Wethouder: Keukentafelgesprek moet goede thuiszorg betaalbaar houden
Iedere inwoner van Westland moet de ondersteuning krijgen die hij of zij nodig heeft, maar tegelijk moet de ondersteuning doelmatiger, efficiënter en innovatiever worden ingezet om de boel betaalbaar te houden. Dat zegt wethouder Piet Vreugdenhil in antwoord op vragen van Westland Verstandig en LPF Westland. "Langer thuis wonen, moet op verantwoorde wijze worden vormgegeven", aldus de zorgwethouder.
Diverse fracties hebben onlangs forse kritiek geuit op de zogeheten keukentafelgesprekken. Door middel van die gesprekken wordt vastgesteld hoeveel uur huishoudelijke hulp iemand nodig heeft. Van circa 1.700 Westlanders wordt sinds begin dit jaar nagegaan hoeveel uur ze daadwerkelijk hulp nodig hebben. De angst van diverse partijen is dat hulpbehoevenden niet genoeg uren hulp meer krijgen.
Het belangrijkste is volgens de wethouder dat gedaan wordt wat gedaan moet worden, namelijk dat een huis helemaal schoon is. In het ene geval blijkt dat daar meer uren voor nodig zijn dan mensen nu krijgen, maar het kan ook zijn dat er minder uren nodig zijn. Voorheen werd er gewerkt met vastgestelde standaarden in plaats van maatwerk.
Wie thuishulp nodig heeft, kan dat regelen via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Sinds een tijdje heeft de gemeente Westland echter te maken met een kostenstijging van de WMO. Die stijging is vooral een gevolg van de vergrijzing en van het feit dat mensen langer thuis moeten wonen. Daarom is besloten om zo effectief mogelijk te gaan werken, om de gemeentelijke gelden zo eerlijk mogelijk over alle hulpbehoevenden te kunnen verdelen.
Praatje
Die nieuwe aanpak kan wel gevolgen hebben voor het sociale gedeelte van de hulp die geboden wordt. Volgens Vreugdenhil kan er nog wel een praatje gemaakt worden met de thuiszorger, maar is het ook zo dat de taak van huishoudelijke hulp het belangrijkste is. Andere organisaties als Vitis Welzijn zijn aangewezen voor activiteiten waar inwoners sociale contacten kunnen opdoen, zo stelt de zorgwethouder. Wel kan de thuiszorgmedewerker signaleren of iemand eenzaam is en daar melding van maken, zodat daar iets aan gedaan kan worden.
Berichten over dat zorgplannen die samen met de gemeentelijke WMO-consulent worden opgesteld meteen voor akkoord getekend zouden moeten worden, kloppen volgens Vreugdenhil niet. Cliënten krijgen zo nodig twee weken de tijd om er over na te kunnen denken. Bovendien kunnen de plannen altijd worden aangepast als blijkt dat cliënten niet genoeg hulp krijgen.
Klachten
Tot nog toe heeft de gemeente sinds de start van de herindicatie zes klachten binnengekregen. Die gaan niet over het tekort aan hulp, maar over de vrees van cliënten dat ze te weinig uren hulp krijgen.