Archief

Streekhistorie: Triomftocht van de Koninginnen door het Westland.

De Duitse Keizer Wilhelm II en zijn echtgenote Keizerin Agusta Victoria brengen met het Keizerlijkjacht het ss. "Hohernzollern" van 1 juli tot 3 juli 1891 een driedaags statiebezoek aan Nederland. Het bezoek begint in Amsterdam en op 3 juli ligt de "Hohernzollern in de haven van Rotterdam.

Tijdens de ochtenduren van vrijdag 3 juli 1891 maken Koningin Wilhelmina en Koningin-Regentes Emma zich in Den Haag gereed voor een bezoek aan Rotterdam voor het afscheid van het Duitse Keizerlijk paar. De tocht gaat door het Westland naar Hoek van Holland en vandaar per salonboot naar Rotterdam. De tocht van de Koninginnen wordt een ware zegetocht.

Om negen uur verlaten de Koninginnen per koets paleis Noordeinde te Den Haag waarbij zij uitgeleide worden gedaan door de Gouverneur der residentie. Het gevolg van de vorstinnen is al met drie koetsen vooruit gegaan naar Hoek van Holland. In de straten van Den Haag staat een grote menigte met vlaggetjes te zwaaien en te juichen. De koetsen rijden via het Noordeinde, de Hoogstraat, de Groenmarkt, het Hoge Westeinde en het Lage Westeinde naar de Loosduinseweg. Bij de grens met Loosduinen staat een ontvangstcomité, bestaande uit de burgemeester van Loosduinen en diverse notabelen klaar om de Koninginnen te begroeten. De koetsen rijden verder door het Westland richting Monster. Overal staat een menigte juichende mensen en van de woningen en gebouwen wappert de driekleur.

Ook bij de gemeentegrens van Monster staat de burgemeester met een ontvangstcomité. In het dorpscentrum stopt het Koninklijk rijtuig voor het raadhuis. Hier staan een muziekkorps en schoolkinderen die de vorstinnen toezingen. Ook bieden de kinderen bloemen aan. De paarden worden gewisseld en de koets rijdt stapvoets door het dorp. Ter hoogte van de grens met Ter Heijde staat een wagen met daarop de reddingboot opgesteld langs de weg. De boot is helemaal opgetuigd en bemand. Ook hier staan schoolkinderen om de vorstinnen toe te zingen.

Aan de gemeentegrens van 's-Gravenzande herhaalt het tafereel zich. De burgemeester van de stad, P.R. Dingemans van de Kasteele, wacht met zijn rijtuig het Koninklijk rijtuig op en begeleid de vorstinnen door de stad naar het buurtschap Hoek van Holland. Ook hier juichende mensen en muziek ter verwelkoming. Via de Rijksweg van 's-Gravenzande naar Hoek van Holland rijdt de stoet naar de oever van de Nieuwe Waterweg, waar men om 10.15 uur aankomt. De Koninginnen worden ook hier opgewacht door een grote menigte juichende en zwaaiende mensen. Zij worden ontvangen door diverse autoriteiten terwijl schoolkinderen toepasselijke liederen zingen.

Bij het speciaal aangelegde landhoofd is inmiddels de feestelijk versierde salonboot Merwede I afgemeerd. Ook bij dat landhoofd is een erewacht opgesteld, bestaande uit manschappen van de pantserfortartillerie van het "Fort aan den Hoek van Holland" terwijl de kanonnen van het fort met veel gebulder het 'Koninklijk saluut' laten horen.

Beide Koninginnen gaan, na inspectie van de erewacht, onder luid gejuich aan boord van de Merwede I, een salonraderstoomboot van de rederij "Fop Smit".

Om half elf maakte de salonboot zich los van het landhoofd terwijl de kanonnen van het fort als afscheid twee saluutschoten afvuren.

Op de Nieuwe Waterweg wordt de Merwede I, terwijl zij koers zet richting Maassluis, omringd door een vloot van gepavoiseerde schepen en scheepjes. Verder wordt het schip begeleid door twee torpedoboten van de Koninklijke marine.

Onderweg groeit de vloot van meevarende schepen steeds verder aan. Ter hoogte van Maassluis liggen een aantal versierde loggers op stroom voor anker. Op het havenhoofd is veel volk op de been.

Ook aan de wal bij Rozenburg, Vlaardingen, Schiedam en Pernis herhalen de taferelen van juichende mensenmassa's en vrolijke klanken van muziekkorpsen zich.

Te halfeen meert de Merwede I nabij het Poortgebouw te Rotterdam af en gaan de Koninginnen aan land voor hun ontmoeting met de Duitse Keizer en Keizerin.

DUITSE KEIZER PASSEERT HOEK VAN HOLLAND.

Op vrijdagavond 3 juli 1891 sluit de Duitse Keizer Wilhelm II zijn drie daagse statiebezoek aan Nederland af. Aan den Hoek van Holland hebben zich honderden nieuwsgierigen en belangstellenden verzameld om de uittocht van de Duitse Keizer bij te wonen. De mensen komen te voet, maar ook met de tram, met rijtuigen en per rijwiel. Zo vertrekken uit 's-Gravenhage 120 dicht bezette rijtuigen en 54 wielrijders naar Hoek van Holland. De tolgaarders bij het tolhuis aan de straatweg te Loosduinen doen goede zaken. Het vervoer met de Westlandse stoomtram is zo groot, dat de hele middag met vier personenwagens, getrokken door twee locomotieven gereden wordt. Tot acht uur wordt de menigte bestaande uit stedelingen en plattelandslieden steeds groter zodat het dringen wordt op de oever van de Nieuwe Waterweg. Gelukkig is het laag water zodat het strand en de noorderdam ook begaanbaar zijn. Al die mensen kijken vol ongeduld in de richting van Maassluis. Zij die in het bezit zijn van een verrekijker gebruikten deze om niets van het komende schouwspel te hoeven missen.

Omstreeks half acht komt het prachtige Keizerlijke stoomjacht, de 'Hohernzollern', in zicht. Het schip stoomt met een rustige vaart, komende uit de richting van Rotterdam, door het kalme water van de Nieuwe Waterweg. Toen het jacht de Harwichkade met het treinstation passeerde klonk het oorverdovende geluid van saluutschoten. Deze schoten werden afgevuurd met de grote stalen kanonnen van het pantserfort. Langszaam naderde het Keizerlijk jacht het imposante fort met haar drie nikkelstalen koepels waaruit de zes grote kanonnen staken.

Het schip werd omringd door de, met honderden vlaggen getooide, schepen van de Koninklijke marine en een vloot van vlugge stoombarkassen en elegante stoombootjes.

Terwijl de grond dreunt van de saluutschoten blijft het elegante jacht enige minuten stil liggen ter hoogte van het fort om een saluut te brengen met haar seinvlaggen. Nadat enkele krachtige stoten zijn gegeven op de scheepsfluit en de seinvlaggen bij wijze van afscheid driftig op en neer bewegen, wordt er door de menigte op de wal luid: "hoera, hoera" geroepen.

Terwijl het kanon van het fort nog buldert beantwoorden al de stoomboten en andere vaartuigen het saluut met hun bel, fluit of vuurwapens. De bezetting van het fort defileert voor het fort. De Duitse keizer zwaait de verzamelde mensenmenigte toe. De vaart van het Keizerlijk jacht wordt nu versneld waarna het tussen de pieren door, omstreeks twintig minuten over acht, de kalme Noordzee op vaart. Voor de monding van de Nieuwe Waterweg liggen drie Nederlandse oorlogsschepen in linie te wachten. Deze schepen zijn feestelijk gepavoiseerd en salueeren met hulp van hun seinvlaggen.