Archief
Fotocollectie Historisch Archief Westland

Fotocollectie Historisch Archief Westland

Duits-Joodse vluchtelingenkinderen in Ter Heijde

Vanaf de machtsovername van Adolf Hitler in Duitsland had de Nederlandse regering te maken met Joodse vluchtelingen uit Duitsland. Op 21 november 1938 kreeg het Westland hier ook mee te maken, toen er elf vluchtelingen werden ondergebracht in de Israƫlitische Gezondheidskolonie in Ter Heijde. Dit waren geen gezinnen maar alleen kinderen.

Het archief van het gemeentebestuur Monster 1930-1980 bevat een verblijfregister van vreemdelingen. Daarin bevindt zich ook een register met 45 namen van kinderen. Daarboven staat in blauw potlood geschreven "Joodsche vluchtelingen".

Foto van inventarisnummer 1004 van toegangsnummer 117 gemeentebestuur Monster 1930-1980.

Gezondheidskolonie

Dat er kinderen in de in 1905 opgerichte gezondheidskolonie werden ondergebracht was niet raar en ook niet dat het om Joodse kinderen ging. Er kwamen namelijk elke zomer Joodse kinderen uit Rotterdam en omstreken naar het Koloniehuis om daar aan te sterken en te genieten van zee en zon. Het gebouw was ieder jaar zo'n zeven maanden in gebruik. In de winter werd er geen gebruik van gemaakt, waardoor de vraag opkwam of het gebouw niet heel het jaar door gebruikt kon worden. In april 1938 werd er daarom verwarming aangelegd in het koloniehuis.

Datzelfde jaar werd het koloniehuis ook in de winter gebruikt, niet voor Joodse kinderen uit Rotterdam en omstreken maar uit Duitsland. Deze kinderen waren meestal alleen, maar soms ook samen met hun broertjes, zusjes, neefjes of nichtjes. Vaak zaten hun ouders nog in Duitsland en wachtten zij af wanneer ze konden emigreren. Op 21 november 1938 kwamen de eerste elf kinderen naar het koloniehuis in Ter Heijde. Daar werden ze tijdelijk ondergebracht totdat ze konden emigreren naar het buitenland of elders bij familie konden worden ondergebracht.

Sophie Nussbaum (1925-?) Humboldt.edu

Na de Kristallnacht werd de winkel van hun ouders in Emden gesloten en moest het gezin Nussbaum met hun grootmoeder verhuizen naar een kamer van een huis waar drie Joodse weesmeisjes woonden. De Nederlandse overheid had besloten om Duits-Joodse kinderen een visum te geven als ze familie in Nederland hadden wonen. De zusjes hadden gelukkig een tante in Nederland wonen, waardoor ze in aanmerking kwamen voor een visum. Voordat ze op 4 januari 1939 met het kindertransport naar Rotterdam mochten gaan, werden ze uitgekleed om te kijken of ze niet stiekem meer geld meenamen dan de toegestane tien Reichsmark.

Nadat ze ’s avonds in Rotterdam aankwamen, werden ze meegenomen door een vrouw van het Joods comité en naar het Koloniehuis in Ter Heijde gebracht. Het was 25 januari 1939 en zij waren de laatsten die aankwamen in het koloniehuis, dat op 10 mei 1939 werd gesloten.

In het verhaal van Sophie komt naar voren dat de leiding in het huis erg slecht was. Zo mochten de kinderen maar een keer per week naar huis schrijven en een keer per maand naar huis bellen. Dat ontaardde in alleen maar gehuil aan de telefoon. Het was een harde tijd.

De samenstelling van de 45 kinderen was erg divers. Zo zaten er van twaalf kinderen ook één of meer broertjes en of zusjes in het koloniehuis. De jongste was in 1938 drie jaar oud en de oudste zestien, de gemiddelde leeftijd was elf jaar. Er waren 26 meisjes en 19 jongens.

Westlandsche Courant, 12 januari 1939

Op 12 januari 1939 werd de gezondheidskolonie bezocht door de minister van Binnenlandse Zaken en Justitie. Dat dit bezoek mogelijke gevolgen had voor de vluchtelingen, bleek te lezen in de krant van twee dagen later. Daarin stond dat de burgemeester een onderzoek heeft ingesteld naar de mogelijkheid tot het opnemen van een nog groter aantal vluchtelingen in de gemeente. Dit plan werd niet gerealiseerd omdat de regering al een ander kamp ging bouwen in Drenthe, in het plaatsje Westerbork.

Ontruiming koloniehuis

In plaats van uitbreiding werd besloten de kolonie te sluiten voor de Duits-Joodse kinderen. Het is onduidelijk wanneer alle kinderen elders werden ondergebracht. In de krant valt te lezen dat het gebouw op 3 april weer moest worden ontruimd om plaats te bieden aan de Nederlandse kinderen. Alleen staat er in het verblijfregister van vreemdelingen dat de meeste kinderen pas op 10 mei vertrokken. Andere bronnen zeggen dat in oktober de laatste kinderen vertrokken. Waarschijnlijk zijn er een aantal kinderen, in afwachting van hun overplaatsing, langer in het tehuis gebleven.

Afloop

Hier houdt het verhaal van deze kinderen niet op. Uit onderzoek blijkt dat veel van de kinderen, nog voordat de oorlog begon, konden emigreren naar het buitenland. Vaak was dit naar Zuid- en Midden Amerika. Zo is Hannelore Marcus in 1939 naar São Paulo geëmigreerd en zijn de broertjes Morgendorf en hun zusje Hanna in 1939 geëmigreerd naar Montevideo Uruguay.

Helaas zitten er ook schrijnende gevallen bij waar de vader al in het buiteland zit en de kinderen te laat zijn om te kunnen emigreren. Dit was het geval bij de broertjes Horst en Gerhard Hamm waarvan de vader al in Zimbabwe zat. Gerhard moest in februari 1942, naar Amsterdam om vanuit daar naar Westerbork te vertrekken. Onderweg kreeg hij een ongeluk waardoor hij een lange tijd in het Joods Ziekenhuis heeft gelegen. Hierdoor werden de broers waarschijnlijk pas op 15 juli 1942 vanuit Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz waar ze allebei om het leven kwamen.

Gerhard Julius Hamm (1922-1942) en Horst Friederich Hamm (1924-1942). Stichting Dokin en Joods Historisch museum

Paviljoen Loosdrechtse Rade

Max Krzeszower was 13 jaar en werd, nadat hij was ondergebracht in het koloniehuis, overgeplaatst naar huize Kraaybeek in Driebergen. Hier gingen de meeste kinderen naartoe waaronder de zusjes Nussbaum. Hierna werd Max overgeplaatst naar Paviljoen Loosdrechtsche Rade in Loosdrecht. Daar was de Jeugdalijah gevestigd, een zionistische beweging die kinderen klaarstoomde om Palestina verder op te bouwen. Ze kregen Hebreeuwse les en leerden over Palestina.

Groepsfoto van de jongeren in Het Paviljoen Loosdrechtsche Rade. yadvashem.org

Vanaf 1942 begon de Duitse bezetter met het deporteren van de joden in Nederland. Ook de kinderen in Het Paviljoen kregen hier mee te maken. Jachin Simon, een van de leiders binnen het paviljoen, wist al wat een concentratiekamp was, omdat hij na de Kristallnacht een tijd in concentratiekamp Buchenwald had gezeten. Mede door deze informatie en vanwege de grote kans dat ze binnenkort zouden worden gedeporteerd, werd er een plan gemaakt om alle 89 kinderen van Het Paviljoen te laten onderduiken. Hiervoor werd de hulp ingeroepen van leerkracht Joop Westerweel die de Westerweel verzetsgroep had opgericht. Pas op 15 augustus 1942 werden de kinderen ingelicht over dit plan.

Sophie Nussbaum schrijft in haar memoires precies hoe dit in zijn werk ging:
Een van de leiders begon te spreken: "Pioniers, we hebben bericht ontvangen dat we ons moeten melden op het treinstation van Amsterdam, wij hebben besloten dit niet te doen. We hebben veel christelijke vrienden gevonden die jullie willen helpen zolang deze oorlog duurt, hoelang deze duurt weet niemand. Je moet altijd doen wat deze mensen zeggen, zelfs als het niet leuk is. Er zal niet altijd genoeg eten zijn, maar deze mensen helpen je, en redden jullie leven. Wees goed!"
Hierna sprak Jachin Simon “Over een half uur worden een aantal van jullie meegenomen, maar niet iedereen omdat we nog niet genoeg onderduikadressen hebben gevonden. Sommigen van jullie blijven maar even op een adres totdat er een beter adres is gevonden. We zullen jullie niet vergeten. We blijven jullie helpen"

Lilli Kellner (1925-1942?). Database Yadvashem

Gesmokkeld

Dat laatste deden ze ook. De verzetsgroep Westerweel was gespecialiseerd in het smokkelen van Joden over de grens van België en Frankrijk, om zo de mensen in Zwitserland of Spanje te krijgen. Deze vluchtpogingen gingen vaker fout dan goed. Zo werd er door de groep Westerweel contact gezocht met een organisatie die Joden over de Zwitserse grens smokkelde. Er moest hier veel geld voor worden betaald en de deal werd via een tussenpersoon beklonken in een Amsterdams Café. Er zouden acht kinderen uit Het Paviljoen van Loosdrecht gesmokkeld worden naar Zwitserland. Een van deze kinderen zat ook in het Koloniehuis in Ter Heijde, namelijk Lilli Kellner, 17 jaar oud. De groep van acht kinderen werd na het passeren van de Belgische grens linea recta naar de Gestapo in Brussel gereden, waarna ze gevangen werden genomen en vanuit Mechelen op 31 oktober 1942 werden gedeporteerd naar Auschwitz. Geen van deze kinderen heeft de oorlog overleefd.

Een verhaal met een betere afloop is dat van de eerder genoemde Max Krzeszower. Ook hij ging mee met een smokkelaarsgroep en ook hij werd, toen ze over de Belgische grens reden, door verraad gearresteerd. Een Duitse officier vertelde dat bekend was dat zij Joden waren met valse papieren en dat ze, als ze zich niet zou melden voordat dit daadwerkelijk werd aangetoond, in Den Haag zouden worden geëxecuteerd. Iedereen meldde zich behalve Max. Hij wist dat hij goede papieren had en dat ze niet op de zwarte lijst stonden. Ondanks intimiderende verhoren bleef Max beweren dat hij een Nederlander was met een Indische achtergrond en dat hij op weg was naar Frankrijk om daar te gaan werken. Uiteindelijk mocht hij zich inschrijven voor de arbeitseinsatz waar hij na een tijd kon ontsnappen. Hierna is hij met de hulp van Joop Westerweel alsnog naar Frankrijk ontkomen, waarna hij via de Pyreneeën Palestina wist te bereiken en de oorlog overleefde.

Bij veel van de verhalen komt de naam Joop Westerweel naar voren. Hij en zijn groep de verzetsgroep Westerweel zorgden voor vluchtroutes waardoor veel Joden konden ontsnappen naar o.a. Zwitserland en Spanje. Bij een van deze smokkelroutes werd hij op 10 maart 1944 gearresteerd. Op 11 augustus werd hij gefusilleerd in kamp Vught, samen met vier van zijn collega’s.

Joop Westerweel (1899-1944) Ushmm.org

Westerbork

Over een van de jongste kinderen die in het koloniehuis in Ter Heijde zaten is ook een bijzonder verhaal bewaard gebleven.
Betti Kubaschka werd in maart 1934 geboren in Dortmund en kwam in 1939 naar Nederland. Nadat zij voor een paar maanden ondergebracht was in het koloniehuis, werd ze overgebracht naar een ander tehuis. Toen dit huis werd ontruimd kwam ze in kamp Westerbork terecht.

Haar ouders werden elders opgepakt en ook naar Westerbork overgebracht. In tegenstelling tot vele anderen werd de familie Kubanschka niet gedeporteerd naar een van de vernietigingskampen. De vader van Betti was schoenmaker en deed dit werk ook in Westerbork. Hierdoor was de familie vrijgesteld van deportatie en overleefde zij de oorlog. Betti was een van de zogenaamde "kampratten". Dit waren kinderen die via het riool van het kamp geheime berichten verstuurden. Nadat kamp Westerbork was bevrijd, voelde dit voor Betti niet als een bevrijding. Ze wist niet beter dan dat ze in een kamp leefde en dat voelde op een of andere manier goed. Zelf heeft ze het later op de volgende manier verwoord: "Ik ben 11 jaar en realiseer me dat ik een naakte baby ben, een buitenbeentje. Ik moet leren om in een normale samenleving te leven en ik heb daar geen training voor gehad, geen les gehad in manieren zoals tafelmanieren, hygiënetraining enzovoort. Wanneer ik praat is het een combinatie van drie talen, Duits, Nederlands en Jiddisch."

Nawoord

Zoals je hebt kunnen lezen, heeft deze groep van 45 kinderen maar weinig raakvlak met het Westland. De kinderen woonden namelijk maar een half jaar in Ter Heijde waarna ze weer vertrokken. Dat wil niet zeggen dat dit verhaal geen onderdeel is van de geschiedenis van Ter Heijde.

Het verhaal stopt namelijk niet als deze kinderen weer uit het Westland moeten vertrekken. Dit was de drijfveer om meer met deze gegevens te gaan doen en uit te zoeken wat er van deze kinderen terecht is gekomen.

Hierdoor hebben deze namen betekenis gekregen en is hun verhaal opnieuw verteld en bewaard gebleven zodat ze niet vergeten worden. Op de website erfgoedwestland.nl zijn de namen van de 17 kinderen die de oorlog niet overleefd hebben opgenomen.

Auteur: Lars Steenbeek - Historisch Archief Westland

Bronnen

Dokin.nl
Humboldt.edu/rescuers/book/Pinkhof/yaari/sophie1.html
Joodsmonument.nl/
Bundesarchiv.de/gedenkbuch
Bevrijdingsportretten.nl/portret/the-family-kubaschka
Boek: De Jeugdalijah van het Paviljoen Loosdrechtsche Rade, 1939-1945
Boek: De Westerweelgroep en de Palestinapioniers
Archief gemeentebestuur Monster, 1930-1970 Inv. Nr. 1003 en 1004
Westlandsche Courant 24-11-1938