Ton Immerzeel

De afwatering van de sluis ging via een van de kreken in het buitendijkse gebied naar de Maas. Door het gebied liep een grote kreek, die ooit tot aan 's-Gravenzande had doorgelopen. Deze kreek was een zijarm van de Maas die doorliep tot aan wat nu de Zanddijk is. Een restant van deze kreek is in het Noordland nog aanwezig en wordt ook de Kreek genoemd. In het buitendijkse gebied is het restant van deze kreek nog vrij lang in gebruik geweest en op oude kaarten komt die nog voor als de Grote Rel. In het archief van de Nieuwlandse polder bevindt zich zelfs nog een akte uit 1606 waarbij de vissers van Ter Heijde het recht krijgen om met hun schepen tot aan de duinen te varen en daar aan te meren. Via de duinen liepen zij dan naar huis in Ter Heijde. In een stuk uit 1570 wordt ook gesproken over de haven van het Nieuwland die via de Grote Rel te bereiken was en in de 15de eeuw werd nog vermeld dat de Grote Rel zo wijd was dat de schepen tot omtrent Staelduin het gat in kunnen laveren. Die kreek, de Grote Rel, mondde uit in de Maas bij het zogenaamde Amersgat. Dat was in de buurt van waar nu Poortershaven is, te bereiken als je vanaf de Maasdijk over de Schenkeldijk naar de Nieuwe Waterweg rijdt. De kreek slingerde door het buitendijkse gorzengebied richting Hilwoning. De loop van die kreek is nog te herkennen in de Bonnenweg die aansluit op de Haakweg vlakbij de Nieuwe Sluis. In de 18de eeuw is dit gebied ingepolderd en werd Bonnenpolder. Het aanslibben van nieuw gebied in zuidelijke richting bleef echter maar doorgaan en dreigde in de 19de eeuw de gehele Maasmonding te verzanden. Om de haven van Rotterdam goed toegankelijk te houden is toen in 1866-1872 de Nieuwe Waterweg gegraven, die het nieuw aangeslibde gebied doorsneed.

Afbraak van de Nieuwe Sluis, foto Ton Immerzeel

Reconstructiekaart van de Maasmonding door Beekman, Archief Hoogheemraadschap Delfland

Na de vondst van de Nieuwe Sluis is nog geprobeerd het bouwwerk te behouden. De ingenieurs waren echter bang dat het sluisgewelf de zware vrachtwagens niet kon dragen en daarom is de sluis weggebroken. Jammer, want het bouwwerk dat dateerde uit de 15de eeuw, was nog in verrassend goede staat.

Auteur: Ton Immerzeel van het Westlands Museum