Archief

Hotel aan Hoekse Stationsweg mag blijven staan

Het hotel achter De Torpedoloods aan de Stationsweg in Hoek van Holland mag gewoon blijven staan. Dat is de strekking van een uitspraak die de Raad van State woensdag heeft gedaan.

Feitelijk overschrijdt het hotel de voorgevelrooilijn, hetgeen in strijd is met de bouwverordening van de gemeente Rotterdam. Een omwonende had daarom bezwaar gemaakt tegen het verlenen van een bouwvergunning en was uiteindelijk in beroep gegaan bij de Raad van State.

Via een zogeheten tussenuitspraak kreeg het Rotterdamse college van B en W op 1 november vorig jaar opdracht om een nieuw besluit in deze zaak te nemen. In dat nieuwe besluit wordt gesteld, dat het college het niet wenselijk acht om voor het hotel vast te houden aan een voorgevelrooilijn die 25 meter verwijderd ligt van de as van de weg. Daarmee zou volgens het college een onderbreking ontstaan in een logische bebouwingslijn.

"Het nieuwe gebouw is in de lijn van een reeds bestaand gebouw geplaatst en er blijft vanaf de Stationsweg doorzicht richting het spoor en het groen daarachter. Samenvattend is, vanuit stedenbouwkundige optiek bezien, het gebouw - met overschrijding van de voorgevelrooilijn - goed ingepast in de omgeving", aldus het college.

Het college stelt zich voorts op het standpunt dat de belangen van omwonenden door het bouwplan zodanig beperkt worden geraakt dat daaraan minder gewicht kan worden toegekend dan aan de belangen die zijn gemoeid met realisatie van het bouwplan. Het college heeft ook uitdrukkelijk verwezen naar de overwegingen in het advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie van 29 april 2016. In dat advies wordt ingegaan op de belangen van bezwaarmaker.

Volgens het advies is er geen directe of rechtstreekse inkijk in de woning door de gebruikers van het hotel te verwachten. In de zijgevel van het bouwplan, aan de zijde van het perceel van de bezwaarmaker, bevinden zich blijkens de bouwtekening geen ramen. Er is geen sprake van onaanvaardbare aantasting van de privacy en het bouwplan is relatief beperkt in zijn bouwvolume, aldus het advies.

Met de verwijzing naar het advies van 29 april 2016 heeft het college naar het oordeel van de Raad van State inzichtelijk gemaakt op welke wijze het de belangen van de bezwaarmaker in zijn afweging heeft betrokken. Gelet op de overwegingen in dat advies heeft het college deugdelijk gemotiveerd waarom het meer gewicht heeft toegekend aan het belang van Maasdam Vastgoed bij verlening van de vergunning dan aan het belang van de bezwaarmaker bij weigering daarvan.

De bezwaarmaker heeft volgens de Raad van State weliswaar gelijk met zijn beroep tegen het oorspronkelijk besluit van B en W, maar is in het ongelijk gesteld met zijn beroep tegen het 'herstelbesluit' van 13 december jl. De gemeente Rotterdam moet wel de door hem gemaakte kosten vergoeden.