Streekhistorie: Grote brand in de hervormde kerk en toren van Monster
Op 13 juli van dit jaar is het 115 jaar geleden dat een grote brand woedde in de eeuwenoude hervormde kerk van Monster. De brand die kerk en toren volledig in de as legde, werd zaterdagmiddag 13 juli 1901 omstreeks kwart over drie ontdekt aan de oostzijde van het kerkgebouw. De 'brandspuit' van Monster, die in de nabijheid van de kerk was gestationeerd, was al snel aan het blussen. Ook de Poeldijkse spuitgasten waren snel ter plaatse. (Bovenste foto: RCE; verbrande toren vanuit het zuiden)
Die middag stond er een sterke wind, waardoor het vuur snel aanwakkerde en het gevaar bestond dat de brand zou overslaan naar de nabijgelegen woningen. Om dat gevaar te keren, riep het gemeentebestuur telegrafisch assistentie in van de brandweer van Den Haag. Omstreeks half zes arriveerde die met de 'stoomspuit' en bond de strijd aan met de vuurzee. Water was er in de buurt voldoende. De haven in de huidige Havenstraat liep nog door tot dichtbij de kerk. De dichtbij gelegen huizen ten zuidoosten van de kerk werden ontruimd, maar gelukkig vatten ze geen vlam. Wel ontstond er brand in enkele met riet gedekte schuren achter deze huizen, maar die brandjes konden snel geblust worden. Aan het begin van de avond waren kerk en toren totaal uitgebrand. De beide klokken die in de toren hingen zijn naar beneden gestort en in stukken gevallen. De grootste klok had een opschrift in gotische letters en dateerde waarschijnlijk uit 1500. De oorzaak van de brand is onbekend, wel waren er voor de brand werkzaamheden aan het dak van de kerk.
Bron: RCE; verbrande toren vanuit het zuiden
In de kranten uit die tijd werd melding gemaakt dat daags na de brand veel ramptoeristen naar de uitgebrande kerk en toren kwamen kijken, er reden extra trams vanuit Den Haag en anderen kwamen per rijtuig, fiets of een ander vervoermiddel. In de namiddag werd een gedeelte van de kerk gesloten, omdat een jongen in een grafkelder zakte.
Zondag 14 juli 1901 werd de kerkdienst gehouden in de gereformeerde kerk, welke stond aan de Herenstraat. Daarna werd voor de diensten gebruikgemaakt van de hervormde kerk in Ter Heijde aan Zee. De catechisaties en de vergaderingen van de kerkenraad, de kerkvoogdij en de notabelen, moesten geruime tijd in de openbare school plaatshebben.
In de notulen van de kerkenraad uit die tijd is het volgende opgetekend:
In Memoriam
Den 13den Juli 1901 heeft een zware ramp onze gemeente getroffen. Kerkgebouw en toren zijn in vlammen opgegaan. Het vuur, waarschijnlijk ontstaan door de werkzaamheden van een loodgieter op het dak der Kerk, deed spoedig het dak instorten. Ontzettend werd het schouwspel toen ook de vlammen den toren aantastten. De belendende huizen ja de geheele oostzijde van het dorp verkeerden toen in groot gevaar. De stoombrandspuit uit 's-Gravenhage slaagde er in de omgeving te bewaren. Het inwendige van Kerk en toren is geheel verteerd. De naakte muren leveren een droevige aanblik. Predikstoel, orgel, banken alles is verbrand. Het archief van den Kerkeraad, de meubels van de kerkekamer, de boekenkast der Jongelingsvereniging, de kerkebijbels van den Kerkeraad, de kanselbijbel, de lezenaar van den voorzanger werden gered. Naar begrooting werd de ruïne den volgenden Zondag door 10.000 vreemdelingen bezocht.
Het kerkgebouw was verzekerd met het inwendige voor ƒ 50.000 bij de firma de Jonge te Amsterdam. De toren voor ƒ 6000 bij de assurantiemaatschappij te Brussel.
Zondag 7 juli was 's-morgens in onze Kerk gepredikt over Ezechiël 9 : 4. Gezongen was ps. 119 : 69. ps 97 : 1. ps. 37 : 19. ps 73 : 14. 's Avonds was behandeld de 40ste vraag van den Heidelbergschen Catechismus. Beide beurten bij monde van Ds. A. van der Sluis. Het laatste vers in dien avond in onze kerk gezongen was ps 72 : 7.
Zondagavond 14 Juli vergaderde de gemeente in het Kerkgebouw der Gereformeerden, ons welwillend aangeboden. Het was een aandoenlijke ure voor gemeente en leeraar. De smart was zichtbaar. De text door Ds. van der Sluis gekozen Klaagl 2 : 7 : "Hij heeft zijn Heiligdom te niet gedaan" werd met ontroering behandeld en aangehoord. Gezongen werd ps 63 : 2. ps 74 : 7. ps 102 : 8. ps 124 : 1,2. Ps 147 : 3.
De kerkvoogdij ging met voortvarendheid aan het werk. De eerste vergadering na de brand vond plaats op 19 juli 1901, 's avonds om 19.00 uur ten huize van president-kerkvoogd A. van Spronsen Cz. Het eerste karwei dat aangepakt moest worden was onder andere het schoonmaken van de goten en het verwijderen van het puin en de verbrande balken. Dit werk moest aanbesteed worden onder protestantse aannemers. De aannemer was verplicht het gehele kerkgebouw aan te vegen en alles wat van waarde was voor de kerk, op te ruimen. Het gedeeltelijk verbrande hout was bestemd voor het diaconiehuis in het Kerkpad. Alles moest voor zaterdag 27 juli ontruimd zijn. Tijdens die eerste vergadering na de brand werd tevens besloten dat de kerk op zondag 21 juli voor het publiek te bezichtigen zou zijn. Ja, u leest het goed, op zondag te bezichtigen! Diezelfde week waren er al aanbiedingen van vijf architecten die zich gaarne met de herbouw belast zagen. Architect E.G. Wentink uit Schalkwijk was door de kerkvoogdij als deskundige aangesteld om de brandschade met de verzekeringsmaatschappij te regelen.
In een vergadering op maandag 22 juli werd het opruimen en schoonmaken van de kerk gegund aan W. de Zoete als de laagste inschrijver. Tot voorlopig architect werd benoemd E.G. Wentink die ook de brandschade al had geregeld. Deze architect was ook belast met de herbouw van de eveneens door brand verwoeste kerk in Harmelen. Die herbouw was bijna voltooid. Wentink had dus ervaring met dit soort werk. In de vergadering van kerkvoogden en notabelen van dinsdag 23 juli werd het een en ander bekrachtigd.
Bron: RCE; kerk en toren vanuit het noord-oosten, kerk herbouwd, toren nog niet.
Restauratie van kerk en toren
Ook architect Wentink ging voortvarend te werk. Bestek en tekeningen voor de herbouw van het Godshuis waren al op 13 september 1901 gereed. Aan aannemer N. Willemse uit Vreeswijk werd - na inschrijving door 32 aannemers - het herbouwwerk gegund. Nog geen jaar later, op 20 juni 1902, werd de vervaardiging van het meubilair voor de kerk aanbesteed. Het werk werd aan de gebroeders Van Malsem uit Den Haag gegund. De orgelbouwers Gebr. Van Dam uit Leeuwarden, die ook het orgel dat verloren was gegaan hadden gebouwd, namen de bouw van het nieuwe orgel aan voor ƒ 6.200,-.
Op 21 december 1902 's middags om half twee begon de kerkdienst ter gelegenheid van de ingebruikneming van de herbouwde kerk. De kerkklokken konden nog niet worden geluid, omdat de restauratie van de toren nog niet begonnen was. En er moest zonder orgel worden gezongen, omdat het instrument nog niet voltooid was. Zeventien maanden hield Hervormd Monster kerkdiensten in de kerk van Ter Heijde aan Zee. Tijdens de ingebruikneming van de kerk schonk huisarts Van den Brink het zilveren doopbekken dat tot op de dag van vandaag wordt gebruikt.
Bron: RCE; toren vanuit het noordwesten in restauratie
Bestek en tekeningen voor de herbouw van de geschonden toren werden in april 1906 gemaakt door architect J.C. Wentink uit Utrecht. Op 11 mei werd de herbouw van de toren aanbesteed. De aannemer van de toren werd dezelfde als die van de kerk, Willemse uit Vreeswijk. Hij had ingeschreven voor een bedrag van ƒ 28.780,-. De restauratie was in 1907 voltooid.
Interieur van de kerk na de restauratie
Het interieur van de kerk zag er na de restauratie als volgt uit: de zitplaatsen bevonden zich alleen in het middenschip en de noordbeuk. Het bankenplan was aan de zijden van orgel, Kerkplein en koor omgeven door een 2,50 meter hoog schotwerk. Aan de zijde van de Havenstraat stond een laag schotwerk, waarvan het restant nu nog te zien is achter de preekstoel.
Daar waar de kerkpaden tegen het schotwerk liepen, waren deuren geplaatst. Een prachtige deur met het wapen van Polanen (Monster) bevond zich aan het einde van het pad aan de koorzijde. Op het bovenste gedeelte van het hoge schotwerk waren op acht vakken bijbelteksten geschilderd. Vanaf de Havenstraat/orgelzijde van de kerk was op deze vakken te lezen:
Vak A. 'Maar wie volharden zal tot den einde, die zal zalig worden'.
Matth. 24 : 13.
Vak B. 'Hoe liefelijk zijn Uwe woningen, O Heere der heirscharen!
Ps. 84 : 2.
Vak C. 'En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den eenigen waarachtigen
God, en Jezus Christus, en Jezus Christus, dien Gij gezonden hebt'.
Joh. 17 : 3.
Vak D. 'Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijne gerechtigheid, en alle
deze dingen zullen U toegeworpen worden'.
Matth. 6 : 33.
Vak E. 'Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal U
ruste geven.'
Matth. 11 : 28.
Vak F. 'Dat Uwe oogen open zijn nacht en dag over dit Huis.'
I Kon. 8 : 29a.
Vak G. 'Draagt elkanders lasten, en vervult alzoo de Wet van Christus.'
Gal. 6 : 2.
Dit schotwerk zorgde voor een grote mate van beslotenheid; daarbinnen was het een echte preekkerk. Dankzij dit schotwerk had men ook veel minder last van tocht, zeker bij de hoofdingang aan de kant van het Kerkplein. Ook ondervonden de kerkgangers veel minder last van tocht van de kerkramen. En dat was best belangrijk, want de kerk was niet verwarmd. Men kon alleen wat warmte krijgen door testjes met gloeiende kooltjes die in stoven werden geplaatst. De eerste echte verwarmingsinstallatie kreeg de kerk pas in 1940.
De preekstoel, de lezenaar van de voorlezer, de twee banken ter weerszijden van de preekstoel (voor kerkenraad en kerkvoogdij), het hekwerk ter weerszijden van de voorlezerslezenaar, het schotwerk achter de preekstoel en de zogenaamde 'Polanendeur' in het schotwerk van het koor, waren vervaardigd van eikenhout. Het overige schotwerk - en de overige banken - waren van vurenhout, geschilderd in een eiken houtimitatie.
Het huidige interieur van de kerk is in de loop der jaren diverse malen aangepast en is dus niet meer hetzelfde als dat van vlak na de restauratie. Met name in de periode tot 1963/64 is het interieur diverse malen gewijzigd.
Geraadpleegde bronnen:
Kerkarchief van de Ned. Herv. Gem. Monster
Krantenartikelen uit die tijd: Historisch Archief Westland en Delpher
Archief Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te Amersfoort
Th. van Straalen, Beknopte geschiedenis van de Hervormde kerk Monster (2003)
Auteur: Thomas van Straalen van de Werkgroep Oud-Monster