Archief
WOS/Jay Koek

WOS/Jay Koek

Complimenten voor Arends over aanpak Lierse sinterklaasintocht

Meerdere gemeenteraadsfracties in Westland hebben donderdagavond tegenover burgemeester Bouke Arends waardering uitgesproken voor zijn handelen voor en tijdens de afgelopen sinterklaasintocht in De Lier. Zij deden dit in reactie op de behandeling van vragen van Duncan Plomp (GroenLinks).

"Complimenten aan de burgemeester voor hoe hij dat toen heeft opgelost. Demonstreren is een groot goed, maar wij moeten als volksvertegenwoordigers niet de kant van de demonstranten kiezen", aldus Peter Duijsens (Westland Verstandig), die hierbij doelde op Plomp. De complimenten van Duijsens werden concreet gedeeld door Roel Batelaan (VVD) en René Lelieveld (GBW). Jasper van der Voort (Forum voor Democratie) en Dave van Koppen (LPF) gaven vooral blijk van hun afkeer van de aanhangers van Kick Out Zwarte Piet.

Plomp had de intocht laten agenderen in de commissie Bestuur en Economie naar aanleiding van uitvoerige berichtgeving van de WOS. De streekomroep had, met een beroep op de Wet open overheid (Woo), documenten opgevraagd omtrent de gang van zaken bij de gemeente voor en tijdens de intocht.

Dringend verzoek aan journalist

Plomp wilde onder meer weten waarom die zaterdag met een journalist van Omroep West is gebeld met het dringende verzoek om te stoppen met zijn 'opruiende tweets', waaronder een retweet van een oproep van Kick Out Zwarte Piet om in De Lier te gaan demonstreren. Was dat een eigen initiatief van een ambtenaar of niet?

Burgemeester Arends gaf hierop een uiteenzetting van wat er bij zo'n Woo-verzoek gebeurt. Je krijgt informatie, in de vorm van mails en appjes, maar zonder dat je de context weet. Die appjes gaan staccato, maar dan mis je volgens hem het beeld hoe daarover gesproken is. "Je hebt formele feitelijke informatie, maar die kun je soms lezen op een manier zoals je die wilt lezen", aldus Arends. Hij vervolgde evenwel: "Ik denk dat de WOS op zich best verantwoord verslag heeft gedaan. Ik heb die stukken ook gelezen en ik heb daar niet vreemd naar gekeken."

Echter, van het onder druk zetten van een journalist van Omroep West "is wat mij betreft, geen sprake geweest", zei Arends. Hij gaf daarop een schets van de context. Er was rond die tijd een overheidsdocument verschenen over de ervaringen tijdens een uit de hand gelopen intochtdag in Staphorst een jaar eerder. Een van de punten was dat de demonstranten niet in een georganiseerde vorm Staphorst binnenkwamen, maar bijna allemaal afzonderlijk. Daardoor was het voor de politie moeilijk om de veiligheid van die demonstranten te garanderen.

Centrale verzamelplaats

Op grond van de aanbevelingen in dat rapport is er in Westland voor gekozen om de demonstranten op een centrale plek te laten verzamelen om ze vervolgens in bussen naar de plek van de demonstratie te brengen. Arends vergeleek het met het vervoer van voetbalsupporters bij risicowedstrijden.
In eerste instantie was bedacht om demonstranten hun auto's te laten parkeren bij het gemeentekantoor op de Laan van de Glazen Stad in Naaldwijk. Daar is later op teruggekomen. De politie vond het beter om een locatie in de nabijheid van een snelweg te kiezen. Dat werd de Harnaschpolder in Den Hoorn.

Dat van de Laan van de Glazen Stad als verzamelplek werd op een gegeven moment bekend. Dat is toen niet weerlegd, in het belang van de zaak. "Dat is geen nepnieuws. We hebben dat gewoon boven de markt te laten zweven. In oorlogstijd is veel te verdedigen", aldus Arends. "Ik vond dit heel verdedigbaar."

'Geen druk uitgeoefend'

"Op de zaterdag van de intocht werd ik geattendeerd op een aantal twitterberichten van een journalist van Omroep West, waarbij werd opgeroepen om naar De Lier te komen. Wij hadden er geen behoefte aan, dat allerlei ongeorganiseerde personen op eigen gelegenheid naar De Lier zouden komen en daardoor de zaken voor ons veel minder beheersbaar zouden maken."

Dat was reden voor Arends om een ambtelijk medewerker te vragen om contact op te nemen met de betreffende journalist met het verzoek om met het retweeten van díe boodschap te stoppen vanwege het belang van de beheersbaarheid. "Er is geen druk op hem uitgeoefend. Het is een fatsoenlijke vraag geweest en ik heb begrepen dat de journalist in kwestie dat ook niet als onbehoorlijk heeft gezien. Het is mijn verantwoordelijkheid geweest, niet de verantwoordelijkheid van die ambtenaar."

In zijn reactie verwees Plomp naar de weergave van een ambtelijk bericht in het WOS-artikel, waarin het scenario werd geschetst dat eventueel de baas van de journalist zou worden gebeld. "Ik zie dat toch als een dreigement", concludeerde Plomp. Volgens Arends zou het kunnen zijn dat zoiets in de hectiek van de dag in een WhatsApp-bericht genoteerd is, maar om de hoofdredactie van Omroep West te gaan bellen zou nooit een serieuze optie zijn geweest "zonder dat ik daarin gekend zou zijn".

De betrokken journalist van Omroep West bevestigt desgevraagd de lezing van Plomp.