Archief

Streekhistorie: De leeuwenkoppen van de Noorddijk

Op de hoek van de Monstersche Sluis in Maassluis, een plaats met een hoog historisch gehalte, staat een woonhuis dat weer een klein stukje 'historischer' is geworden. Een paar verdwenen leeuwenkopjes aan de voormalige winkelpui zijn teruggevonden en gerestaureerd.

Het huis Noorddijk 2, heeft een oude geschiedenis, hoewel waarschijnlijk niet zo oud als de Sluis uit de 14e eeuw. Maar wie weet is het wel zo oud als de verbouwing van de sluis in 1653. De bouwgeschiedenis is nog niet ontrafeld, maar de bewoners vanaf 1800 kennen we wel.

Rechts winkelpand Noorddijk 2 omstreeks 1900.

Een eeuw lang dezelfde familie

Begin 1800 woont hier de weduwe Gerritje Jongeneel met haar acht dochters, de jongste nog geen drie jaar oud. Omdat kinderen een vader nodig hebben en een weduwe onmogelijk een groot gezin kan onderhouden, hertrouwt ze met de 20 jaar jongere(!) Jacob van Rossen. Het lijkt erop dat ze een warm gezin vormen waar altijd voor iedereen plaats is in het grote huis. Ze hebben dus al 8 dochters, samen krijgen ze nog een zoon, de oudste volwassen dochter komt weer thuis wonen na een ongelukkig huwelijk en er is ook nog plaats voor een kostganger. Dit is een bijzonder verhaal: de kostganger is een jonge weduwe met een baby. De jonge vrouw sterft en de baby, Francine Kuit, wordt in het gezin opgenomen en groeit op met de andere kinderen.



In deze tijd fungeert het voorhuis aan de Sluis reeds als winkel, de ingang is op de - voor winkels kenmerkende - afgeschuinde hoek. Gerritje en Jacob blijven tot hun dood rond 1860 in het winkelhuis wonen, verzorgd door hun jongste dochter Lena. Lena blijft ongetrouwd en woont achter de winkel en verhuurt de rest van het huis. Want er is veel ruimte: onderdijks, in de Kaarsemakerssteeg (nu Kruisstraat) is een groot onderhuis en boven de winkel is ook nog een verdieping, er kunnen - in die tijd - dus makkelijk 3 gezinnen wonen.



Lena's pleegzuster Francine komt met man en kinderen bij haar inwonen en enige jaren later komt ook weer de oudste dochter Catharina met haar nieuwe man in het huis wonen. Deze laatsten worden hoofdbewoner. Maar Catharina is laat getrouwd en heeft geen kinderen. Wanneer zij in 1874 overlijdt blijft haar man de winkel runnen tot 1894. Hij heet Johan Rudolf Frederik Buermann uit Quakenbrück, een plaatsje bij Hannover.



De bewoners van de eerste helft van de 20e eeuw zijn nog niet in kaart gebracht. Wel is bekend dat in december 1969 het pand verkocht is door Gideon Cornelis Kap, kruidenier. Hij verkocht het aan vader Willem de Nie en zoon Willem de Nie (geboren 1909 en 1938). Zoon Willem vestigde in het pand een naaimachine- en fourniturenwinkel. Na 1994 is het pand in diverse particuliere handen geweest en de familie Baart heeft het pand in 2011 gekocht.



Links Noorddijk 2 omstreeks 1960.

Gevelwijziging

Het pand is rond 1930 grondig verbouwd. Gelukkig hebben we een foto die rond 1900 gemaakt moet zijn. Daarop zien we rechts een stukje van dit huis zoals het voor de verbouwing was. De hoge verdieping met grote ramen boven de winkelpui veranderde rond 1930 in een zolderverdieping met kleine ramen. Het pand was in gebruik als winkel heeft waarschijnlijk aan het eind van de 19e eeuw de houten versierde winkelpui gekregen met de karakteristieke winkeldeur op de hoek. Deze pui bepaalde het aanzicht van het huis op deze prominente historische plaats in het stadshart. Op de foto van rond 1900 zien we de oude situatie met de grote ramen en hoe de houten pui geschilderd was in verschillende contrasterende kleuren. Wie goed kijkt ziet de versiering van een leeuwenkopje aan de kant van de Veerstraat, bovenaan de rechtse staander van het raam. Er was er nog een aan de linkerkant van het winkelraam aan de Noorddijk, ze zaten aan weerskanten van de pui. En laten nu uitgerekend deze bijzondere leeuwenkopjes zoekgeraakt zijn.





De gerestaureerde en de nieuwe leeuwenkop.



Leeuwenkoppen bijna verloren

Natuurlijk is er veel en vaak vertimmerd aan het pand, want elke generatie bewoners heeft het aangepast aan de eigen wensen en eisen om er gerieflijk te kunnen wonen. Dat is niet erg, het doet een huis leven. Zolang er sporen van alle bewoners en hun wijzigingen zijn terug te vinden vertelt het huis zijn eigen verhaal. Zo hebben ook de huidige bewoners het pand vanbinnen aan de moderne tijd aangepast met behoud van oude elementen.



Maar vanbuiten is een ander verhaal. De winkelpui heeft in de tweede helft van de 20e eeuw grondige opknapbeurten ondergaan. Daarbij zijn de leeuwenkopjes op een kwaad moment verwijderd om het schilderwerk te vergemakkelijken, ze zijn echter nooit meer teruggeplaatst. Paul Welagen werkte destijds als schilder aan het huis en heeft een van de leeuwenkopjes gered van de vuilnisbak. Toen hij tijdens een Furieade kennismaakte met de huidige bewoners bood hij het kopje spontaan aan. Het andere exemplaar bleek in bezit van Toon Vermin, maar is verloren gegaan tijdens één de vele verhuizingen van de familie Vermin.



Restauratie als hobby is een vak

Hans (J.F.) Scheijbeler uit Maasland heeft zich als restaurateur over het overblijvende kopje ontfermd. Hoewel het niet zijn werk is, heeft hij het restauratievak als hobby naar een professioneel niveau gebracht. Zijn hobby is begonnen na het zien van een gebeeldhouwde dekenkist in Oostenrijk. Hans is gaan oefenen met kleine werkjes en heeft tenslotte de kist gemaakt. Zo is er ook een kerststal gekomen van 20 cm hoog. Vrijwel elk jaar volgt hij een cursus van een week in Duitsland om zijn vaardigheden te trainen en uit te breiden. Momenteel is hij bezig van een foto(!) zijn familiewapen te beeldhouwen in 3D. In 2018 gaat hij met pensioen en dan heeft hij tijd voor iets 'groters'. Hij zou dan bijvoorbeeld graag een boegbeeld van een schip restaureren. Nodeloos te zeggen dat hij veel interesse heeft in geschiedenis.



De restauratie van de overgebleven leeuwenkop heeft hij met veel geduld en aandacht ter hand genomen. Het verwijderen van oude verfresten moet met beleid gebeuren om verdere beschadiging te voorkomen. Beschadigingen en oude schroefgaten moeten met de juiste houtsoorten en lijmsoorten worden hersteld. Daarna komt het bijkleuren van het hout zodat de herstellingen onzichtbaar zijn.



De tweede Leeuwenkop heeft hij zelf gemaakt van hard naaldhout, het Amerikaanse Oregon Pine. Het origineel was van larix en dat is nu een beschermde boomsoort in Scandinavië. Een exacte kopie van de oude kop vergt nauwkeurig snijwerk wat algauw een week in beslag neemt. Natuurlijk moeten de gerestaureerde en de nieuwe kop grondig behandeld worden, met millieuvriendelijke en duurzame middelen, om weer vele decennia weer en wind in Maassluis te kunnen trotseren.





Restaurateur (links) en eigenaar (rechts) voor de plaats waar de nieuwe kopjes zullen komen.



Binnenkort is Maassluis weer een klein stukje historie rijker. De kopjes komen niet meer op de voormalige winkelpui, maar aan weerszijden van de huidige voordeur aan de Noorddijk. De Historische Vereniging Maassluis is blij met dit soort initiatieven.



Auteur: Ineke Vink van de Historische Vereniging Maassluis