Rechtbank steunt gemeente bij afwijzing woonunits op erf bij kweker
Amarylliskweker Knoppert in 's-Gravenzande heeft bot gevangen bij de rechtbank in Den Haag om alsnog gedaan te krijgen dat arbeidsmigranten op het erf bij zijn kwekerijen mogen blijven wonen.
Dat blijkt uit de woensdag gepubliceerde uitspraak in vijf zaken. Het ging daarbij om aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het in strijd met het bestemmingsplan bouwen en gebruiken van woonunits ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten.
In 2012 kreeg Knoppert bij wijze van uitzondering vergunning om voor een periode van vijf jaar arbeidsmigranten te laten wonen in woonunits die bij woningen op de kwekerijen werden geplaatst. Na verloop van die vijf jaar verzocht de kweker op 3 februari 2017 om verlenging van de geldigheidsduur van die omgevingsvergunningen. Het college van B en W van Westland heeft de aanvragen afgewezen en dit standpunt na bezwaren gehandhaafd. De rechtbank heeft het daartegen ingestelde beroep op 30 juli 2018 ongegrond verklaard. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de uitspraak van de rechtbank op 8 mei 2019 bevestigd.
Ontwikkelkader
Op 18 september 2018 heeft de raad van de gemeente Westland het 'Ontwikkelkader voor de realisatie van extra huisvesting voor arbeidsmigranten in Westland' vastgesteld. Op 3 april 2019 heeft Knoppert vier nieuwe aanvragen om verlenging van de geldigheidsduur van de eerder genoemde omgevingsvergunningen ingediend.
Volgens het college waren die aanvragen in strijd met de regels van het bestemmingsplan 'Glastuinbouwgebied Westland'. Die afwijzingen waren in augustus 2019 gehandhaafd na een bezwaarprocedure. Daarop volgde een nieuwe gang naar de rechtbank.
Oordeel rechtbank
In weerwil van het betoog van de kweker is de rechtbank nu allereerst van oordeel dat het college de aanvragen wel heeft mogen toetsen aan de criteria van het Ontwikkelkader. Het Ontwikkelkader heeft als doel criteria vast te stellen voor het planologisch mogelijk maken van (nieuwe) huisvestingslocaties. Hoewel het in dit geval om feitelijk bestaande huisvestingslocaties gaat, zijn deze locaties planologisch niet toegestaan.
Het college van B en W heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende deugdelijk gemotiveerd dat het bedrijf niet aan alle criteria van het Ontwikkelkader voldoet. Hoewel het Ontwikkelkader locaties met minder dan 100 bedden, niet uitsluit, moeten ook deze locaties aan de overige criteria voldoen, aldus de rechtbank.
"In dit geval heeft eiseres geen overleg met omwonenden gevoerd, heeft eiseres geen bewijs van goed locatiegebonden en professioneel beheer overgelegd en ontbreekt een sociale kaart", zo staat in de uitspraak.
Verder wenste de kweker 24 tot 26 personen in de woonunits van maximaal 1.000 m³ te huisvesten, terwijl gemeente een maximum van 20 personen per 1.000 m³ heeft gesteld om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te kunnen garanderen.
"Dat het college in het verleden wel tijdelijk omgevingsvergunning(en) heeft verleend voor de woonunits, betekent tot slot niet dat het college gehouden was dat nu weer te doen", concludeert de rechtbank.