Archief
WOS

WOS

Ombudsman verwijt college onbehoorlijk handelen rond Hoeks recreatieoord

De gemeentelijke ombudsman van Rotterdam geeft B en W een flinke veeg uit de pan over de handelwijze rond het recreatieoord Hoek van Holland.

Het college heeft onbehoorlijk gehandeld op het gebied van informatievoorziening, belangenafweging en het zoeken naar alternatieven, aldus ombudsman mr. Anne Mieke Zwaneveld. Alle bij haar ingediende klachten zijn gegrond verklaard.

De gemeente Rotterdam wil het recreatieoord van de hand doen. Er moet al jaren gemeentelijk geld bij, het college vindt het uitbaten van een recreatieoord geen kerntaak van de gemeente en Hoek van Holland moet een vierseizoenenbadplaats 'Rotterdam aan Zee' worden. Dat kan volgens het college alleen als het vakantiepark verkocht wordt. De huidige bewoners voelen zich overvallen. Zij zijn bang dat een grote marktpartij de baas wordt en dat ze dan hun plek kwijtraken. Dan zijn al hun investeringen voor niets geweest.

De ombudsman vindt dat het college de recreanten veel eerder had moeten informeren over de plannen. Dan hadden de recreanten een eerlijke afweging kunnen maken om wel of niet te investeren in hun huisje. Bovendien blijkt uit het besluit van het college niet dat het de belangen van de recreanten heeft meegewogen. Tot slot is niet duidelijk of het college heeft bekeken of er ook andere mogelijkheden zijn om zijn doel te bereiken en tegelijkertijd de belangen van de recreanten zo min mogelijk te schaden, aldus het rapport 'Van recreant naar participant'.

In de reactie op het conceptrapport stelde het college dat de belangen van de recreanten steeds een prominente plaats hebben ingenomen. Het college betreurt het wel dat dat niet altijd goed tot uiting is gekomen. Aangegeven wordt dat nu alle belangen van de recreanten geïnventariseerd zullen worden en dat pas daarna opnieuw een beslissing over de toekomst van het recreatieoord zal worden genomen.

Dat vindt de ombudsman op zich positief, maar in de aanbiedingsbrief aan de gemeenteraad stelt ze wel teleurgesteld vast dat het college in de reactie niet gereageerd heeft op haar aanbevelingen. Het college moet volgens de ombudsman een duidelijk participatietraject opstellen en duidelijk maken wie mee mag praten, welke rol de deelnemers hebben, wat de planning is, op welke manier er gecommuniceerd zal worden en wanneer een definitief besluit wordt genomen. En in dat besluit moet duidelijk worden dat er naar iedereen is geluisterd, welke belangen zijn meegewogen en op welke manier dat is gebeurd, wat de gevolgen zijn van het besluit en welke mogelijkheden betrokken hebben als ze er niet mee eens zijn.

De ombudsman wil half juli van het college horen hoe er invulling wordt gegeven aan de aanbevelingen.