Delfland: Kreeftenprobleem in landelijk verband aanpakken
De problemen die veroorzaakt worden door het snelgroeiende aantal rode Amerikaanse rivierkreeften worden door het hoogheemraadschap van Delfland heel serieus genomen. Maar omdat het een landelijk probleem is, wil het dagelijks bestuur van Delfland de aanpak in eerste instantie bespreken in de Unie van Waterschappen. Dat zei dijkgraaf Piet-Hein Daverveldt donderdagochtend in de Verenigde Vergadering.
De dijkgraaf reageerde hiermee op een motie van de Algemene Waterschapspartij, die daarin voorstelde om volgend jaar een zogeheten veldproef uit te voeren om daarmee de groei van de populatie van deze agressieve diertjes in kaart te brengen. Fractievoorzitter Hans Middendorp besloot uiteindelijk de motie aan te houden, maar deed dit wel met de kanttekening dat "de Unie van Waterschappen niet het snelste bureaucratische orgaan van Nederland is".
'Ze gaan de boel regeren'
Eerder was een gloedvol betoog gehouden door sportvisser Kees van der Plas. "Deze beesten zijn zo vreselijk agressief en hebben zo vreselijk weinig vijanden dat zij zich bijna ongelimiteerd en haast ongehinderd voort kunnen planten. Ze gaan de boel hier regeren en dat doen ze zelfs hier en daar al", aldus Van der Plas. Hij wees er onder meer op, dat de betrokken kreeften - die oorspronkelijk niet in onze natuur voorkomen (zogenoemde exoten) - niet alleen veel kleine waterdieren opeten, maar ook gangen tot wel twee meter diepte in oevers graven.
Middendorp merkte op, dat Delfland op dit vlak aan eigen succes ten onder gaat. Immers de betrokken kreeften floreren bij het bestaan van steeds meer natuurvriendelijke oevers. Van der Plas wees op een onbedoeld effect van de paaiplaatsen die door Delfland zijn aangelegd om de voortplanting van bijvoorbeeld snoeken te stimuleren. "Die paaiplaatsen vormen een drive-in restaurant voor de kreeften", aldus Van der Plas. Eitjes die door snoeken worden gelegd, zijn binnen een mum van tijd een prooi voor de kreeften.
Willy de Zoete (ChristenUnie-SGP) stelde dat zij bij haar aantreden binnen de Verenigde Vergadering, zo'n 3,5 jaar geleden, al geïnformeerd had naar de opkomst van de rode Amerikaanse rivierkreeften. Het werd toen nog niet als een probleem onderkend, maar inmiddels dus wel. "Doe eraan wat mogelijk is", was haar dringende oproep.