Provincie moet opdracht geven voor 'betere' verkeersborden
De Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBd) heeft weliswaar de landelijke regietaak op het gebied van bewegwijzering, maar de beslissing om verkeersborden aan te passen legt de dienst bij de wegbeheerder. De reden daarvan is dat aanpassingen "direct (grote) financiële gevolgen heeft". Dit laat de NBd weten in een reactie op de reportage op WOS TV over de afstandsaanduidingen op de N211 tussen 's-Gravenzande en Den Haag. De provincie moet dus de geldbuidel trekken.
De verkeersborden geven aan het eind van de Maasdijk aan dat het 15 kilometer is naar Den Haag. Twee kilometer verder is de afstand ineens 9 kilometer en niet veel later wordt het 12 om via 6 en 9 te eindigen bij 1 kilometer. Volgens de bewegwijzeringsdienst kunnen er meerdere oorzaken zijn voor de verschillen. Zo werd vroeger de afstand naar het centrum van de betreffende plaats gemeten, nu is dat de eerste bewegwijzerde kruising in de bebouwde komen. Ook kan het komen door uitbreiding van de plaats, waardoor de bebouwde kom opschuift. Tot slot kan er sprake zijn van een nieuwe weg waardoor de route korter wordt.
"In alle gevallen zouden we het liefst willen dat alle bewegwijzering netjes aan elkaar aangepast wordt, zodat het verloop van de kilometeraanduidingen op een route weer kloppend wordt", zo laat een woordvoerder weten. Maar de beslissing ligt vanwege de financiële gevolgen bij de wegbeheerder, in het geval van de N211 dus de provincie. "De NBd probeert in ieder geval altijd het één en ander 'recht te trekken' door de gewenste aanpassingen mee te laten liften met vervangingsplannen en andere lopende bewegwijzeringsprojecten."
De provincie laat weten dat de verschillen veroorzaakt worden door de 'leeftijd' van de borden. Ze worden pas vervangen 'als ze aan vervanging toe zijn'. Een uitzondering wordt gemaakt als er groot onderhoud van de desbetreffende weg plaats vindt.