Geschiedenis van de Heulbrug
Tijdens de natuurhistorische wandeling die de Historische Vereniging Wateringen-Kwintsheul in 2023 had georganiseerd kwam men langs de Heulbrug. Hier werd kort verteld over gebeurtenissen rondom deze brug tijdens de oorlog.
Over de sloop van ongeveer de helft van de brug kwam er een discussie: wel of niet, welk deel, wanneer et cetera. Het leek de vereniging goed om het een en ander nader uit te zoeken. Kwintsheul dankt zijn naam aan deze brug! De eerste 'Heul' was er al heel lang geleden! Daarnaast voegen we enkele verhalen toe over de vernieuwing van de Heulbrug eind jaren '30, over de Heulbrug tijdens de oorlog uit het dagboek van Willy Eekhout-Janszen en uit het boek Ons dorp in de jaren 1940‑1950 van Albert Zuidgeest en sluiten we af met een verhaal en gedicht over de Heulbrug van Mart van Marrewijk uit zijn boeken De Marathonman.
Vernieuwing Heulbrug
In 1926 werd de Wegenverkeerswet aangenomen waarin een Wegenfonds was opgenomen. Die wet verplichtte Rijk en provincie het wegennet uit te breiden. In 1927 kwam er een provinciaal wegenplan uit voor het Westland. De provincie ontwikkelde voor Wateringen en Kwintsheul twee belangrijke verkeerwegen: nummer 13 vanaf de Sammersbrug naar Poeldijk en nummer 14 van Rijswijk via Wateringen en Kwintsheul naar Naaldwijk. Deze wegen zouden van 'een effen en stofvrij wegendek' moeten worden voorzien. Prioriteit kreeg de ontsluiting van de veilingen, waarbij nummer 13 de voorkeur kreeg omdat gemeente Wateringen niet wilde dat deze route door de kern van Wateringen zou komen te lopen. De uitvoering hiervan startte in 1932 en zou nog jaren duren tot eind 1940.
Maar Kwintsheul zat ook te wachten op hun verbetering. De gemeente had in 1932 al grond overgedragen aan de provincie om de Quintsheulweg op te laten knappen. Plannen werden opgesteld in 1934 met een verbreding van de Quintsheulweg vanaf de Raaphorstbrug en een ‘vaartomlegging’ onder die brug door en dan achter de huizen aan de noordkant van de weg waar al een sloot lag die aangepast moest worden.
Pas in december 1937 nam de gemeenteraad van Wateringen het besluit tot uitvoering van 'de aanleg van een nieuwe vaart, de vaartdemping en wegverbreding van zo’n 15 meter voor de grens der gemeente Monster tot aan de Kwintsheulbrug' voor 50.500 gulden.
De provincie nam voor haar rekening 'de vaartdemping vanaf de Raaphorstburg tot aan de grens der gemeente Monster, de wegverbetering vanaf de kom Wateringen en het wegdeel vanaf de R.K. kerk te Kwintsheul tot en met de Kwintsheulbrug'. Gevraagd werd aan gemeente Monster om de helft van de lasten van Wateringen bij te dragen. Daar ging men mee akkoord, maar in verband met de werkverschaffing wel met de voorwaarde dat 50 procent van de arbeiders uit Monster zouden komen.
De uitvoering van de Heulbrug begon in 1939 en deze werd eind 1940 geopend. Een brug wordt ook wel een kunstwerk genoemd en dat is deze zeker. Het is er een van vele die werden vormgegeven door ingenieurs van de architectuurstroming de Delftse School: eenvoudig doch karakteristiek.
Staking eind april 1943 bij de Heulbrug
Op 29 april 1943 ordonneerde de Duitsers dat alle Nederlandse militairen die in mei 1940 in het leger zaten, opgeroepen werden om in Duitsland te gaan werken. Op 30 april staakte de een na de ander. Willy Janszen schreef: "Wat een paniek vandaag. Het vaarwater naar de veiling is afgesloten met dwarsliggende schuiten. Het werkvolk staakt. Alles staat op straat te praten."
Zij vervolgde op 1 mei met: "De moffen meldden dat op 1 mei beslist gewerkt moet worden maar bedoelde eigenlijk dat er niet gestaakt mag worden. De staking is vandaag volop door gegaan. Toch heeft één tuinder het nog gewaagd om met een schuit naar de veiling te varen. Maar dat zat h'm niet glad hoor. Toen hij bij de Heulbrug kwam werd hij niet vriendelijk ontvangen. Hij werd in de ware zin van het woord 'gestenigd'. Het was niet mis hoor, zelfs zijn pijp in zijn zak was door de steniging gebroken. Toen is hij toch maar afgedropen. Gisteren is er nog een soort relletje voorgevallen bij de Heulbrug. Zoals ik verteld heb lagen er verschillende tuindersschuiten. Toen kwamen er verschillende schippers die er door wilden. Maar al gauw waren ze kalm op één na. Die is me daar even op gaan spelen. Toen hebben een paar jongens een schuit van een NSB-er lek geslagen en laten zinken zodat de schippers er nu zeker niet meer door konden varen."
Albert Zuidgeest schreef: "Ook in ons dorp ging men staken tegen de Duitse bezetters. De familie Schulte legde een schuit voor de Heulbrug zodat niemand er meer door kon. Als iemand probeerde de schuit weg te trekken, kwam Bert Schulte met zijn zoon erop af en dan liet diegene het al gauw uit zijn hoofd. Als kind vond ik dat prachtig.
Wij woonden vlak bij de brug waar geen schuit meer onderdoor kon, zodat er wel twintig motorschuiten met groenten bij ons huis langs de Holle Watering lagen. De tuinders deden al het vervoer toen nog per schuit, dus de schippers waren kwaad dat ze niet verder konden. Er was veel herrie en ruzie op en langs het water. In andere Westlandse dorpen staakte men niet en ging de veiling gewoon door."
Evacuatie van gezinnen rondom de Heulbrug
Willy Janszen schreef: "Woensdag 13 september 1944 hebben we nieuwe bewoners gehad op ons zo rustig Heultje. Veertien gezinnen rondom de Heulbrug moesten evacueren. Eén moest er zelfs binnen één uur uit zijn want daarginds kwam al een schuit met huisraad van de nieuwe bewoners. De brug was al snel bezaaid met posten. Niemand mocht er door zonder z'n persoonsbewijs te laten zien. 's Avonds na 8 uur gingen ze patrouille lopen."
Albert Zuidgeest beschreef het later: "Na Dolle Dinsdag werden Duitse soldaten in ons dorp gelegerd in de woningen bij de Heulbrug. Dit keer betrof het Hitlerjeugd. Soldaten van slechts zestien of zeventien jaar oud, alleen de commandant was ouder. Veel mensen, zo'n 22 gezinnen bij de Heulbrug moesten hun huis verlaten. Onder de Kerkstraat door groeven die soldaten een tunnel, zodat zij ongezien naar de andere kant van de weg konden komen. Van deuren die uit huizen gesloopt werden, bouwden ze een soort wal. Twee deuren op een meter en daar tussenin grond."
De eerste dode door de Hitlerjugend
Willy Janszen: "Zaterdag 16 september 1944. Kwart voor zeven, ik kwam juist naar beneden om naar de Heilige Mis te gaan, toen Jan zei: 'Zeg hoor je dat? Ze schoten weer. Waar zou dat nu weer zijn?' Op weg naar de kerk hoorden we dat er een doodgeschoten was. De Mof dacht dat hij zijn persoonsbewijs niet had laten zien, wat wel waar was. Dus hij schoot maar weer."
Albert Zuidgeest: "Als je de Heulbrug wilde passeren moest je een persoonsbewijs aan de Duitse soldaat laten zien. 's Morgens vroeg hoorde ik een hoop herrie en ik keek uit het raam en zag een man op de fiets het hekje voor ons huis vastpakken en in elkaar zakken. Mijn vader en broer droegen hem gauw naar binnen, waar hij al snel is overleden. Dokter Hoogwater uit Wateringen is nog wel geweest maar kon enkel de dood constateren. De dode was Pieter Boutkan, de opa van Johan Boutkan de fietsenmaker."
Heulbrug voor de helft gesloopt
Willy Janszen: "16 oktober 1944. De Heulbrug is half opgeblazen. Met de bedreiging dat, wanneer de hele brug tegelijk opgeblazen zou worden er van de meeste huizen niet veel meer zou overblijven hebben zich nog verschillende mensen over laten halen om zelf de brug kapot te hakken. Af en toe hoorde je een ontploffing (en dan moest je maken dat je wegkwam, want de scherven vielen tot zelfs voor ons huis) en dan konden de hakkers weer verder hakken. Onze brug geeft de enige doorgang nog van Den Haag naar het Westland, Hoek van Holland. Alle andere bruggen zijn zo verspert of opgeblazen dat er geen auto meer over heen kan."
Albert Zuidgeest: "De Heulbrug werd gedeeltelijk opgeblazen met dynamiet zodat maar één kant overbleef. Onder deze helft lagen nog dynamietstaven om, als de Engelsen en Amerikanen binnenvielen, alsnog de rest van de brug op te blazen. Mijn vader had rolluiken en rietmatten voor de ramen van ons huis gemaakt om schade bij het opblazen van de brug te voorkomen. In de tuin brak veel glas bij het eerste deel opblazen van de brug."
Aanvullend vertelde Albert op mijn vragen dat de beide trottoirs met de brugleuningen in de oorlog (gelukkig) bleven staan. Het opgeblazen deel van de brug lag aan de kant van de Holle Watering.
De Heulbrug door Mart van Marrewijk
Dat deze brug altijd een dominante rol in Kwintsheul en het leven van de Heulenaars heeft gespeeld blijkt uit de vele verhalen die zich om of op deze brug hebben gevormd. Het volgende verhaal speelde zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog met Niek Schutte, een jongen van 8, in de hoofdrol. Het kleine dorp bestond uit een aantal buurtschapjes met een concentratie van lage arbeiders- of schipperswoningen. De saamhorigheid tussen de vaak grote gezinnen die hier woonden was groot.
Zo woonde in het buurtje aan de Heulweg tegen de Bovendijk de familie Schutte. Een relatief klein gezin waarvan de man des huizes, Han, al op 41-jarige leeftijd was overleden. De oudste zoon Niek, door iedereen 'Niekkie' genoemd, was de belangrijkste man in huis. Het is 1940 als de Duitsers ons landje stevig in handen hebben en er van verzet geen sprake is.
De brug, een belangrijke schakel in het verkeer over land en water, wordt door wachtposten in de gaten gehouden. In de eerste oorlogsjaren verloopt dat zeer gemoedelijk en is er zelfs sprake van een vriendschappelijke omgang. Dat verandert wanneer de geallieerden successen gaan boeken in Afrika en Rusland. De soldaten bij de wachtposten worden afgelost door fanatieke aanhangers van Hitler, de Waffen SS en de Sicherheits Polizei. De brug wordt een bastion waar je niet zomaar meer overheen of onderdoor kon.
Niekkie, met zijn kleine gestalte en vlugge beentjes, wordt een soort koerier voor het sluimerend verzet dat steeds meer vorm begint te krijgen. Aan de Bovendijk, net voorbij de groenteveiling, gaat de verharde weg over in een koolasweg. In een van de aangrenzende huizen woont Jos de Bakker uit Zeeuws Vlaanderen. Hij is daar een tuinbouwbedrijf begonnen en is ook zeer actief in de contra beweging tegen de overheersers. Op sommige dagen loopt Niekkie met zijn uiverwagen vol bloemen de brug over. De ene keer met asters, de volgende keer met gladiolen of dahlia's.
De soldaten laten de kleine jongen meestal met rust. Soms wordt hij staande gehouden en volgt er een vluchtige inspectie. Vlug rijdt hij vervolgens naar zijn afleveradres waar hij de onder de bloemen verstopte kleine onderdelen voor machinegeweren en ander wapentuig achterlaat. Als Niekkie met zijn lege kar terugkeert naar huis staat ook de man met de mitella weer op de brug. Een vreemde snijboon met een lichamelijke handicap die vaak aanpapt met de wachtposten en op die manier weleens wat te weten komt. Dit wordt dan via via weer aan de verzetsgroep doorgebriefd. Bij terugkeer in het buurtje vraagt iedereen Niekkie om bloemen, maar helaas staan ze in een andere vaas en komen zij bedrogen uit.
Bij de Heulbrug heeft de reputatie van de bezetter een dodelijk karakter aangenomen met het doodschieten van de heer Boutkan als voorlopig dieptepunt.
En dan is het land bevrijd van de Duitsers. Het is 5 mei 1945. Zingende en treiterende mensen proberen de nog aanwezige wachtposten te provoceren en weg te jagen. Dit lukt niet.
De soldaten nemen hun geweren in de aanslag en lossen een schot richting Wateringen. Daar loopt Arie van Zeijl de boter‑ en kaasboer die voor het hek van de boerderij van Reincke naar het tumult op de brug staat te kijken. De kogel ketst af op een paaltje en raakt het lichaam van Arie.
Toen na de woelige oorlogsjaren de brug en het wegdek weer hersteld waren werd deze plek weer lang een verzamelplaats voor jong en oud. Op warme zomeravonden dook men, niet geheel zonder gevaar, vanaf de brugleuning zo het ondiepe water in. Iets dat Joop Gardien junior bijna noodlottig werd. Met zwaar hersenletsel balanceerde hij dagenlang op het randje om met een altijd zichtbaar litteken weer verder te kunnen gaan. Tijdens de autoloze zondagen in de jaren zeventig werd de brug een ideale plaats voor klaverjassers en tijdens oud en nieuw brandde het teer telkens weer uit het wegdek. De talrijke schermutselingen tussen politie en dorpsbewoners tijdens deze jaarwisselingen bevestigen de lotsverbondenheid tussen dorp en Heulbrug.
Auteur: Chris Batist - Historische Vereniging Wateringen-Kwintsheul