Oorlogsverhalen: Westlanders opgepakt en gedeporteerd naar Nazi-Duitsland
Roelof Heijsteeg, Pieter Alexander de Bruin, Tjerk Wapenaar, Cornelis van der Jagt, Bastiaan Alleblas en Jan van der Zwan. Deze tot voor kort bij het grote publiek onbekende Lierse mannen werden op 6 juli 1944 opgepakt door de Landwacht opgepakt.
Om deze mannen niet in de vergetelheid te laten, besloot Kees Riezebos van museum De Timmerwerf een artikel te schrijven over deze mannen: "Wat mij frappeert, is dat deze mannen voor zover ik kan zien geen onderdeel zijn van het collectieve verhaal van De Lier in oorlogstijd." Dat was voor hem een reden om hun te beschrijven. "Al was het maar om hun naam nog een keer op te schrijven." Over de laatstgenoemde Jan van der Zwan schreef hij ook nog een apart artikel.
Johannes (Jan) van der Zwan in het kort
Jan van der Zwan, geboren in 1908 te Scheveningen, leidde aanvankelijk een rustig leven als visser en later als bouwvakker. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd zijn leven echter abrupt verstoord. In 1943 werd hij gedwongen om te evacueren naar het ouderlijk huis van zijn vrouw Truus van den Band in De Lier, vanwege de aanleg van de Atlantikwall. Heel veel tijd om aan De Lier te wennen had Van der Zwan niet, want niet veel later moest hij vertrekken naar Berlijn-Spandau om daar aan de slag te gaan bij de Deutsche Industrie Werke. Dit bedrijf maakte tijdens de Tweede Wereldoorlog bommen en wapentuig voor de Wehrmacht, waar zij dwangarbeiders uit bezette gebieden voor gebruikte. Zijn werk is daarom ook niet vrijwillig, maar hij krijgt wel twee keer 'verlof' om terug te gaan naar zijn vrouw en kinderen in De Lier.
Op 22 november 1943 komt Van der Zwan voor de tweede keer terug voor 'verlof'. Of dit echt verlof was, blijft een raadsel, want Van der Zwan keert daarna niet meer terug naar Duitsland. Daarom wordt hij op 6 juli 1944 samen met vijf andere Lierenaren opgepakt en gedeporteerd naar Amersfoort. Hier zitten ze kort vast, voordat hij naar werkkamp Zöschen wordt gedeporteerd. Bastiaan Alleblas, die Zöschen overleefde, verklaarde in 1947 dat Van der Zwan in het kamp was aangesteld als verpleger. Uiteindelijk komt hij in oktober 1944 in het kamp te overlijden aan uitputting. Na de oorlog kwam zijn lot aan het licht, maar de administratieve chaos maakte het voor zijn vrouw Truus moeilijk om zijn overlijden bevestigd te krijgen en zijn lichaam naar Nederland te laten overbrengen.
Artikel gaat verder onder de afbeelding.

De Timmerwerf
Riezebos stuitte per toeval op het verhaal van Van der Zwan. Hij was bezig met een onderzoek naar de Kerkstraat. Dat was een klein straatje dat vroeger langs de Domkerk liep. "Daar kwam ik een overlijdensbericht tegen van Johannes van der Zwan die in oktober 1944 was omgekomen in Zöschen." Vervolgens deed hij onderzoek naar dit verhaal en beschrijft hij het verhaal van Van der Zwan op de website van De Timmerwerf. Hij is blij dat hij dit soort werk mag doen: "Dit type onderzoek doen, motiveert mij. De mannen hebben een naar lot gehad, maar het is niet vergeten. Dat is voor mij wat herdenken inhoudt."
Bekijk hieronder de reportage die de WOS maakte.