Jaren cel geëist voor opblazen voordeur
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vier jaar celstraf geëist tegen een 22-jarige Delftenaar voor het opblazen van een voordeur aan het Warmoesland in Den Hoorn, bijna twee jaar geleden. Dat gebeurde met behulp van een vuurwerkbom.
Het OM eist daarbovenop nog eens anderhalf jaar cel vanwege drugshandel, meldt mediapartner Omroep West.
De politie kwam de verdachte op het spoor toen zijn telefoon werd afgeluisterd in verband met drugsonderzoek. Volgens de man zelf voerde hij die gesprekken alleen maar om 'stoer te doen en aanzien te krijgen' in het milieu en deed hij maar alsof hij de bom had neergelegd. Dat ziet het OM anders.
Volgens de officier van justitie kan het niet anders dan dat de man de bom heeft neergelegd. Getuigen omschrijven hoe ze na de knal een scooter hoorden wegrijden. De verdachte zou zijn scooter kort daarna 'toevallig' hebben verkocht. Ook vindt de officier van justitie het niet aannemelijk dat de man tijdens zijn gesprekken alleen maar stoer deed voor aanzien. Wat het motief achter het plaatsen van de bom was is nog altijd onduidelijk.
Zelf stelt de verdachte dat hij 'zielig' is, omdat hij negen maanden vast zit voor een aanslag die hij niet gepleegd zou hebben. Ook ontkende hij de jarenlange drugshandel in Delft en omgeving, het andere feit waarvoor hij wordt vervolgd. Het Openbaar Ministerie ziet hem in de drugshandel als loopjongen voor zijn 30-jarige medeverdachte, die ook terecht stond. Tussen beide mannen zijn maar liefst 9.000 telefoongesprekken over prijzen, kwaliteit en leveringen opgenomen op dealertelefoons.
Beide mannen zijn volhardend in hun ontkenning. "De politie denkt van alles", klaagde de 30-jarige verdachte in de rechtszaal. Toen hem een telefoontje over 'Scarface' - een bijnaam voor cocaïne - werd voorgehouden, antwoordde hij dat hij alleen de gelijknamige film kende. Verder zou hij zijn medeverdachte nooit hebben gezien. De officier van justitie vond dit verhaal ongeloofwaardig en eiste tegen de 30-jarige man twee jaar cel voor de drugshandel, waarin hij een leidersrol zou hebben gehad. Voor betrokkenheid bij de ontploffing is volgens het OM onvoldoende bewijs.
Op 9 september doet de rechter uitspraak in de zaak.