Streekhistorie: Park Hollandse Duinen / De Banken
In de door staatssecretaris Van Dam voor ons land uitgeschreven verkiezing van Nationale Parken van Wereldklasse is het Nationaal Park Hollandse duinen naast de Waddenzee en de Veluwe gekozen tot één van de drie winnaars. Daarnaast heeft een vakjury een vierde gebied aangewezen, namelijk Biesbosch/Haringvliet. De winnende natuurgebieden krijgen elk een bedrag van rond de 300.000 euro van het ministerie van Economische Zaken om te investeren in natuurontwikkeling en kwaliteitsverbetering.
Het Park Hollandse Duinen is een nationaal park in oprichting langs de kust van de provincie Zuid-Holland. Het park is 43 kilometer lang en 8.5 km breed en beslaat een gebied van 200 vierkante kilometer en loopt van Hoek van Holland tot voorbij Noordwijk. Het is een initiatief van Het Zuid-Hollands Landschap, waterleidingbedrijf Dunea en Staatsbosbeheer en heeft voornamelijk tot doel een betere bescherming van het unieke duinlandschap en het bevorderen van meer waardering voor de waardevolle kustnatuur. De plannen voor dit park werden in september van dit jaar gepresenteerd en kort daarop koos het publiek het als één van de mooiste natuurgebieden van Nederland.
Onderdeel van dit nieuwe park zijn in 's-Gravenzande een deel van de Kapittelduinen en het Staelduinse bos. Tot deze Kapittelduinen behoort ook het natuurgebied "De Banken". Dit gebied van ongeveer 90 hectare groot bestaat uit twee laaggelegen kalkrijke vochtige duinvalleien die in 2011 door het ministerie van Economische Zaken al tot Natura 2000-gebied "Solleveld & Kapittelduinen" zijn aangewezen waardoor er een bijzondere bescherming op het terrein ligt. Het ligt in het noordelijk deel van de Kapittelduinen. Vooral deze natte duinvalleien zijn van grote betekenis voor de flora en fauna. Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft De Banken daarom benoemd tot "waterparel", een watergebied met een bijzondere natuurwaarde .
Detail van de Kaart van Kruikius getekend in 1712 met de Kapittelduinen. De Bank komt hierop voor als een honderden meters brede vlakte.
Het natuurgebied "De Banken" ligt tussen de strandopgang van Arentsduin aan de Monsterse weg in 's-Gravenzande en het slag Vlugtenburg. Het slag Beukel aan het eind van de Zanddijk loopt er dwars doorheen en het gebied wordt aan de zuidzijde voor een groot deel begrensd door de Noordlandse dijk, waarover het toeristische fietspad tussen Ter Heijde en Hoek van Holland loopt. Het gebied bestaat uit een smalle strook ruig grasland, waarop in de zomer vee geweid wordt. Tegen het duin aan zijn een aantal ondiepe poelen ontstaan, die afhankelijk van de hoeveelheid neerslag in omvang variëren. De Banken kennen een rijk broedvogelbestand en zijn ook belangrijk voor planten, paddenstoelen, insecten en amfibieën. Op de drogere delen van De Banken komt een aanzienlijke populatie rugstreeppadden en zandhagedissen voor. Het gebied is bijzonder in trek bij watervogels. In de herfst en winter zijn er veel bijzondere vogelsoorten te zien, die langs de kust naar het zuiden trekken en deze poelen als foerageerplaats gebruiken. Ook is het een hoogwatervluchtplaats voor watervogels en steltlopers en komen er vaak bijzondere eendensoorten voor. De laatste jaren is de lepelaar er een regelmatige bezoeker. Ook worden hier met enige regelmaat vossen gezien.
Vroeger, in de late middeleeuwen, was de Bank veel uitgestrekter. Op oude kaarten is te zien dat 's-Gravenzande tegen de zee werd beschermd door een omvangrijk duingebied, de zogenaamde Kapittelduinen, die toen toebehoorden aan het kapittel van St. Marie op het Hof (het huidige Binnenhof) in Den Haag. Het kapittel beschikte echter vaak niet over voldoende geld om de duinen goed te onderhouden waardoor in de loop de tijd door stormen en verstuiving regelmatig veel duin verloren ging. In 1514 alleen al waren er wel 3 stormvloeden waardoor uitgebreide overstromingen in Holland plaats vonden. Ook werden de duinen bij 's-Gravenzande dat jaar ernstig aangetast. In 's-Gravenzande klaagde men in die tijd dat er in Zand-Ambacht ieder jaar door de aanvallen van de zee wel enkele haardsteden ( huizen) verdwenen, in 1514 waren het er drie.
Tijdens een inspectierit op 28 maart 1564 door de duinen door twee commissarissen van het Hof van Holland, de schout van Monster en een paar kanunniken van het Kapittel zag men tot grote schrik dat er in de Kapittelduinen ten zuiden van Ter Heijde, naast enkele kleinere gaten, twee grote open vlakke gaten van elk wel 190 meter ontstaan waren waardoor het duin op die plaatsen gelijk lag met de zee. Na moeizaam overleg binnen de regio besloot men uiteindelijk dat het herstel van de duinen met ingang van 1 oktober 1564 ter hand genomen zou worden. Een paar jaar later was het weer raak, op Allerheiligendag in 1570 sloegen stormen en hoge vloeden zoveel zand van de Kapittelduinen weg dat De Bank onder water kwam te staan.
Detail van een tekening van de kustafslag voor De Banken sinds 1606 (onderste getekende lijn)
Tussen 1606 en 1765 moet de duinvoet voor de Bank door de zee al meer dan een kilometer zijn teruggedrongen. De mens heeft daarbij overigens een handje geholpen door het uitzetten van jachtwild, zoals het hier oorspronkelijk niet inheemse konijn. Verder werden de duinen verpacht aan boeren die er hun varkens en schapen weidden, waardoor de duinbegroeiing te gronde ging en verstuiving optrad. Tegen deze misstanden nam Delfland al voor het jaar 1500 maatregelen. De aan de kust gelegen dorpen werden verplicht hun bijdrage te leveren in de helmbeplanting en er werden verordeningen vastgesteld die het houden van beesten in de duinen verboden. Een van de oudst bekende middelen tot bescherming, die opgedragen was aan de duineigenaren, was de uitroeiing van de in het duin veelvuldig voorkomende konijnen. Daarvan kwam om allerlei redenen echter niet veel terecht!
Ook in de 18e eeuw is de zee regelmatig door de resterende smalle duinenrij gebroken, waarna de duinen bij De Bank door het Hoogheemraadschap van Delfland weer werden versterkt. In 1762 sloeg zelfs 560 meter zeewering weg, waarna men begon met het aanbrengen van palenhoofden op het strand om afslag van het strand te verminderen. De eerste stenen strandhoofden werden aangelegd omstreeks 1790. Desondanks brak onder andere in 1845 de zee door het duin, waardoor de bankvlakte en de hele Nieuwlandse polder werden overstroomd. Dat was opnieuw aanleiding voor duinverzwaring.
Aanleg zandlichaam bij slag Arentsduin
Tijdens de watersnoodramp in 1953 hebben de duinen bij 's-Gravenzande op het punt gestaan om door te breken, waardoor het Westland groot gevaar liep overstroomd te worden. Daarom werd tegen de smalle duinenrij tussen Hoek van Holland en Ter Heijde, met gebruikmaking van een tijdelijke spoorweg, een enorm zandlichaam aangebracht. Hierdoor werd het natuurgebiedje van "De Banken" een stuk kleiner.
Omdat de zee steeds zand wegvoert van de Nederlandse kust werd het strand als kustbescherming door Rijkswaterstaat elke 5 jaar opgespoten. Het smalle duingebied langs de kust van het Westland bleef een zwakke schakel in de Hollandse kust. Daarom is enkele jaren geleden in het kader van de kustversterking een flink stuk strand en nieuw duin voor de oude duinenrij opgespoten.
Werkzaamheden op het nieuwe strand bij slag Beukel
Rijkswaterstaat en de provincie Zuid-Holland hebben in 2011 als experiment voor de kust tussen Ter Heijde en Loosduinen een schiereiland van zand aangelegd dat 1 kilometer in zee steekt, de zogenaamde zandmotor. Het is de bedoeling dat dit zand door zeestromingen in de loop der tijd op een natuurlijke manier langs de kust wordt verspreid.
Auteur: Jan Dahmeijer, Historische Werkgroep Oud 's-Gravenzande