'Jaarlijks 200.000 euro uittrekken voor gemeentelijke monumenten'
Westland moet veel meer geld uittrekken voor het onderhoud aan gemeentelijke monumenten. Het subsidiebudget moet naar 200.000 euro worden opgetrokken en jaarlijks worden geïndexeerd.
Dit schrijven de gezamenlijke historische verenigingen, verenigd in de Werkgroep Erfgoedbescherming Westland in een notitie aan wethouder Barend Rombout en de gemeenteraad. Met het verhoogde budget kan achterstallig onderhoud aan gemeentelijke monumenten zoals de Johannahoeve aan de Zwetkade Noord en de fruitmuur bij de Sint Jan de Doper in Wateringen worden uitgevoerd. Bovendien kan dan de maximale subsidie voor monumenteigenaren opgetrokken worden naar 20.000 euro.
De gemeentelijke monumenten in Westland staan onder druk, zo vindt de werkgroep. Al sinds 2011 staat het subsidieplafond op 54.000 euro, wat 'schrikbarend laag' wordt genoemd. Weliswaar is twee keer een eenmalig bedrag van 100.000 euro aan de subsidiepot toegevoegd, maar "het subsidieplafond is nooit aangepast aan de stijging van de kosten van monumentenonderhoud en aan de stijgende kosten van bouwmaterialen", aldus de werkgroep. Daarom moet het plafond fors worden verhoogd. Ook de maximale subsidie voor monumenteigenaren moet van 12.500 naar 20.000 euro worden verhoogd en van 25.000 naar 40.000 euro voor kerkelijke monumenten.
De werkgroep wijst er ook op dat dat erfgoed van na 1957 niet is meegenomen in een in 2007 gehouden inventarisatie van potentiële gemeentelijke monumenten. De architectuur uit de periode na de jaren '50 zoals bijvoorbeeld kerkgebouw de Kolenkit in Wateringen, waardevolle elementen uit de tuinbouw en behoudenswaardige dorpsgezichten en landschappen vallen daarom niet onder de subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Westland. Voorgesteld wordt een nieuwe inventarisatie te maken, waarbij uiteraard het lokale erfgoedveld de nodige input kan leveren.
Overigens schrijft de werkgroep ook dat de gemeente zelf het goede voorbeeld moet geven door gemeentelijke monumenten in haar eigendom te restaureren en in voldoende mate te onderhouden. "Voorbeelden van achterstallig onderhoud zijn de fruitmuur achter het voormalige gemeentehuis in Monster en de tuinbouwschoorstenen in de Westmade".