Archief
WOS

Drie jaar cel geëist tegen verdachte die Jim Mulder (17) doodreed

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vrijdag drie jaar cel geëist tegen Thomasz P. De 30-jarige Pool reed op 5 juli 2020 de 17-jarige Jim Mulder aan, die later overleed aan zijn verwondingen.

Naast de celstraf wil het OM ook dat P. zijn rijbewijs voor vijf jaar inlevert en nog eens een week de cel in gaat voor rijden zonder rijbewijs, zo meldt mediapartner Omroep West.

Jim was op 5 juli vorig jaar onderweg naar huis na een feestje. Samen met een vriend reed hij op de Broekpolderlaan in Honselersdijk. Daar werd hij van zijn fiets gereden door een automobilist. "Jim is gelanceerd en enkele meters verderop hard op de weg gekomen", las de rechter voor uit een rapport. De vriend werd niet geraakt. Hij belde in paniek zijn ouders.

Omstanders snelden naar buiten. Er werd eerste hulp aan Jim verleend en hij werd overgebracht naar het Haagse Westeinde-ziekenhuis. Daar bleek dat hij ernstig hersenletsel had. "Niet met het leven verenigbaar", concludeerden de artsen later. Jim overlijdt die maandagavond. De verslagenheid in Naaldwijk was groot, onder meer bij de voetbalclub Westlandia waar het slachtoffer speelde. De club organiseerde een groots afscheid voor de jonge speler. Zo'n 1600 mensen waren daarbij aanwezig.

P. kwam van een feestje. Daar werd flink gedronken, ook werd er harddrugs gebruikt. Volgens P. had hij niet gedronken, hooguit een paar alcoholvrije biertjes. getuigen vertelden een ander verhaal: hij zou zich vervelend hebben gedragen en mogelijk amfetaminen en steroïden hebben gebruikt. Na het feest stelde hij zijn navigatie in reed naar huis. "Het duurde ongeveer een seconde", verklaarde P. over de aanrijding. "Van de zijkant kwam een fietser op mijn auto."

P. reed door na de aanrijding, maar kon korte tijd later worden aangehouden op een paar honderd meter van het ongeluk. Agenten troffen hem aan in zijn Audi A3. De auto had twee lekke banden, een barst in de voorruit en de airbags waren opgeblazen. Volgens de agenten was P. onder invloed. Ze roken alcohol en ook had P. bloeddoorlopen ogen. P. zelf ontkende dat hij gedronken had.

Na zijn aanhouding wilde P. niet meewerken aan een ademtest. Hij beweerde dat hij de agenten niet begreep, maar zij zeggen dat de verdachte wel degelijk voldoende Nederlands en Engels verstond. Volgens justitie was P. onder invloed, hij ontkent dat. Daarbij reed P. ook zonder rijbewijs. Eerder werd hij er ook van verdacht dat hij te hard reed, maar daar is geen bewijs voor.

In de rechtszaal zei P. dat hij spijt heeft: "Ik wil zeggen dat ik heel erg gelovig ben en een van de geboden zegt: je mag niet doden. En het is helaas gebeurd dat tijdens het ongeluk Jim is overleden. Het blijft tot het einde van mijn leven bij mij." Toch twijfelt de reclassering aan de oprechtheid van de verklaringen van P.

De rechter doet over twee weken uitspraak.