Silvester Weterings laat het Staelduinse Bos spreken
Ooit woonde hij met zijn ouders, acht broers en zes zussen aan de rand van het bos, op een plek waar de oorlog letterlijk hun achtertuin binnenstapte. Tegenwoordig wordt hij steeds vaker gevraagd voor lezingen en voor excursies als gids, met een missie die hem drijft: het levend houden van de verhalen uit de Tweede Wereldoorlog in en om het Staelduinse Bos. Niet als geschiedenisles, maar als menselijke ervaring.
Silvester Weterings groeide op in een huis dat destijds praktisch in het bos stond. Die plek was doordrenkt van oorlogsherinneringen. "We speelden op, in en tussen de bunkers", zegt hij. "Wat voor anderen geschiedenis was, was voor ons gewoon achtertuin."
Hoewel hij er al jaren niet meer woont, blijft die plek het fundament onder zijn passie. De oorlog is voor hem nooit iets abstracts geweest. Het zit in zijn familiegeschiedenis, in zijn omgeving en in zijn taal.
De Duitse parachutisten die verkeerd waren gedropt
Een van de gebeurtenissen waarover hij tijdens zijn excursies en lezingen vaak vertelt, speelde zich af op 10 mei 1940. Duitse parachutisten (Fallschirmjäger), bedoeld voor de aanval op Ockenburgh bij Den Haag, raakten door luchtafweer en de Nederlandse luchtmacht gedesoriënteerd en landden daardoor in de Bonnen, achter het Staelduinse Bos.
"Mijn opa stond met zijn fiets bij de Bonnendijk toen hij werd aangehouden", vertelt Weterings. "Hij moest de parachutisten begeleiden richting de Maasdijk, richting Den Haag. Ze wilden naar de Betonstrasse en/of Betonbaan, zeiden ze, en opa verstond het in eerste instantie niet. Dat maakte diepe indruk op onze familie - en op mij."
Oom Toon Weterings zag het gebeuren vanaf de Zandberg, waar hij op een zelfgebouwde uitkijktoren stond. "Hij zag de parachutes uit de lucht vallen, 'witte wolkjes' noemde hij ze. Hij zag ook wat er gebeurde met opa en die Duitse parachutisten."
Op een gegeven moment probeerde zijn opa aan de Duitse troepen te ontsnappen. Toen de Duitsers waarschuwingsschoten losten, liet hij zich van zijn fiets vallen en bleef roerloos liggen. De parachutisten dachten dat hij geraakt was en lieten hem achter. "Hij deed alsof hij was doodgeschoten. En dat redde waarschijnlijk zijn leven."
Volgeboekte lezing op 30 maart
Komende zondag geeft Weterings opnieuw een excursie over deze gebeurtenissen in d'Oude Koestal, gevolgd door een wandeling door het bos. Wie zich nog hoopvol wil aanmelden: het is al volgeboekt.
"De excursie was binnen no-time volgeboekt", zegt hij. "Vrienden van het Staelduinse Bos hoeft nauwelijks promotie te maken, een persbericht is vaak al voldoende. Ze weten me wel te vinden."

WhatsApp Image 2025-03-28 at 11.37.13 WOS/Jan Cammeraat
Tijdens de wandeling toont hij de exacte plekken waar de parachutisten landden, waar bunkers stonden en waar zijn familie het meemaakte. Deelnemers krijgen foto's te zien uit het familiearchief, fragmenten uit een oude film en originele voorwerpen, zoals een scherf van een vliegtuigbom en een granaatscherf afkomstig van Fort 1881 die in het bos gevonden zijn.
"Ik wil dat mensen voelen wat er toen gebeurd is. Niet alleen horen, maar echt beleven."
Geen jaartallen, maar verhalen
De kracht van Weterings zit in zijn vertelstijl. "Mijn kracht zit niet in jaartallen, maar in verhalen", zegt hij. "Verhalen die raken, omdat ze echt gebeurd zijn. Omdat ik de mensen van wie ik vertel soms zelf nog gekend heb."
Tijdens zijn lezingen is er vaak ruimte voor een lach, een traan en vooral veel herkenning. "Ik geef lezingen voor twintig mensen en soms voor zestig", zegt hij. "Blijkbaar is er veel behoefte aan wat er is gebeurd in en om het Staelduinse Bos in de Tweede Wereldoorlog."
Niet uit boeken, maar uit het leven
Zijn verhalen komen niet uit de boeken. Ze zijn afkomstig uit familiearchieven, gesprekken met ooggetuigen, interviews en uit zijn eigen jeugd. Zijn oom, Toon Weterings, won ooit een fotowedstrijd en documenteerde het gezinsleven in de oorlogsjaren nauwkeurig. Die foto's gebruikt hij nu om zijn verhaal te ondersteunen. Natuurlijk is er veel research gedaan om zaken te verifiëren.
"Als je weet wat hier gebeurd is, kun je vrijheid beter waarderen. En vrijheid is niet vanzelfsprekend."
Silvester Weterings
"Het werk gaat gewoon door, zelfs met twee pk", zegt hij, wijzend op een oude foto van zijn familie waarop nog werd geploegd met twee paarden. "Dat is ook oorlog. Niet alleen de grote slagvelden, maar het alledaagse leven dat doorging."
Van Plusbus, Tomatoworld, Staelduinse Bos tot Atlantikwall
Naast zijn lezingen is Weterings actief als vrijwilliger, bij Tomatoworld, de Plusbus en Vrienden van het Staelduinse Bos. Hij geeft lezingen, onder andere voor Probusclubs, verenigingen en vorig jaar zelfs ook in Bunker Bremen, een museum in Hoek van Holland.
"Ze vragen me omdat ik het verhaal ken", zegt hij. "Niet alleen het grote verhaal van de oorlog, maar het verhaal van deze plek. Van de mensen hier."
Vrijheid is niet vanzelfsprekend
Weterings wil ook jongeren bereiken. "Zij zijn de toekomst", zegt hij. "Zij moeten het verhaal levend houden. Dan moeten ze het wel gehoord hebben."
Zijn boodschap is helder: geschiedenis mag niet vergeten worden. "Vrijheid is niet vanzelfsprekend." Maar verhalen helpen je om het wel zo te voelen.
Dat is ook de reden waarom hij zijn kennis deelt. Digitale bestanden, foto's, dagboeken, kaarten: alles krijgt een plek.
Op de vraag waarom hij hier nog steeds zoveel tijd en energie in steekt, hoeft Weterings niet lang na te denken. "Vrijheid lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Als je je geschiedenis kent, kun je het licht op de toekomst werpen."