Streekhistorie: Winkels en bedrijven in Maasland
Een dorpsgemeenschap was vroeger voor een groot deel zelfvoorzienend. Ook in Maasland waren volop winkels en bedrijven en was er van alles te koop. Op de lijst van Weerbare Mannen, opgesteld in 1747, staan diverse beroepen weergegeven. Interessant is dat er ook aantallen worden genoemd. Naast de honderdtwintig boeren en twaalf tuinders waren er vier metselaars, vier rietdekkers, een smid, zes timmerlieden, twee kleermakers, acht schoenmakers, twaalf schippers, vier chirurgijns, drie wagen- en wielmakers, vijf kuipers, een bleker, twee vlassers, vijf bakkers, een korenmolenaar, negen watermolenaars, drie koopmannen en twee winkeliers. Het is bekend dat er in de achttiende eeuw diverse verkooppunten vanuit woningen waren, waar slechts een paar kruidenierswaren werden verkocht: tabak, koffie, thee, zout en zeepwaren. Deze kleine winkeltjes worden niet altijd genoemd. Vaak werden dit soort winkeltjes gedreven door een weduwe om in haar eigen onderhoud te kunnen voorzien.
Honderd jaar later was er niet zo veel veranderd. Op een bevolking van ruim 2100 Maaslanders kon men dagelijks brood kopen zowel in de winkel of langs de deur aan de bakkerskar. Melk en groenten kocht men bij de boeren en de tuinders, vlees bij twee slagers en er waren zes officieel geregistreerde winkeliers. In de loop der tijd kwamen er winkels bij, zoals de rijwielhandelaar en het hoedenwinkeltje van mejuffrouw Booister. Maar ook verdween er een aantal, bijvoorbeeld de kuiper die het houten vaatwerk maakte voor de kaas- en boterproductie en de hoefsmid toen de auto gemeengoed werd en het paard met de wagen verving. Op de oude foto zien we aan de Oostgaag 20 de voormalige winkel van Van den Akker.
Dit was nu typisch zo'n winkel die geheel buiten de dorpskom gelegen was en de buurtbewoners van kruidenierswaren kon voorzien. Men behoefde voor de boodschappen niet helemaal naar het dorp, de afstanden waren groot in die tijd. Eigenaar Tinus van den Akker bezorgde de boodschappen aan huis met de bakfiets. Daarnaast was hij ook nog spoelingschipper.
Oostgaag 20 in 2018
Veel winkels werden gedreven door echtparen, waarvan de man en ander beroep uitoefende. De winkelgrootte varieerde nogal, soms waren het kleine winkeltjes in een voorkamertje, waar slechts een beperkt aantal producten werd verkocht. Er waren ook grotere zaken met van alles en nog wat in de rekken. Een voorbeeld hiervan is de winkel van Han van den Berg, die een kruidenierszaak aan de 's Herenstraat had van 1929 tot 1970. Nu is hier Museum 'De Schilpen' gevestigd. Op oude foto's zijn winkels niet altijd goed te herkennen. Aan de etalage werd meestal niet veel gedaan, er waren zeer bescheiden uithangborden of helemaal geen. Reclame was minder nodig dan nu, men wist waar en welke producten verkocht werden. De keuze was zeer beperkt in vergelijking tot de huidige tijd en daarom waren de prijzen ook niet erg verschillend. Ook 'winkelde' men meestal bij de eigen geloofsgenoten, een gewoonte die tot in de jaren zestig van de vorige eeuw duurde. Tot 1960 veranderde er weinig. Maasland was een bedrijvig dorp met veel ambachtslieden en winkeliers, met name gevestigd in de 's Herenstraat. Het aantal winkels en bedrijven liep parallel met de economische situatie. In de jaren zestig kwam de grote verandering. Kruidenierswinkels werden supermarkten, door de economische bloei kwamen meer verschillende artikelen op de markt en door de komst van de auto ging men buiten het dorp winkelen. Steeds meer winkels verdwenen en bedrijven vertrokken naar bedrijventerreinen buiten het dorp. Het eens zo levendige dorp is stil geworden.
Auteur: Trudy Werner-Berkhout van de Historische Vereniging Maasland