Streekhistorie: Geschiedenis herhaalt zich, maar dan omgekeerd
Eind januari van dit jaar is tijdens de raadsvergadering van de gemeente Midden-Delfland de burgemeester weggestemd ondanks een positief advies van de vertrouwenscommissie. Uit de Maassluise Courant: De inwoners reageerden emotioneel en heel duidelijk. Deze burgemeester heeft zich met hart en ziel ingezet voor het groene hart. Als hij wegvalt is het afwachten wat er gaat gebeuren. Over het algemeen wil men af van kleine gemeenten, dus niet raar opkijken als er inlijving volgt door een buurgemeente. 'Dan kunnen we onze zuurverdiende centen in de bodemloze put vol schulden van de buurgemeente gooien.'
Gemeente Maassluis heeft in het verleden ook iets dergelijks meegemaakt. Maar dan eigenlijk net het omgekeerde. Wat was het geval?
Maassluise Courant 28 januari 2016.
Waarom wilde Maassluis zelfstandig zijn?
In 1614 splitste Maassluis zich af van het dorp Maasland en werd zodoende zelfstandig. Maar waarom wilde Maassluis dit zo graag? Ze had er per slot van rekening een jarenlange strijd voor over met het hoogste gezag in Maasland, Delft en Holland. Er waren verschillende redenen om zich af te splitsen. De belangrijkste waren:
- De grote fysieke afstand tussen de twee dorpen. Stadsbestuur, notarissen, schout, bode, deurwaarder en rechtbank zaten voor Maassluizers een eind weg. Men moest immers lopen.
- De onrechtvaardige verdeling van de uitgaven en ontvangsten. De belastingopbrengst van Maassluis verdween in een schijnbaar bodemloze put, Maassluis zag er niets van terug.
- Rechtshandelingen
- Over kleinere overtredingen, zoals diefstal en ruzie tussen handelende partijen, sprak de Schout recht in het dorpshuis in Maasland. De vissers uit Maassluis waren veel tijd kwijt als ze zaken voor de rechtbank moesten bepleiten. Zij moesten hiervoor te voet naar Maasland, waardoor zij vele malen het gewenste tijdstip misten waarop het getijde gunstig was om uit te varen. Het kwam ook voor dat de wind inmiddels was gedraaid, en dan kon het dagen duren voordat de vissers opnieuw gunstig weer hadden om uit te varen.
- Ook voor beslaglegging op schepen van een vreemde koopman, die niet wilde betalen voor de gekochte waar, moest de deurwaarder uit Maasland gehaald worden. Eer hij aan de haven kwam was er zoveel tijd verloren dat de wanbetaler er met zijn schip al vandoor was.
- Certificaten voor origine van vis, die ook bij de rechtbank moesten worden gehaald, kwamen in veel gevallen te laat. Potentiële kopers waren dan inmiddels naar Vlaardingen gegaan om hun haring, met bestemming Brabant of Vlaanderen, te kopen. Dus niet alleen de visserij, maar ook de handel ondervond nadeel van de grote afstand.
- Belastingopbrengsten
- Een ander bezwaar betrof de lasten die ongelijk waren verdeeld. Omdat het kleine Maassluis zeer welvarend was, bracht het verhoudingsgewijs meer belasting op dan Maasland, maar het dorpsbestuur liet de landbouw meer van de belastingopbrengst profiteren dan de visserij.
- Onderhoud aan wegen en woningen van de ambtenaren zoals de schoolmeester, vroedvrouw en predikant werden in Maasland van de belastingopbrengst betaald. Maar als Maassluis klaagde over de staat van deze zaken in het dorp dan gaf het dorpsbestuur niet thuis: Maassluis mocht zelf het benodigde geld hiervoor bijeenbrengen.
Het conflict, want dat werd het, escaleerde zodanig dat de ambachtsheer van Maassluis en Maasland (het hoogste gezag in de regio) Jacob van Egmond, Heer van Keenenburg, op 1 januari 1612 besloot om de scheiding uit te spreken. Dit besluit moest nog wel worden goedgekeurd door de Staten van Holland en West-Friesland, waarin de afgevaardigden van de steden zitting hadden. Met name de afgevaardigden van Delft waren tegen. Wellicht speelde ook mee dat Schipluiden zich zonder slag of stoot enige jaren eerder van Maasland had kunnen afscheiden zonder dat Maasland hierin gekend was.
Johan van Oldenbarnevelt, raadpensionaris van Holland.
1614, de scheiding uitgesproken
Ds. Fenacolius was de drijfveer achter de verzelfstandiging van Maassluis. Hij was een geducht en invloedrijk man die onafgebroken actie bleef voeren bij zijn hoge relaties in Den Haag en Delft. De burgemeester en regeerders van Delft aarzelden met hun reactie, maar ds. Fenacolius bleef hen bezoeken en aanspreken. Twee burgemeesters gaven blijk van toenadering, een derde burgemeester was er nog op tegen. Maar op 4 maart 1614 ging ook Delft om en na veel heen en weer gepraat ging men akkoord met een eigen gezag en een eigen rechtbank voor Maassluis.
Het officiële gedeelte: Maasland en Maassluis werden gesommeerd om voor de Gecommitteerde Raden van Staten te verschijnen. Ds. Fenacolius vertegenwoodigde Maassluis, graaf Otto van Egmond en vier schepenen vertegenwoordigden Maasland. Maassluizers vertrouwden zo op de rechtvaardigheid van haar zaak dat zij het niet nodig vonden om advocaten of procureurs ter ondersteuning mee te nemen. Hetgeen de landsadvokaat, Johan van Oldenbarnevelt, de uitspraak ontlokte: 'Zijn de Maaslanders soms in barensweeën, dat zij in zo groten getale zijn uitgetrokken?'
Akte van Separatie, ondertekend door Van Oldenbarnevelt op 16 mei 1614.
Op 16 mei 1614 werd de separatie vastgelegd in een officieel document, getekend door raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt. In de akte staan behalve de voorwaarden en de grensafspraken ook de vele punten genoemd waarom Maassluis zich wilde afsplitsen. Maassluis is vanaf dat moment officieel een zelfstandige gemeente.
200 jaar later, 26 augustus 1814, is Maassluis door koning Willem I bij 'Souverein Besluit' tot stad verheven. Het kreeg de stadstitel, niet de stadsrechten. In 2014 heeft Maassluis uitgebreid stilgestaan bij haar vierhonderd jarig bestaan als zelfstandige gemeente.