Archief
Google Streetview

Arcade kan door met voorbereiding appartementencomplex in Monster

Woningbouwcorporatie Arcade kan verdergaan met de voorbereiding van de bouw van een appartementencomplex op het terrein van het voormalige gemeentekantoor in Monster. Dit leert de uitspraak die een voorzieningenrechter bij de Raad van State deze week deed in een zaak die door een omwonende was aangespannen tegen de gemeenteraad van Westland.

Het plan voorziet in de bewuste locatie aan de Choorstraat in de bouw van 40 woningen, waarvan 85 procent bedoeld is voor sociale huurwoningen en de resterende 15 procent voor middenhuur-woningen. De omwonende had beroep aangetekend tegen het bestemmingsplan dat op 26 oktober 2023 door de gemeenteraad is vastgesteld. Hij betoogde dat het plangebied zich ten onrechte niet uitstrekt tot het hele gebied waarvoor de Visie Centrum Monster is vastgesteld. Daarnaast vreest hij onder meer voor een aantasting van zijn woon- en leefklimaat, door een toename van de parkeerdruk in de omgeving, en wijst hij op de nadelige gevolgen voor het groen in de omgeving.

Woningenbehoefte

De gemeenteraad is van mening het standpunt dat het loskoppelen van de woningbouw aan de Choorstraat van de voorziene ontwikkelingen in het grotere gebied uit de Visie niet in de weg staat aan die ontwikkelingen. De reden om dit bestemmingsplan al vast te stellen, is de bestaande behoefte in de gemeente aan dit type woningen.

De voorzieningenrechter deelt de mening van de gemeenteraad. In de Visie wordt aangegeven dat het terrein van het voormalig gemeentekantoor ontwikkeld zal worden naar 40 appartementen. Met het oog op het totaal van de ontwikkelingen in het centrum, is het volgens de voorzieningenrechter niet noodzakelijk al die ontwikkelingen in één bestemmingsplan op te nemen. Deze rechter verwacht dan ook dat het plan in de bodemprocedure op dit punt in stand zal blijven.

De betrokken rechter kan zich evenmin vinden in het betoog van de omwonende dat de woningen niet passend zijn in de omgeving. Hij ziet op voorhand niet in dat de binnen het plan toegestane goothoogte van 7 meter aan de straatzijde en bouwhoogtes in het hele plangebied van 9, 11 en 13 meter ten opzichte van de hoogtes in de omgeving zo groot zijn dat sprake is van strijd met de goede ruimtelijke ordening.

Verder is er geen reden om aan te nemen dat de gevolgen op het gebied van bezonning en privacy zo groot zijn dat sprake zal zijn van een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat van de omwonende, aldus de voorzieningenrechter.

Parkeren

De omwonende vond verder dat door dit plan de parkeerdruk in de omgeving ontoelaatbaar zal toenemen. De gemeenteraad is het daar niet mee eens. De raad wijst er op dat bewoning pas is toegestaan als op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen. Voor de 40 woningen is uitgegaan van een parkeerbehoefte van 52 parkeerplaatsen.

Hierbij geldt de verplichting dat er 40 parkeerplaatsen komen op het binnenterrein. Daarnaast stelt de raad dat 12 parkeerplaatsen extra aangelegd zullen worden in het openbaar gebied aan de westkant binnen het plangebied. De raad bevestigt dat de 40 parkeerplaatsen op het binnenterrein niet bedoeld zijn voor openbaar parkeren. Gelet op de parkeerdruk, wordt er op gerekend dat toekomstige bewoners ook daadwerkelijk op deze plaatsen zullen parkeren.

Groen en water

Verder is de voorzieningenrechter op voorhand van oordeel dat de raad redelijkerwijs meer waarde heeft mogen hechten aan de bouw van de woningen, dan aan het verlies van groen en water in dit gebied. In overleg met het Hoogheemraadschap van Delfland is er een plan gemaakt om dit verlies van water te compenseren. Daarnaast zal het groen volgens de raad gecompenseerd worden bij de herinrichting van de openbare ruimte. Dat is een apart project waar de bewoners bij betrokken worden. Onder die omstandigheden ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor het oordeel dat het verlies van groen en water in het plangebied in de weg had moeten staan aan vaststelling van het bestemmingsplan.

Tot slot: ook al ziet de voorzieningenrechter geen beren op de weg, wijst hij er op dat zijn uitspraak een voorlopig karakter heeft en niet bindend is in de lopende bodemprocedure omtrent dit bestemmingsplan.